Te midden van de vele resorts en hotels op Curaçao onderscheidt Blue Bay Curaçao Golf & Beach Resort zich op meerdere fronten. Het resort telt slechts 36 hotelkamers, maar biedt - als alles vol zit - onderdak aan bijna 4.000 gasten en bewoners. Voeg daar een omvangrijke F&B-operatie aan toe, inclusief een van de twee Brass Boer-restaurants in de Cariben. Reden genoeg voor een gesprek met managing director resort Mike Bosman.
Bosman maakt deel uit van de directie van Blue Bay, onder leiding van grootaandeelhouder en CEO Sepp Koster. Bosmans verantwoordelijkheid ligt met name op het operationele vlak, zo vertelt hij gezeten aan een tafel bij Brass Boer op het resort: “Mensen denken bij Blue Bay vaak aan een hotel, maar er is niet zoiets als ‘het Blue Bay-hotel’. Qua vierkante meters zijn wij met 240 hectare, en ook wat betreft het aantal bedden, het grootste resort van Curaçao. Dit is heel klein begonnen met Sepps grootvader, die deeleigenaar was van de gronden hier en een visie had. In de afgelopen decennia is dat uitgegroeid tot een resort met bijna duizend voordeuren, zoals ik het altijd omschrijf. Eén van die voordeuren is ons Bayside Boutique Hotel met 36 kamers. Dat hotel wordt later dit jaar vergroot tot zestig kamers, met een andere invulling van de F&B. We willen daar een F&B-operatie met airconditioning, daar zijn er niet zoveel van op het eiland.”
“De overige voordeuren lopen uiteen van kleine appartementjes en studio’s naar enorme villa’s en alles wat daartussenin zit. Die huizen zijn altijd eigendom van iemand: mensen hebben het vastgoed gekocht om er het hele jaar door te wonen, om er hun vrije tijd te besteden of louter om het te verhuren. En sommige van de eigenaren kiezen ervoor om hun huis te verhuren in de periode dat zij zelf niet aanwezig zijn. Dat kan via de welbekende OTA’s, maar wij hebben deze huizen natuurlijk het liefst in ons eigen portfolio. Via de Blue Bay Collection verhuren wij deze huizen en dat maakt dat we zowel klanten als gasten hebben: klanten zijn de eigenaren die hun huis via ons platform verhuren. Onze gasten zijn mensen die hier een dagje komen eten, op het strand komen liggen, komen golfen of vakantie vieren. Wij hebben hier een waanzinnig mooie golfbaan van achttien holes die tussen de heuvels door meandert.”
“Dit is een dorp op zich”
Om deze complexe operatie in goede banen te leiden, heeft Koster een driekoppige directie aangesteld. Walter Hofstede houdt zich als development director bezig met de verkaveling van de gronden en de bouw en verkoop van vastgoed. CFO Stefan de Groot gaat over de financiële kant van de bedrijfsvoering, inclusief HR en IT. “En dan zeg ik gemakshalve altijd dat wat overblijft, bij mij in de kerstboom zit”, gaat Bosman verder. “Sepp kan het natuurlijk niet alleen: dit is niet alleen een hotel of resort, maar een dorp op zich. Het enige dat bij hem ontbreekt is de burgemeestersketting. Voor mij houdt dit in dat vrijwel alles wat de operatie betreft mijn verantwoordelijkheid is. Ik heb zeven direct reports, waarvan er vier geld verdienen en drie niet. Om met die drie te beginnen: dat zijn security, onze projectmanager en de commercial manager. Security is heel belangrijk: we hebben een community die we veilig willen houden en de grootste USP voor vastgoedeigenaren om hier iets te kopen is veiligheid.”
