Nog net geen zand tussen de tenen

Auteur: Redactie
Ondernemen 13 september 1997
Nog net geen zand tussen de tenen

De man past bij de kamer. Buiten is het dertig graden, dus Meijer loopt rond in een korte broek met een rood hemd. Hij oogt duidelijk niet als iemand van de gevestigde orde; hij is evident niet bourgeois. Weggeplukt van een terrasje toont hij ons enthousiast en joviaal de 'onbewoond eilandkamer'. Het is meer dan 'gewoon' een aparte kamer: het is een manier van leven. Beter: het is een magische manier van wakker worden.

Recent onderzoek heeft uitgewezen dat de manager uit het Nederlandse bedrijfsleven er grote moeite mee heeft de zakelijke beslommeringen van zich af te zetten, gedurende zijn vakantie. Welnu, als het op de hiernaast afgebeelde kamer niet lukt, lukt het nergens. De nachtkastjes zijn 'aangespoelde' sinaasappelkistjes, en de tafel heeft, zo op het oog, blootgestaan aan de elementen, maar nimmer aan een schootcomputer.

Royale voorzieningen hoeft de logé er niet te verwachten. Er is een 'kingsize' douchekop, dat wel. Op een onbewoond eiland sta je immers samen onder de douche. Ontbijt op bed via de 'roomservice' is uiteraard onbestaanbaar in zo'n ambiance; daarom heeft de kamer een keukenblok waar men zelf een eitje kan bakken. En het spreekt vanzelf dat het lawaai van de bewoonde wereld wordt buitengesloten: een dubbele deur, isolerende rubbers en een CD-speler met zeegeluiden.

Vertaalde ervaringen

Denk nu niet dat het één en al eenvoud is in de Plataan. De 'vruchtbaarheidskamer' bijvoorbeeld, heeft een bubbelbad met onderwaterverlichting. Op slechts een paar passen van dat bad waar men baadt in bubbels en licht, staat een groot rond bed dat wordt gedragen door de heilige graal (de spirituele baarmoeder; het vrouwelijke element) en de vleugels van een adelaar (mannelijke kracht). Aan het hoofdeinde bevinden zich de horens van overvloed en een pijnboom; langs het plafond drijven vriendelijke wolkjes.

Hans Meijer had luttele jaren geleden nog een architectenbureau; dat verklaart zijn passie voor inrichting en vormgeving. Dan rest de vraag: waarom is hij hôtelier geworden? 'We wilden graag kinderen,' antwoordt hij. 'Omdat wij de opvoeding van die kinderen graag samen wilden doen, wilden we samen één werkplek hebben. Een hotel was de oplossing.'

Zeven banken zagen er geen brood in, de achtste ging wel met Meijer en zijn vrouw in zee. Dat is inmiddels ruim drie jaar geleden. Het bleek een goede keuze van die laatste bank: de Plataan (met drie sterren) heeft zich stevig geworteld in de hotelmarkt, waarschijnlijk vooral doordat de eigenaars hun eigen ervaringen, waarnemingen en wensen vertaald hebben naar het hotel toe: een eigen deurbel voor de vijfentwintig kamers ('een vriendin op de kamer mag best'); spionnetjes in de deuren; caravriendelijke kamers; ook goedkope kamers met douche/toilet op de gang; enzovoort.

Meijer: 'Wij zochten zelf meestal hotelletjes op met hooguit twee sterren, ergens in een binnenstad. Die hebben een bepaalde sfeer. We zijn ook eens in een vijfsterrenhotel geweest ... Daar heeft het hele weekeinde niemand iets tegen ons gezegd. In ons eigen hotel willen we dus in de eerste plaats een gezellige sfeer hebben. We willen bovendien niet schelden tegen het gebouw. Daar bedoel ik mee dat we de identiteit van het gebouw - uit de vijftiger jaren - zoveel mogelijk intact willen laten. Geen verkeerde materiaalkeuze; geen zinloze renovaties.'

Wedloop

Met enkel gezelligheid en een authentiek pand lok je echter geen gasten. Meijer: 'We zijn in twintig hotels wezen kijken, hier in de omgeving, en zagen al gauw dat we daar qua luxe niet tegenop konden; zeker niet als startend bedrijf. Het viel ons ook op dat er een soort wedloop aan de gang was: twee tv's, drie tv's, twee videorecorders, ... Wij wilden een andere kant op.'

Mensen van allerlei pluimage - en van iedere leeftijd - strijken neer op het onbewoonde eiland, of op het ronde 'bed van de vruchtbaarheid'. Die twee kamers zijn zeven dagen in de week bezet en het hotel heeft geen klagen meer over zoiets als naamsbekendheid. 'De laatste acht maanden hebben we niet meer geadverteerd,' zegt Meijer. 'De naam van dit hotel gaat momenteel van mond tot mond.'

En wat natuurlijk nog vermeld moet worden: de twee aparte kamers zijn beschilderd door iemand uit Delft. 'Dat is een toffe dame die ons met raad en daad terzijde gestaan heeft,' aldus Meijer. Haar naam is Juul Smulders.

Overig nieuws