De Nederlandse kust is uitgegroeid tot motor van de toeristische sector. In tien jaar tijd groeide het aantal overnachtingen met bijna 40 procent. Maar groei brengt ook drukte en hogere prijzen. De sleutel ligt in slimmere spreiding over seizoenen, doelgroepen en regio’s – voor een kust die én economisch sterk blijft, én leefbaar.
De Nederlandse kust staat er in 2024 beter voor dan tien jaar geleden en is uitgegroeid tot een motor van de toeristische sector. Het aantal overnachtingen in kustgemeenten steeg volgens het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) van 21,8 miljoen in 2014 naar 30,2 miljoen in 2024; een groei van 39 procent. Landelijk was de stijging vergelijkbaar, maar ook gestuwd door meer zakelijke reizen. De kust leunt juist op vakantiegangers en recreanten, wat de groei extra opvallend maakt.
Een aantal regio’s springt eruit. Het aantal overnachtingen verdubbelde in Groot-Rijnmond (+122 procent) en groeide in Zeeuws-Vlaanderen met 71 procent en in de Kop van Noord-Holland met 49 procent, vooral dankzij Texel. De altijd populaire Zeeuwse badplaatsen aan de Noordzee lieten als geheel een sterke groei zien, gesteund door de trouwe komst van Duitse, Belgische en Nederlandse gasten.
Verantwoording
Deze analyse, uitgevoerd in samenwerking met het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen (NBTC), richt zich specifiek op kustgemeenten langs de Noordzee. ABN Amro baseert zich hierbij op de COROP-indeling, waarbij alleen de uiterste kuststroken worden meegenomen. Zo omvatten ‘Agglomeratie Den Haag’ slechts Scheveningen, Kijkduin en Duindorp, en ‘Agglomeratie Leiden’ enkel Katwijk en Noordwijk. Andere onderzochte gemeenten zijn onder meer Bergen (NH), Bloemendaal, Den Helder, Schouwen-Duiveland, Veere, Velsen (IJmuiden aan Zee) en de Waddeneilanden.
Het CBS hanteert een eigen definitie voor kustgemeenten en registreert uitsluitend overnachtingen in logiesaccommodaties. Particuliere verhuur, zoals via Airbnb of tweede woningen, blijft buiten beschouwing. Hierdoor geeft het CBS slechts een deel van de markt weer. Zo vonden in Zeeland in 2023 ruim 4,3 miljoen overnachtingen plaats in particuliere woningen – goed voor 20 procent van het totaal – volgens gegevens van CELTH en HZ Kenniscentrum Kusttoerisme. Dit onderstreept dat de werkelijke omvang van het kusttoerisme groter en diffuser is dan de CBS-cijfers doen vermoeden.
Zeeland als economische motor
De economische betekenis van de strandeconomie wordt nergens beter zichtbaar dan Zeeland. Daar vonden in 2023 ruim 15,6 miljoen toeristische overnachtingen in de gehele provincie plaats, goed voor 810 miljoen euro aan bestedingen, laat het HZ Kenniscentrum Kusttoerisme weten. Vaste gasten met een tweede woning of jaarplaats voegden daar 6,2 miljoen overnachtingen aan toe; wat nog eens 317 miljoen euro aan bestedingen betekent.
Ook dagtoeristen uit Nederland, België en Duitsland drukten hun stempel: samen gaven zij meer dan 2,6 miljard euro uit tijdens hun bezoek. Alles bij elkaar komt de Zeeuwse vrijetijdssector uit op 3,4 miljard euro aan bestedingen, goed voor een toegevoegde waarde van 1,1 miljard euro en bijna 18.000 banen – elf procent van de totale werkgelegenheid in de provincie (CELTH/KCKT, 2023). Daarmee is de strandeconomie niet alleen een toeristisch fenomeen, maar een structurele economische pijler.
Dagbezoekers besteden relatief veel aan de kust
Bezoekers van de kust besteden relatief veel. Zo ligt het uitgavenpatroon van Belgische en Duitse dagtoeristen in kustgemeenten als Texel, Scheveningen, Katwijk, Ouddorp, Domburg, Renesse en Burgh-Haamstede op gemiddeld 135 euro per bezoek – 24 procent meer dan in andere toeristische niet-kustplaatsen, waar Belgen en Duitsers gemiddeld 109 euro per bezoek besteden (bron: NBTC). Met zijn horeca, strandvoorzieningen en evenementen behoort de Nederlandse kust dan ook tot de regio’s die de meeste inkomsten uit dagtoerisme genereren.
