Brandweer ziet ruimte voor verbetering in hotels: “Ik begrijp best dat het vervelend is”

Auteur: Robin Bruggeman
Brandweer ziet ruimte voor verbetering in hotels: “Ik begrijp best dat het vervelend is”

Brandveiligheid is niet alleen een wettelijke verplichting, maar brengt voor hoteliers ook een zorgplicht richting gasten met zich mee. In veel Nederlandse hotels is echter ruimte voor verbetering, zo merkt Anne de Jager, medewerker risicobeheersing bij Brandweer Fryslân.

“Als het gaat om de basis, is het simpel: voldoe aan de regelgeving”, steekt hij van wal. Als voorbeeld noemt De Jager kamerdeuren, waarbij vaak voor een goedkopere optie gekozen wordt dan met het oog op brandveiligheid eigenlijk wenselijk is. Dit is met name het geval bij de vervanging van kapotte deuren: “Ook als aan de buitenkant niet staat dat het om een brandwerende deur gaat, moet bij vervanging gezorgd worden dat er een goede deur voor in de plaats komt. Deuren hebben bijvoorbeeld een brandweerbaarheidseis van dertig minuten. Dat zijn over het algemeen echter wel duurdere deuren. Een goedkopere deur scheelt natuurlijk in de prijs, maar dit gaat wel ten koste van de brandweerbaarheid. Dat zijn bewuste keuzes die in een hotel worden gemaakt.”

“Dat geldt ook voor beglazing. Het is heel logisch dat er een keer iemand doorheen stoot of er iets tegenaan valt, maar let erop dat het type glas dat erin zat ook weer teruggeplaatst moet worden. Vaak wordt een lokale glaszetter gebeld die de opdracht krijgt om het zo goedkoop mogelijk te restaureren. Dat gaat ten koste van de brandveiligheid.”

Dit artikel maakt onderdeel uit van onze white paper Hotel & Brandveiligheid. Download de hele white paper hier.

“Rook is dodelijk”

De Jager merkt tijdens inspectierondes in hotels dat het belang van deuren nog weleens wordt onderschat. Door gesloten deuren en compartimentering kan voorkomen worden dat vuur en rook zich door een gebouw verspreiden: “Rook is dodelijk, punt. Zorg er daarom voor dat het zich niet kan verspreiden. Veel hotels zijn nu, ook vanuit een wettelijke verplichting, heel goed geïsoleerd. Maar dat betekent ook dat rook niet naar buiten kan en zich dus snel door een gebouw verspreidt. Daarbij komt dat deuren vaak open worden gehouden: er staat bijvoorbeeld een stoppertje voor, of er is een mooie bloembak voor gezet. Die deuren zitten er echter niet voor niets, zij moeten gesloten blijven of door een brandmeldinstallatie aangestuurd kunnen worden om dicht te vallen. Want een gesloten deur, zorgt ervoor dat rook en vuur zich minder snel kunnen verspreiden. Als dat niet kan, betekent het dat de brandveiligheid van een hotel op het spel wordt gezet. En daarmee ook de veiligheid van de gasten.”

“Ik begrijp best dat housekeeping er vaak doorheen moet met een grote kar en dat het vervelend is dat die deur elke keer dichtvalt, maar dan moet ervoor gezorgd worden dat de deur die open blijft staan, kan worden aangestuurd en automatisch dichtvalt bij een brandmelding. Datzelfde geldt bijvoorbeeld voor nooduitgangen in een hotel-restaurant: er zijn altijd te weinig tafels en vaak wordt dan nog een tafeltje met twee stoelen voor de nooduitgang gezet. ‘Als er wat is, schuiven we het wel aan de kant’, denkt men dan. Maar het mag gewoon niet, nooduitgangen mogen niet geblokkeerd worden.”

