Châteauhotel de Havixhorst : De lange adem van wezenlijke waarden

Auteur: Jason van de Veltmaete
11 april 2004
Châteauhotel de Havixhorst : De lange adem van wezenlijke waarden

Vreemd, dat geluid. Voor een stadsmens tenminste. Geklepper. Je moet het maar net even weten: naast de havezaat Havixhorst bevindt zich ‘ooievaarsbuitenstation De Lokkerij’. Ook buiten dat is er genoeg verlokkends te vinden: het beekdallandschap van het riviertje de Reest bijvoorbeeld, ook wel de ‘grootvorstin van Drenthes stromen’ genoemd. Laten we wel zijn, hotelgasten houden van heide, bossen, graslanden en landgoederen.

Het landgoed Havixhorst wordt voor het eerst genoemd in een archief uit 1409, als riddergoed Hauichorst. De ridders hadden het goed. Ook nu nog vind je in de weilanden, houtwallen en bossen van het hoevelandschap prachtige planten en vogels. Soms klinkt het jodellied van de gele wielewaal. ‘Ga mee naar buiten allemaal, dan zoeken wij de wiele wielewaal...’ Wie herinnert zich niet dat liedje van de lagere school?

Je waant je terug in de tijd van het leesbordje: aap, noot, Mies... Was er een plaatje dat met een ‘o’ begon? Het zou een ooievaar moeten zijn. Ooit echt Nederlands toch? En voor die ooievaars hoef je in het Drentse plaatsje De Wijk niet naar het buitenstation te wandelen, want op de schoorsteen van De Havixhorst nestelt een paartje; op het dak van het voormalige koetshuis nog een stel. Over Unique Selling Points gesproken...

Op stand

Je zult er maar kasteelheer zijn. Beter gezegd: heer van de havezate. Sommige hôteliers hebben dat voorrecht en Jos Wijland is één van hen. Niet dat Wijland ‘heerlijcke’ sentimenten heeft, want zodra we gezeten zijn in een van de voorname vertrekken, begint hij te vertellen over de democratische traditie van Drenthe. Alles goed en wel, maar dat neemt niet weg dat zijn havezaat of hofstede bewoond werd door iemand van de landadel, een man die daadwerkelijk invloed kon uitoefenen op het bestuur van dit gewest; een gewest dat overigens geen stem had in de Staten Generaal van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, gewoon omdat het te arm was. Dat terzijde.

De Havixhorst, zoals we die nu zien - de derde bebouwing -, stamt uit halverwege de 18e eeuw. De façade is ‘op stand’, maar de rest van het gebouw oogt opmerkelijk sober. Tot 1939 was De Havixhorst in wezen een grote boerenhoeve, met circa vijftig stuks vee op stal; daarna was het achtereenvolgens een kindertehuis, een bejaardentehuis en een opvanghuis voor vluchtelingen. Neêrlands historie in ooievaarsvlucht.

Jos Wijland begon in 1979 met zijn project. De Havixhorst werd getransformeerd in een châteauhotel. Wijland is van huis uit marketingadviseur en -docent. Hij heeft nog steeds een trainings- en opleidingenbureau. Geen hospitalityachtergrond dus, tenzij we in aanmerking nemen dat hij als student projecten voor kinderen opgezet heeft. Wijland: ‘Ik heb de gastvrijheidsindustrie altijd vanuit een marketingoogpunt benaderd. Ik ga ervan uit dat bij een toenemend aantal mensen belangstelling zal opbloeien voor het authentieke en het unieke. De komende jaren zullen de wezenlijke waarden op grotere schaal gekoesterd gaan worden: de natuur, maar ook zoiets als

de “waaromvraag”. Er zal meer aandacht komen voor filosofische onderwerpen. Ook literatuur en theater mogen zich straks in een grotere populariteit verheugen. Marketing kan grotendeels op psychologie gestoeld zijn.’