Waarom de kust duurder is dan het binnenland
De Nederlandse kust behoort tot de duurdere bestemmingen. Uit gegevens van Booking Experts blijkt dat de omzet van een accommodatie voor vier personen op de Waddeneilanden gemiddeld 72 euro per nacht is. Dat is bijna het dubbele van het landelijk gemiddelde van 39 euro. Het prijsverschil weerspiegelt de positie van de kust als aantrekkelijke bestemming, waar de vraag groot genoeg is om hogere tarieven te hanteren.
Een hogere omzet is bovendien gerechtvaardigd, omdat de kust vooral in de zomer wordt bezocht, terwijl regio’s als Limburg toeristen meer over het jaar spreiden, mede dankzij evenementen zoals kerstmarkten. Door de lagere seizoensgevoeligheid kunnen exploitanten in deze binnenlandse regio’s vaak toe met een lagere gemiddelde omzet per nacht, die bijvoorbeeld in Drenthe en Gelderland rond de 33 euro ligt.
De capaciteit aan de kust blijft groeien, wat ook risico’s met zich meebrengt. In 2024 telde de kust volgens het Kadaster 656 recreatieparken met bijna 25.000 vakantiewoningen, ruim 800 meer dan twee jaar eerder en meer dan 10 procent boven het niveau van 2017. Meer aanbod betekent meer keuze voor gasten, maar versterkt ook de concurrentie.
Tijdens de Nederlandse Kustdagen op 1 oktober 2025 in Noordwijk ondertekende minister Mona Keijzer het Kustpact 2026-2030. Het pact zet in op een duurzame balans tussen economische groei en het behoud van de natuur en leefbaarheid aan de kust. ABN Amro ziet hierin kansen om kusttoerisme de komende jaren slimmer te organiseren.
Duitsers en Belgen blijven trouw, Spanjaarden in opmars
De Nederlandse kust leunt zwaar op vaste gasten. In regio’s als Noord-Friesland en de Kop van Noord-Holland zijn meer dan zes op de tien bezoekers Nederlanders. Duitsers vormen de belangrijkste buitenlandse gasten met 25 tot 40 procent van de overnachtingen, waarbij Zeeland en Zeeuws-Vlaanderen bovengemiddeld uitvallen. Belgen zijn er eveneens goed vertegenwoordigd: in Zeeuws-Vlaanderen goed voor een vijfde van alle overnachtingen.
Stedelijke kustgebieden trekken een internationaler publiek. In Den Haag en Groot-Rijnmond zorgt de mix van strand, stad en zakelijke markt voor een brede instroom van Britten tot Amerikanen.
Het toerisme in Nederland wordt internationaler. NBTC verwacht dat 47 procent van de groei tot 2035 komt uit nieuwe markten buiten de traditionele top vier. Spanje springt eruit, met een verdubbeling naar 1,6 miljoen verblijfsgasten. Ook toeristen uit andere Zuid- en Midden-Europese landen laten een stevige opmars zien. Ook de kustregio’s zullen hiervan profiteren.
Bewoners voelen de keerzijde
Het succes van het kusttoerisme heeft ook een schaduwzijde. Uit onderzoek van het HZ Kenniscentrum Kusttoerisme blijkt dat inwoners van kustgemeenten vaker negatieve dan positieve effecten ervaren. Meer dan de helft vreest dat het nóg drukker wordt en dat dit tot spanningen leidt. Het draagvlak voor toerisme krijgt gemiddeld een 3,3 op een schaal van vijf – lager dan in het binnenland (3,5) en zeker geen stevig mandaat.
Daarom is het belangrijk dat gemeenten beter uitleggen wat toerisme financieel oplevert. Zonder toeristen zouden lokale belastingen omhoog moeten en voorzieningen krimpen. Want naast iedere euro die een toerist uitgeeft aan een overnachting, gaan volgens NBTC nog eens tot wel 3,5 euro naar winkels, horeca, attracties en vervoer.
Vergunningen als strijdtoneel
Gemeenten hebben een krachtig middel om de drukte naar het strand te reguleren: slim en flexibel parkeerbeleid. Door bewoners goedkope parkeervergunningen te geven, kan de toestroom van bezoekers worden beperkt. Flexibele parkeertarieven spelen een cruciale rol in deze aanpak. In Zandvoort kost parkeren in de zomer 2,50 euro per uur, terwijl het tarief in de winter zakt naar 0,50 euro om bezoekers buiten het hoogseizoen aan te trekken. Den Haag experimenteerde met een dagkaart van 50 euro en oplopende uurtarieven in Scheveningen, wat bezoekers naar parkeergarages deed uitwijken. Omwonenden waren positief over deze aanpak, omdat het de parkeerdruk in woonwijken aanzienlijk verlichtte.