Vreemde omgeving

Naast een vrije doorgang is het in het geval van brand belangrijk dat het voor gasten duidelijk is welke kant zij op moeten vluchten. Dit wordt gedaan middels een nooduitgangplan op de kamer en signalering op de gangen: “Wees je ervan bewust dat je mensen onderdak biedt die niet bekend zijn in jouw hotel”, zegt De Jager daarover. “Hotelgasten zijn in een vreemde omgeving, daar gaat de wet ook van uit. En als je wakker wordt door een brandalarm, ben je gedesoriënteerd. Er moet dus een oriëntatiepunt zijn. Op de kamer vinden we vaak een ontruimingsplan met pijlen waar gasten links of rechts weg kunnen komen. Maar het moet ook duidelijk zijn dat zij in een trappenhuis helemaal naar beneden en naar buiten moeten gaan. Dus geef zoveel mogelijk informatie. Vaak is het wel aanwezig, maar sommige hotels willen het een beetje verstoppen want het is best een lelijk ding aan de muur. Het leidt af en niet iedereen leest het. Ons advies aan gasten wanneer zij een hotel binnenkomen is dan ook om eens om zich heen te kijken waar de nooduitgangen zijn en het vluchtplan te lezen. Dit kunnen hotels bij het inchecken ook aangeven.”

De Jager wijst daarnaast op de taalbarrière die kan ontstaan in het geval van panieksituaties. Signalering en instructies in het Engels en Duits zijn over het algemeen geen probleem in de Nederlandse hotellerie, maar in noodgevallen is dit niet voor iedereen voldoende: “Pools en Oekraïens zijn bijvoorbeeld lastig, daar wordt vaak niet in gecommuniceerd. Het is echter wel zo dat wanneer mensen in paniek zijn, zij terugvallen op hun eigen taal. Dan spreken ze opeens heel slecht Engels of verstaan ze het niet en krijgen dus niet alle informatie die ze nodig hebben in het geval van een incident. Dat geldt ook voor Spaans, Italiaans of Frans, daar zijn wij als Nederlanders over het algemeen wat minder bedreven in. Dat zijn ook zaken waar aan gedacht moet worden, helemaal als het gaat om panieksituaties. Probeer daar rekening mee te houden of maak gebruik van pictogrammen, die over het algemeen universeel zijn.”

Trainingen

Om evacuaties in het geval van een brand of andere noodsituatie zo voorspoedig mogelijk te laten verlopen, raadt De Jager aan om regelmatig veiligheidstrainingen te doen: “Het is zeker geen verkeerde zaak om dat in een rustige periode een keer te oefenen. Een tip daarbij is om het in het eigen gebouw te doen, dat geeft veel meer binding voor het personeel dan wanneer zo’n oefening plaatsvindt bij een extern bedrijf op een industrieterrein. Die band met de eigen werkomgeving is heel belangrijk en mensen blijven daardoor gemotiveerd. Het is het leukst om deze oefeningen samen met gasten te doen, maar je moet er wel voor zorgen dat gasten mee willen werken. Dus ik zou niet zeggen dat je zo’n oefening moet houden op een zaterdagavond wanneer het hotel vol zit”, lacht hij. “Maar op die manier krijg je wel echte reacties: gasten lezen instructies anders en zien dingen anders dan je gewend bent.”

Ook op het gebied van voorlichting van gasten zijn stappen te maken, al is dit ook voor een deel de verantwoordelijkheid van de gasten zelf: “Wij zeggen altijd: gedraagt u zich hier zoals u zich thuis ook gedraagt. Dus rook niet op de kamer of in bed. Let op met het opladen van telefoons, tablets of laptops: gebruik originele oplaadsnoeren en leg het apparaat op een tafel of een bureau. Laad niet op in bed of op een stoel of bank, want accu’s en adapters worden warm tijdens het opladen en kunnen bij oververhitting brand veroorzaken. Leg ook geen kleding over lampen en dek de rookmelder niet af. Ik weet dat sommige hoteliers hier heel streng op handhaven. En gebruik als hotelier ledkaarsjes en -lampen: dat is niet alleen energiezuiniger, maar geeft ook veel minder warmte af.”

Dit artikel maakt onderdeel uit van onze white paper Hotel & Brandveiligheid. Download de hele white paper hier.

Blijf op de hoogte!

Twee keer per week het actuele en relevante hotelnieuws in uw mailbox? Registreer hier voor onze gratis digitale nieuwsbrief en blijf op de hoogte.

Overig nieuws