“Dan zijn er vier onderdelen die revenue verantwoordelijk zijn. Ten eerste is dat de golfmanager: we hebben een golfbaan van achttien holes die onderhouden moet worden. Dat gebeurt met een team van een man of zestig. Dan hebben we de services manager, met verschillende afdelingen zoals housekeeping, maintenance, zwembadschoonmaak en bermonderhoud daar weer onder. De derde is de accommodatie-afdeling. Via deze afdeling verhuren we ons hotelapparaat: naast de 36 kamers in het Bayside Hotel, hebben we heel veel huizen en appartementen in een rental pool. We verhuren deze units namens de eigenaren en daar zit een verdienmodel aan vast. Tot slot is de vierde revenue generator food & beverage.”
De F&B-operatie van Blue Bay kent verschillende facetten. Naast de high-end-beleving van Brass Boer, zijn er een aantal verschillende concepten op het resort te vinden. “Ons strandrestaurant, met een iets lagere drempel dan Brass Boer, heet het Coast Restaurant. Dat wordt later dit jaar verbouwd. Daarnaast hebben we de Blend Beach Bar, met ook nog een uitgiftepunt voor alle beachsnacks. Sinds bijna een jaar hebben we een nieuw foodconcept toegevoegd aan ons palet: Tribu”, somt Bosman op. “Enerzijds vinden gasten daar dagelijks vers gemaakte pizza’s uit een pizza-oven, met anderzijds een foodtruck met vers ijs en handmade koffie. Dan hebben we Lemongrass, ons golfrestaurant waar gasten dagelijks kunnen ontbijten, lunchen en dineren. Het Bayside Hotel heeft zelf ook een restaurant voor breakfast, lunch en diner. En tot slot hebben we een prepkitchen, waar zowel de mise-en-place voor de F&B van Blue Bay, als de mise-en-place voor Brass Boer centraal gedaan wordt. Natuurlijk gebeuren de voorbereidingen voor Brass Boer in een aparte hoek, dat behoeft een andere mise-en-place dan bijvoorbeeld het Coast Restaurant.” De afstanden binnen Blue Bay en de verschillende concepten maken dat er goed nagedacht moet worden over de invulling van de F&B: “Wanneer je in een hotel vijf of zes foodconcepten bij elkaar brengt, is dat misschien niet zo spannend. Hier is dat wel het geval, omdat het verspreid is over dit enorme resort”, zegt Bosman daarover.
“Brass Boer is echt onderscheidend”
De Brass Boer-vestiging op het resort is ontstaan uit een fiftyfifty joint venture tussen Blue Bay en Jonnie en Thérèse Boer. Met dit concept wordt een toegankelijkere ervaring geboden dan bij driesterrenrestaurant De Librije in Zwolle. Er vallen momenteel drie locaties onder de Brass Boer-paraplu: Brass Boer Thuis in Zwolle, in bezit van een Michelinster, en restaurants op Bonaire en Curaçao. “Brass Boer is echt onderscheidend op Curaçao”, stelt Bosman. “In Nederland is het aanbod aan luxerestaurants natuurlijk veel groter, maar hier op het eiland vind je er maar een paar en daar zitten wij bij. Wanneer je jezelf op dit eiland echt culinair wilt verwennen, moet je hiernaartoe komen. En dat zien we: de cijfers zijn goed, we hebben een mooie groei laten zien. Vorig jaar hebben we een heel mooi jaar gedraaid ten opzichte van 2023 en het eerste kwartaal van dit jaar was ook goed. Dat betekent dat Brass Boer het in het selecte groepje luxerestaurants op Curaçao heel goed doet en daar zijn we natuurlijk blij mee. Dat bewijst dat we als resort de goede keuze hebben gemaakt.”
De samenwerking tussen Blue Bay en het echtpaar Boer ontstond op initiatief vanuit Curaçao: “Uiteindelijk is het hospitalitywereldje vrij klein en ben je nooit verder dan twee telefoontjes van elkaar verwijderd. We hebben elkaar opgezocht in Nederland en daar zijn de eerste gesprekken begonnen. Wij wisten natuurlijk al dat zij een bepaalde voorliefde hebben voor de Cariben, getuige het feit dat er al een Brass Boer was op Bonaire. De eerste ontstond bij het Delfins Beach Resort daar en wij zijn de tweede locatie in deze regio.”