Vanuit die toekomstvisie heeft Wijland het initiatief genomen tot oprichting van Châteaux et Résidences Gastronomiques, een vereniging van vijftien prachtige kastelen en landhuizen, ‘weg van de hectiek van alledag’. De Havixhorst is het meest noordelijke château.

Toezegging

Wijlands keuze voor de hotellerie is, naar eigen zeggen, niet planmatig geweest. ‘Ik kreeg met locaties zoals dit te maken toen ik projecten voor kinderen organiseerde. Ik raakte geïnteresseerd in de marketing van historische panden; in het gastronomische aspect vooral. Affiniteit met een stukje geschiedenis hoort er natuurlijk bij, maar je moet wel met beide benen op de grond blijven staan, want complexen als De Havixhorst hebben een flink aantal gasten per jaar nodig voor de exploitatie. Alleen een restaurant volstaat dan niet. Wij hebben dus veel van onze inspanningen gericht op banqueting. Daarbij werden we telkens geconfronteerd met de omstandigheid dat architecten zich vroeger niet al te zeer bekommerden om wat wij nu efficiënt vinden. Daarom hebben we nu vier complete afwaskeukens en meerdere bars, bedoeld om allerlei inefficiënt geloop te voorkomen.’

Het restaurant is zeer belangrijk. Wijland: ‘Wij willen tot de beste restaurants van Nederland behoren, klaar af. Dat doen we echter wel op een manier die ingetogen is, dus geen extravagantie of “van de daken schreeuwen”. Dit is een restaurant voor de langere termijn; geen trendy zaakje. Een bedrijf als dit bestaat bij de gratie van het feit dat we een lange adem hebben. Drenthe is dun bevolkt. Het gros van onze gasten komt van onder de IJssel. Wanneer je een lange adem hebt, kun je een reputatie verwerven en een gastenbestand opbouwen. Daarna moet je zeer zuinig op die reputatie zijn, want gasten komen niet zomaar van heinde en verre. Het heeft ons jaren gekost, puur door de afgelegen ligging. Een vaste gast is voor ons iemand die eens in de vijf jaar komt.’

De Havixhorst doet zijn gasten een niet eenvoudig waar te maken toezegging, maar het is geen loze belofte: wat we in het restaurant doen, doen we ook in de banqueting. Wijland: ‘Tweehonderd personen laten dineren met zilveren bestek? Dat kan. Natuurlijk kan niet elk menu uit het restaurant gemaakt worden voor een grote groep mensen, maar we streven dezelfde hoge kwaliteit na.’

Traditie, klassiek, continuïteit; dat zijn de sleutelwoorden. ‘Wel met een moderne, speelse invulling,’ benadrukt Wijland. ‘Zowel qua gastheerschap als keuken als interieur. Alle rituelen binnen de hotellerie behoren slechts één doel na te streven: een plezierig verblijf.’ - Daarbij heeft Wijland niet onmiddellijk zaken als ‘imagineering’, belevingswerelden, technologische hoogstandjes, ‘lifestyle’ of ‘design’ voor ogen. ‘Volgens mij alweer achterhaald, al die internetaansluitingen’, zegt hij, ‘hoewel we ze wel hebben. Ook een zwembad of een tennisbaan voegt eigenlijk niets toe. Er is voor mij maar één waarheid: als ik op die stoel ga zitten, aan tafel. Wat komt er op het bord, wat in het glas? Het gaat toch om de wezenlijke waarden. Vandaar dat we ook de kwaliteit van de tuin iedere keer proberen te verbeteren.’

Proeven

Honderd tv’s zijn goedkoper dan een goede kwaliteit op het bord realiseren. Deze uitspraak van Wijland laat geen twijfel bestaan over zijn gevoelens voor, wat hij noemt, commerciële bedrijven. De tv’s kunnen hem gestolen worden, zijn koks en

kelners niet. Wijland: ‘Ik denk dat de mensen die naar een hotel of restaurant als dit gaan, weten waar het in de kern om gaat. Als wij een tuin aanleggen, zit er geen nepperij in; als wij een kamer aanbieden, zit er geen spaanplaat in. De authenticiteit moet overal in doorklinken en overal in zichtbaar zijn. In alle eerlijkheid: onze gasten behoeven hier geen sauna.’