Daarnaast kan duidelijke voorlichting helpen het gedrag van strandgangers te sturen. Als bezoekers vooraf weten hoe lang ze in de file kunnen staan, beïnvloedt dat hun keuze om wel of niet te gaan. Het is daarbij effectief om drukte op warme dagen te ontmoedigen en bezoekers juist te stimuleren op rustigere dagen. Belangrijk daarbij is om rekening te houden met het feit dat veel mensen hun strandbezoek al enkele dagen van tevoren plannen.
Vergunningen spelen niet alleen een rol bij parkeren, maar ook op het strand. Strandpaviljoens kunnen kustgemeenten aantrekkelijker maken, zeker als ze goed geïsoleerd en stormvast zijn. Ze bieden mogelijkheden voor evenementen en vergaderingen, ook buiten het zomerseizoen. Toch worden veel paviljoens in Nederland jaarlijks afgebroken vanwege zorgen over duinvorming. Dit treft vooral de helft van de 340 paviljoens aan de zeekust, die elk jaar opnieuw moeten worden opgebouwd – zelfs als ze opvallend genoeg voor de bebouwde kust staan.
Het jaarlijkse op- en afbreken van tijdelijke paviljoens brengt volgens ABN Amro nadelen met zich mee. Het vergroot het risico op schade en kortsluiting en maakt het financieel onaantrekkelijk om te investeren in duurzame, brandwerende materialen. Hierdoor blijven deze paviljoens kwetsbaar. Onderzoek van de TU Delft biedt een nieuw perspectief: wetenschappers stellen dat goed ontworpen, aerodynamische paviljoens – bijvoorbeeld in de vorm van een vliegtuigvleugel – de duinvorming juist kunnen versterken. Bovendien zorgen deze ontwerpen voor meer comfort en duurzaamheid.
Kortom, door slim parkeerbeleid te combineren met innovatieve en vaste strandpaviljoens, kunnen kustgemeenten niet alleen de drukte beter reguleren, maar ook inspelen op duurzaamheid en een aantrekkelijkere kustbeleving creëren.
55-plussers als groeimarkt buiten de zomer
De vergrijzing verandert het toerisme. Steeds meer 55-plussers hebben tijd en geld om buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan en hun aantal neemt toe. Hun uitgaven stijgen volgens ABN Amro van 7,2 miljard euro in 2022 naar 10,7 miljard euro in 2027, een groei van bijna 50 procent. Daarmee wordt deze groep een van de belangrijkste motoren van de sector.
Voor de kustregio’s biedt dit kansen: juist in de herfst en winter zoeken 55-plussers comfort, natuur, gastronomie en wellness. En die extra gasten zijn hard nodig, want ruim twee derde van de overnachtingen vindt nu nog in het tweede en derde kwartaal plaats.
Dat spreiding wél kan, bewijst Terschelling. Door de uitzonderlijk donkere nachtelijke hemel kreeg natuurgebied De Boschplaat de titel Dark Sky Park, de eerste in Nederland. Het label trekt nieuwe bezoekers aan op rustige momenten. Een slimme combinatie van onderscheidend vermogen en seizoensverlenging.
Arrangementen maken de kust aantrekkelijk voor bedrijven
Voor ondernemers ligt er een kans om zakelijke arrangementen te ontwikkelen waarin verblijf, vergaderingen en strandactiviteiten samenkomen. Bedrijven zijn sneller bereid om buiten de zomer naar de kust te trekken als een training of meeting eenvoudig kan worden gecombineerd met een strandwandeling of teambuilding. Succes hangt daarbij af van gemak: één klik voor een compleet pakket werkt beter dan losse onderdelen.
De fragiele balans van de strandeconomie
De kustregio’s groeiden de afgelopen tien jaar sneller dan gemiddeld, maar dat succes brengt drukte en spanningen met zich mee. De uitdaging ligt niet in méér groei, maar in slimmere groei: spreiding over seizoenen, doelgroepen en regio’s. Alleen zo blijft de kust zowel een economisch anker als leefbaar.
Blijf op de hoogte!
Twee keer per week het actuele en relevante hotelnieuws in uw mailbox? Registreer hier voor onze gratis digitale nieuwsbrief en blijf op de hoogte.