In memoriam: Jonnie Boer
Jonnie Boer overleed op 23 april 2025 op zestigjarige leeftijd. Hij liet een onuitwisbare indruk achter op de Nederlandse gastronomie en op plekken als Brass Boer Curaçao, waar zijn signatuur en inspiratie voelbaar blijven. Dit interview vond plaats enkele weken voor zijn overlijden.
Losgeslagen Appeltaart
Brass Boer Curaçao staat onder leiding van chef-kok Andreas Péter en gastheer Jan Willem Berendsen, die in het verleden veel ervaring opdeed bij De Librije. Het menu van het restaurant wordt stevig beïnvloed door het werk van Jonnie Boer in Zwolle: “Op de avondkaart hebben we veel oude klassiekers van De Librije staan, die hier in een vernieuwd jasje zijn teruggekomen”, haakt Berendsen even in op het gesprek als hij naast de tafel staat. “We hebben bijvoorbeeld de Losgeslagen Appeltaart, met alle elementen van een appeltaart maar dan van elkaar gescheiden. Dat is een klassiek recept van Jonnie Boer, dat al 25 jaar op het menu staat bij De Librije en ook hier en op Bonaire te vinden is. Dat is een voorbeeld van een gerecht dat overal terugkomt.”
“De andere Brass Boers serveren deels dezelfde gerechten als wij. Vaak is het zo dat in Nederland een nieuw menu wordt ontwikkeld, het daar wordt gevoerd en een chef vanuit Nederland hiernaartoe komt om de gerechten te demonstreren. Hij kookt met de jongens dat menu en dan hebben wij het. Vervolgens gaat hij naar Bonaire en zo rouleert het. Het is niet zo dat wij exact dezelfde kaart hebben als de andere Brass Boers, maar er is zeker een grote overlap. Een andere klassieker is het Eitje Kaviaar: lauwwarme eierdooier met zure room, aardappelkaantjes, bieslook en imperial kaviaar. Dat eet je als een lasagne uit een gouden schaaltje. Dat gerechtje staat eigenlijk bij elk restaurant van Jonnie en Thérèse op de kaart.”
Mike Bosman, gastheer Jan Willem Berendsen en chef-kok Andreas Péter
“Gasten willen wat anders”
Met Brass Boer als culinaire blikvanger is F&B een belangrijke pijler voor Blue Bay. Buiten Brass Boer om houdt een team van 130 medewerkers, onder leiding van het F&B-management, zich op dagelijkse basis bezig met het aanbod en de concepten op het resort. Hierbij wordt met een aantal aspecten rekening gehouden, waaronder het veranderende gastenbestand op Curaçao. Waar in het verleden Nederlanders de boventoon voerden, is er in de afgelopen jaren een sterke groei vanaf het Amerikaanse continent. Dit heeft ook invloed op de menukaart: “Wat dat betekent voor F&B, is dat gasten wat anders willen dan een paar jaar geleden”, legt Bosman uit. “We hebben nu bijvoorbeeld een of twee gerechten bij Coast op de kaart staan die echt Amerikaans zijn. Noem het maar de Belgische wafel die wij kennen, maar dan met kipfilet. In Nederland denken we dan ‘wat een bijzondere combinatie’, maar ‘chicken & waffles’ is in de Verenigde Staten een bekend gerecht. En hij staat gewoon in onze top 3 van hardlopers. De transitie naar het westen die we op Curaçao doormaken, maakt dat je menu-technisch echt andere dingen moet gaan doen.”