Kunst past natuurlijk wel in De Havixhorst; daar heeft Wijland dan ook al een aardig kapitaaltje in geïnvesteerd. Beelden in de tuin bijvoorbeeld. ‘De zakelijke waarde is gering, maar het is wel in lijn met wat we hier doen. Je ontwikkelt jezelf ook: als je eenmaal kennis genomen hebt van... een andere stijl, een verdergaande stijl, dan ga je de eigen wensen en behoeften bijstellen. Vergelijk het maar met wijn: als je eenmaal de betere wijnen geproefd hebt...’

Dat proeven is voor vinoloog Jos Wijland geen probleem, want in de gewelven van De Havixhorst ligt een begerenswaardige collectie prachtige wijnen ‘te rusten’. Wie komen ervan genieten? Zakenlieden, uiteraard, maar ook de stelletjes en kleine gezelschappen die iets te vieren of te markeren hebben. ‘Voor alle gasten proberen we toch een beetje “afwijkend” te zijn, in vergelijking met soortgelijke horecabedrijven. Dat uit zich ook in het interieur van de zalen: wat gekke dingen zorgen ervoor dat de mensen De Havixhorst niet als een museum zien. Wel mooi en stijlvol, maar niet een keurslijf.’

Hotel is een groot woord voor deze havezaat, want de teller stopt bij acht kamers. Qua omzet moeten we dan ook deze volgorde aanhouden: banqueting (meer dan de helft), restaurant, hotel. Er is ruimte voor gezelschappen tot circa 500 personen. Om maar even te citeren uit de brochure: ‘Het gebouw waar destijds de koetsen van baron Jan Arent Godert de Vos van Steenwijk onder dak stonden, is herschapen in een gerieflijke accommodatie voor ontvangsten.’ Dat voormalige koetshuis is een van de zes stijlvolle ruimtes voor gezelschappen. Wijland: ‘Dat het partijengebeuren en de andere helft van het bedrijf elkaar niet bijten, heeft veel moeite gekost. Hotelgasten die de rust en intimiteit van De Havixhorst zoeken, mogen immers niet geconfronteerd worden met de drukte van gezelschappen. Wij slagen er telkens in - maar dat is een leerproces geweest - om de twee naast elkaar en nagenoeg onwetend van elkaar te laten bestaan.’

Verantwoordelijkheden

Wijland kan enthousiast spreken over het Drentse landschap. ‘Het kost de mensen niet veel tijd om het unieke van dit stukje Nederland te herkennen,’ beweert hij. Vandaar het Drentse Landschaparrangement: 1 overnachting, 1 vijfgangendiner, 1 uitgebreid Hollands ontbijt en tevens (1 per kamer) een lidmaatschap van de stichting Het Drentse Landschap. (Zeer ruime luxe suite: € 150,- p/p.)

Maar rondom De Wijk / De Schiphorst (boven Zwolle) bevinden zich genoeg culturele en toeristische attracties voor gasten die de zandhorsten en ooievaars even moe zijn: Giethoorn, monumentendorp Orvelte, Staphorst, het Noorder Dierenpark plus een rij musea. Veel mensen blijven daarom twee nachten.

Een bedrijf als dit valt of staat met het personeel, en na al het voorgaande moge duidelijk zijn dat Wijland hoge eisen stelt aan zijn medewerkers. ‘Het is erin geslopen bij ons dat, zodra iemand blijkt wat meer te kunnen, hij of zij ook meer verantwoordelijkheden krijgt. Ik heb er niet veel moeite mee om mensen snel verantwoordelijkheden te geven. Wij hebben hier circa 35 medewerkers, waarvan 18 voltijds. Iedereen werkt in De Havixhorst voor het hele bedrijf en moet dus overal in het bedrijf kunnen en willen aanpakken; enkel gemakshalve hebben we een aantal afdelingen gemaakt, opdat niet iedereen zich overal mee bemoeit. Dat is een ander uitgangspunt dan “ik werk op een afdeling”. We gaan ook buiten het werk redelijk intensief met elkaar om.’

