Hotelschoolstudenten niet rekenvaardig

9 juli 2014
Hotelschoolstudenten niet rekenvaardig

Gastvrijheid en sociale vaardigheden zijn in de hotellerie belangrijke eigenschappen, maar zonder cijfermatig inzicht is iedere ondernemer of manager in de hospitality gedoemd om te falen. Gasthoofdredacteur
Caro van Eekelen wordt soms moedeloos van de belabberde rekenvaardigheden van hotelschoolstudenten. Kan daar nou niet eens wat aan gedaan worden, wilde ze weten van de docenten. Hun goede nieuws is: er wordt aan gewerkt!

*Cijferwerk besteden we wel uit...*
Een ondernemingsplan schrijven, kostprijzen berekenen, personeelskosten in de hand houden, het zijn allemaal wezenlijke onderdelen van de hotellerie. Een king size bed kan alleen maar uit als de kamerprijs ermee in evenwicht is. En een populair gerecht op de kaart levert pas winst op als je weet hoe je de verkoopprijs moet vaststellen. Toch dromen veel hotelschoolstudenten vooral over de inrichting en het aanbod van hun eigen zaak. En het cijferwerk? Dat besteden ze wel uit.
“Ik hoor studenten vaak zeggen: ‘Leren boekhouden? Waarom zou ik? Daar huur ik toch iemand voor in.’ Alsof het niks kost!” Dat zegt Jurian Velthuis, docent (financieel-)economische vakken en rekenen bij de afdeling Horeca van De Rooi Pannen in Tilburg. Hij heeft het niveau van de instromende mbo’ers jarenlang naar beneden zien gaan. Velthuis ziet het gemak van opzoeken op internet als boosdoener. “Leerlingen vinden leren minder belangrijk, omdat ze toch alles kunnen opzoeken. Hoe je een kostprijs berekent bijvoorbeeld. Mijn weerwoord is dan: ‘Stel dat je in een vergadering zit en iedereen moet ter plekke alles gaan opzoeken. Dat wordt dan wel een heel inefficie?nte vergadering. In zulke situaties heb je parate kennis nodig.’”

De Rooi Pannen leidt onder andere op tot horecaondernemer, bedrijfsleider en manager. Velthuis: “Sommigen komen misschien in een positie dat ze kennis kunnen inhuren, anderen zullen van hun baas ook de financie?le administratie moeten bijhouden. Hoe dan ook: het bijhouden van je dagelijkse kosten en opbrengsten is noodzakelijk in de horeca. En je moet kunnen beoordelen of je niet te veel uitgeeft aan personeel, inkoop of andere kosten. En of de omzet van een bepaalde productgroep achterblijft.”

*Geen ‘rocket science’*
Studenten aan de NHTV in Breda hebben door de bank genomen een heel gemiddeld niveau als het om rekenen gaat, vindt Rob van Ginneken, docent finance and accounting. Hij heeft weinig zorgen over de rekencapaciteiten van zijn studenten. “Ik ervaar het niveau niet als een probleem. Sommigen kunnen goed rekenen, sommigen slecht. Ik ervaar het taalmanco als een groter probleem. Een rapport schrijven op een abstract niveau is voor de meesten echt een uitdaging.”
De gemiddelde student komt volgens Van Ginneken een heel eind met de rekenvaardigheden die hij of zij beheerst. “Wat ze moeten kunnen in de hotellerie is ook niet zo heel ingewikkeld. De bezettingsgraad of een vermogenskostenvoet uitrekenen is geen rocket science. Hetzelfde geldt voor het analyseren van de maandrapportage: dat is grotendeels een kwestie van optellen, aftrekken en percentages interpreteren. Als je er gevoel voor hebt, gaat het makkelijker. Maar het is ook best aan te leren.”
Studenten die vermoeden dat rekenen een probleem gaat worden, kunnen in de zomer voordat ze
aan hun studie in Breda beginnen een bijspijkerprogramma volgen.

Van Ginneken: “Studenten kunnen via internet, met hulp van een docent op afstand, hun rekenvaardigheden opvijzelen. Het gaat om basisvaardigheden, zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen en percentages berekenen. Deelname gebeurt op vrijwillige basis. Per jaar doen ongeveer 130 studenten mee. Tijdens de evaluatie een paar jaar geleden werd een positief verband gevonden tussen het succesvol afronden van de rekencursus en het resultaat voor de propedeutische fase. In ons reguliere onderwijs is de kleinschaligheid een groot voordeel. De lessen kunnen daardoor interactief zijn en we laten veel kennis ook toepassen.”
Hoeveel studenten ook op school leren, pas in de praktijk ondervinden ze wat het belang ervan is, weet Van Ginneken. “Wat weet je nou echt van budgetten of van marketing als je je bul in handen hebt? Pas als je het in de praktijk gaat toepassen, blijft het hangen. Je had mij direct na mijn studie ook niet moeten vragen wat het betekent als de current ratio 1,3 is. Ik wist dat het goed was als die hoger dan e?e?n is, maar echt snappen deed ik het toen nog niet. Daar helpt praktijkervaring bij.”

*Verder lezen? Download nu gratis de online extra uitgave van Hospitality Management juni 2014 via* "deze link.":http://www.hospitality-management.nl/blad/123/

Overig nieuws