De menukaart is niet de enige manier waarop Blue Bay nieuwe gasten probeert aan te trekken. Om een grotere speler te worden op de Amerikaanse markt, is het resort een samenwerking begonnen met Marriott: “Blue Bay is altijd een onafhankelijk resort geweest en is dat nog steeds, vanaf de start met twintig tot dertig huizen tot wat het nu is. Wij zien de beweging richting de Amerikaanse markt echter ook en daarom hebben we besloten met een internationaal gerenommeerd hotelmerk samen te werken. Via het platform van Marriott willen wij onze verhuur een boost geven en dat gaat heel goed. Richting de toekomst komen er nog zo’n 500 voordeuren bij in de komende 7 à 8 jaar. Dat betekent meer huizen, meer villa’s, meer appartementengebouwen, maar ook een nog te bouwen luxury hotel. Ik durf te stellen dat dat verreweg het meest luxe hotel van het eiland wordt, inclusief een internationaal bekende vlag op het dak. Het is nu nog net iets te vroeg om die naam prijs te geven. Het hotelcomplex krijgt 80 kamers, met een nieuwe F&B-unit en een fantastisch zwembad en uitzicht. Daar komen nog eens 60 single unit hotelkamers bij met elk hun eigen zwembad en nieuwe F&B-concepten.”
De ontwikkeling van een nieuw hotel past in de langetermijnplannen van Blue Bay, dat zich de komende jaren steeds meer gaat richten op hospitality: “Er komt natuurlijk een moment dat het hier helemaal volgebouwd is”, blikt Bosman vooruit. “Dat duurt sowieso nog een kleine tien jaar, maar daarna moeten de vier afdelingen binnen mijn verantwoordelijkheid toekomstbestendig geld verdienen. Daar zit een grote accommodatiekant aan en wij willen alle accommodaties verhuren die we kunnen verhuren. De groei zit wat dat betreft echt in ‘The Americas’. Blue Bay heeft haar geld al die jaren verdiend met vastgoed; met verkavelen, tekenen, bouwen, ontwikkelen en verkopen. Dat is op de lange termijn niet bestendig, het houdt een keer op. We moeten dus van een vastgoedontwikkelaar naar een hospitality first-bedrijf gaan. Dat betekent dat we de golfbaan commerciëler moeten wegzetten en we meer huizen in ons portfolio moeten zien te krijgen om te verhuren. En daar hangen allemaal services aan vast: de huizen moeten schoon, het zwembad moet schoon, de wegen moeten onderhouden worden. Bij de huizen die niet verhuurd worden willen wij natuurlijk ook graag de housekeeping, beveiliging en het tuinonderhoud doen.”
Aruba als voorbeeld
Om deze toekomstige plannen ten uitvoer te kunnen brengen, is Blue Bay afhankelijk van goed, geschoold personeel. Op het relatief kleine Curaçao kan dit een uitdaging zijn, al ziet Bosman dat er op dit gebied flinke stappen worden gezet: “90 tot 95 procent van ons team is lokaal. Brass Boer is wat dat betreft een uitzondering, want hier is het qua personele bezetting meer Nederlands georiënteerd. De wens om daarin een transitie te maken is er, maar Curaçao is nog niet zo ver. Zoals Aruba dat bijvoorbeeld wel is qua educatie en scholing. Het eiland leidt nog geen mensen op die op dit niveau gerechten kunnen klaarmaken of een restaurant van deze allure kunnen runnen. Dat gaat wel komen, we hebben al een paar lokale mensen die we opleiden om naar dit niveau toe te werken en ook in de bediening is die verhouding aan het verschuiven. Dat is voor Blue Bay heel belangrijk: wij mogen ons rijk voelen met de scholing die we allemaal in Nederland hebben gehad. Dat vinden we allemaal normaal, maar in de rest van de wereld is dat helemaal niet zo normaal. Daarom moet je zoveel mogelijk teruggeven en dat proberen wij zeker te doen door waar het kan lokaal aan te nemen en op te leiden.”