Wijlands stijl van leiding geven is - dat spreekt vanzelf - bepalend geweest voor de cultuur binnen De Havixhorst, maar hij is de eerste om toe te geven dat een leider zoiets niet volledig kan sturen. ‘Zaken als sfeer heb je nooit volledig in de hand. Overigens ben ik van mening dat het leiding geven niet de enige competentie mag zijn van een leider of manager: hij moet zich op meerdere fronten kunnen bewijzen; hij moet ook op de werkvloer ergens goed in zijn. Het is, naar mijn overtuiging, niet zo dat je “voor hetzelfde geld” manager kunt zijn van een speelgoedfabriek als van een chemiebedrijf; je moet affiniteit met het product hebben. Binnen De Havixhorst trekken we elkaar snel in het diepe, maar een hecht samenwerkingsverband voorkomt ongelukken.’

Imago

Het is denkbaar dat een Drentse hôtelier een beetje kriegelig wordt van alle beleidsmatige aandacht die exclusief aan de Randstad gegeven wordt: het imago van Nederland moet zo nodig veranderd worden (beter passend bij onze moderne, ‘high tech’ samenleving); Nederland als congressenland... Toch valt dat mee. Wijland blijft er gelaten onder; hij vindt het hooguit onverstandig. ‘We moeten blij zijn dat Nederland überhaupt een imago heeft,’ stelt hij. ‘Ik zou daar niet te veel aan morrelen. Elke poging om het beeld van dit landje te veranderen, in al die hoofden wereldwijd, mag je gerust zeer ambitieus noemen. Je kunt beter het bestaande imago, hoe clichématig ook, blijven koesteren. Elke wijziging zal waarschijnlijk tot vergeten leiden. Verder ben ik er juist blij mee dat men nog steeds een duidelijk onderscheid maakt tussen de provincie en de grote stad; dankzij dat onderscheid bestaan wij hier. Hier in Drenthe is het toeristisch-recreatieve een gigantisch deel gaan uitmaken van de economie.’

Fraaie prietpraat kan voor Wijland sowieso niet door de beugel, dus ook Drenthe moet het, wat hem betreft, doen met wat de provincie daadwerkelijk te bieden heeft: eenvoud en pure, natuurlijke schoonheid. ‘Met die waarden heb je genoeg in handen. En er zijn hunebedden; dat is het. In deze tijden is dat trouwens een fantastisch aanbod. Je moet je niet door commerciële overwegingen laten verleiden tot overdreven beschrijvingen in reclametaal, of tot schilderingen die de realiteit geweld aandoen.’

Is het aantal sterren van belang, voor een bedrijf als dit? Wijland antwoordt bedachtzaam. ‘Als je ervan uitgaat dat de gast zichzelf ontwikkelt, met name voor wat betreft stijl en beoordelingsvermogen, dat hij beoordelingskundiger wordt, en dat in de loop van de tijd andere criteria voor hem belangrijker worden, dan zal hij het classificatiesysteem voor de hotellerie nog wel gebruiken, maar er niet blind op varen, omdat hij weet dat er andere waarden zijn. Ik denk dat zo’n systeem wel voldoet - er is een behoefte aan -, maar de consument zal zich gaandeweg bewuster worden van zijn specifieke wensen.’ - Sterren? Wat weegt op tegen die ooievaars op het dak?

 

suite, 1 persoon: € 95,-

suite, 2 personen: € 147,50

ontbijt: € 12,-

6 arrangementen: van € 135,- tot € 374,50 p/p

2 vergaderarrangementen: € 80,- en € 250,- p/p

1 groepsarrangement (8 x 2 pers.): € 1995,-

zalen: 8

speciale diensten: o.a. boogschieten, koetsen, wijnproeverijen

HM302004

Overig nieuws