Inmiddels zijn de eerste hotel- en koksopleidingen op Curaçao van start gegaan en neemt het serviceniveau op het eiland gestaag toe. Bosman wijst naar het nabijgelegen Aruba als voorbeeld voor wat dit kan betekenen voor de hospitality op een eiland: “Daar heeft men al eerder bedacht om vol in te zetten op toerisme. Dat heeft Curaçao destijds niet gedaan. Die inhaalslag wordt nu gemaakt, al denk ik niet dat Aruba makkelijk ingehaald kan worden. Daar zijn ze echt al dertig jaar verder. Maar je moet er wel in mee en dat het in dit gebied kan, laat Aruba zien. Daar krijgt men vanaf de kleuterklas de hospitality al mee, op een hele kinderlijke manier. Hier is dat nog niet het geval, maar dat gaat wel komen. In combinatie met de gastvrijheid, vriendelijkheid en zorgzaamheid van de Curaçaoënaar, denk ik dat dit een eiland kan worden met waanzinnige service. Die potentie is er zeker.”
“F&B-concepting is een vak op zich”Tribu is momenteel de nieuwste F&B-locatie binnen Blue Bay en voor dit concept heeft het resort de samenwerking gezocht met een food & beverage concepting bedrijf uit het Amerikaanse Miami. Bosman is zeer te spreken over deze samenwerking en stipt dit aan als iets waar andere hoteliers hun voordeel mee kunnen doen. “Tribu is de foodtruck in combinatie met de pizzeria. De hele look & feel en alles wat daarbij hoort, hebben we samen met hen ontwikkeld. We zijn enorm blij met het resultaat en de bezoekerscijfers. En we zien dat het helemaal niet voor kannibalisatie zorgt. Dat was van tevoren een zorg omdat we al een uitgiftehoek voor pizza’s hadden, maar dat is niet het geval. Het pizzaproduct bij Tribu is nu elke dag dagvers en de kwaliteit is beter.” “Je moet je bij alle aspecten van je operatie altijd afvragen of je alle kennis in huis hebt. Dat geldt voor vastgoed, golf en eveneens voor F&B. Heb je als team alle kennis in huis om alles van a tot z zelf te doen? Wij zijn als resort niet bang om te zeggen: ‘We laten ons een keer consulten door een bedrijf dat niets anders doet dan dit.’ In dit geval gaat het om F&B-consulting en die samenwerking is zo prettig dat we ons nieuwe restaurant nu in 100 procent samenwerking doen met dat bedrijf uit Miami. Concepting is een vak op zich en mensen studeren erop af. Ook al ben je een goede restaurantmanager of chef-kok, dat maakt niet automatisch dat je hier goed in bent. Want concepting houdt niet op bij het bedenken van een bijzonder gerechtje: het gaat om de muziek die opstaat, de look & feel van een restaurant, de kleding van het personeel, de marketing, de kussentjes op de stoelen, maar ook het kassasysteem, de routing in de keuken, de logistiek en met welke leveranciers je in zee gaat…” “Het is zoveel groter dan alleen een goede restaurantmanager of chef-kok zijn. Wij hebben altijd van onszelf gevonden dat we heel veel kennis in huis hebben, maar we zijn niet zo arrogant dat we zeggen dat we álle kennis in huis hebben. Daarom hebben we buiten de deur gekeken en daar zijn we heel blij mee. Dat heeft ons goed gedaan, zo goed dat we nu bij iedere stap die we zetten in F&B-concepting die samenwerking opzoeken. De weg richting Amerika is hier op het eiland ingezet, dat is onomkeerbaar. Het zou dan van weinig streven getuigen om alleen bitterballen en frikandellen op de barkaart te hebben staan. En als die route is ingezet, verdiep je dan in wat die mensen eten en wat zij graag op de kaart willen zien. Dan kan je beter samenwerken met een partij die daar zijn werk van heeft gemaakt.” |
Fotografie: Bibi Witkamp
Blijf op de hoogte!
Twee keer per week het actuele en relevante hotelnieuws in uw mailbox? Registreer hier voor onze digitale nieuwsbrief en blijf op de hoogte.