De 'Docklands' van Amsterdam heet... Rotterdam

Auteur: Redactie
Economie 15 februari 2000
De 'Docklands' van Amsterdam heet... Rotterdam

Op 16 februari werd voor de derde keer in successie het symposium StAD georganiseerd. De Stichting Amsterdam Destinatie is een gezamenlijk initiatief van instanties en bedrijven die pogen Amsterdam aantrekkelijk te houden voor de (inter)nationale zakelijke en toeristische markt. StAD is ondergebracht bij Koninklijk Horeca Nederland en wordt voorgezeten door Huub Verweij. Dit jaar was het 'strijdtoneel' het Okura. En uiteraard: waar opponenten elkaar ontmoeten, worden de degens gekruist.

De gespreksonderwerpen van vorig jaar waren het cardiologencongres en de 5000 hotelkamers die Amsterdam blijkbaar nodig heeft. De levendige discussies van toen - die werden voortgezet tijdens de pauzes - lagen veel deelnemers nog vers in het geheugen. Dit jaar ging het over ‘Polderen in Amsterdam’. Het alom bekende 'poldermodel' heeft nu dus ook een werkwoord gekregen.

Het poldermodel kenmerkt zich evenwel door consensus, vertaald in compromissen. Gelukkig was daarvan tijdens dit symposium niet al te veel te merken, en werden er voldoende prikkelende uitspraken gedaan. Maar echt de degens kruisen... Nou nee. Misschien was dat een kleine tegenvaller voor dagvoorzitter Hans van Spronsen.

Echt vol

Eén onderwerp viel dit jaar af: het cardiologencongres. Dat was kennelijk weg 'gepoldermodelleerd', want je hoorde er niemand meer over. Bleef over de 5000 hotelkamers. Wel bouwen of niet bouwen; het houdt nog steeds de gemoederen bezig.

Aan de hand van cijfermateriaal presenteerde Ewout Hoogendoorn de verschillende opties. Dat er iets moet gebeuren is iedereen wel duidelijk. Hoogendoorns cijfers lieten zien dat Amsterdam inderdaad 5000 hotelkamers nodig heeft; hij kon daarbij rekenen op instemming vanuit de zaal. Er klonk gemor toen de stelling 'geen kamers erbij bouwen' verdedigd werd.

Dat de bezettingsgraad in Amsterdams is gedaald, terwijl die in Den Haag en Rotterdam steeg, deerde dus niemand. Het bezettingsverlies werd immers ruimschoots gecompenseerd door de stijgende kamerprijzen. Niemand denkt dan ook dat hier sprake is van een trend. Sterker nog: de prijzen zullen waarschijnlijk nog verder stijgen. Geïndexeerd liggen de prijzen nog onder het niveau van vóór de Golfoorlog, aldus Adriaan Grandia, van Hotel De L'Europe.

Amsterdam schijnt die 5000 kamers dus echt nodig te hebben. Maar waar laat je die dan? Amsterdam zit vol. Gelet op het prijsniveau moeten de hotels bovendien minimaal drie sterren hebben om te kunnen renderen.

De oplossing ligt misschien in een andere manier van denken. Nederlanders vinden afstanden al snel onoverbrugbaar, maar dat geldt niet voor de meeste buitenlanders. Waarom geen 'Groot-Amsterdam'? 'Amsterdam beach Zandvoort' bestaat toch ook al? Hans Domincus (Amsterdam Tourist Board) vindt dat onze hoofdstad gebruik moet maken van haar uitstraling. De periferie kan daarvan meeprofiteren. Dat Rotterdam volgens Dominicus kan worden aangeduid als 'de Docklands van Amsterdam' geeft echter aan dat de definitie van Groot-Amsterdam nog niet helemaal sluitend is.

Gevaar

Voorlopig zal Amsterdam het nog moeten stellen zonder de extra kamers. Kamers waar nu reeds iedereen graag beslag op legt. Peter Becker, algemeen directeur van Holland International Destination Management, is zo'n man. Bij Holland International vinden ze toch al dat ze te weinig kamers in allotment krijgen. Minder kamers betekent minder omzet. Omzet waar de productmanagers in Duitsland op worden afgerekend. Minder omzet betekent een bescheiden plaatsje in de catalogus, dus minder aandacht en boekingen.

Daarin schuilt een gevaar. Laten de touroperators Amsterdam links liggen omdat het toch al vol is? Becker is er bang voor. Volgens Frans Werners van AMS hotels ligt een deel van de schuldvraag bij de ITOP’s zelf. Werners herinnerde Becker eraan dat vaak tot 55% van de in allotments gegeven kamers wordt teruggegeven. De aanvragen die tussentijds binnenkomen, worden daardoor geblokkeerd.

De capaciteitsproblemen vallen dus eigenlijk nog wel mee. Een deel van de oplossing ligt volgens Werners in een betere spreiding van de zakelijke en toeristische evenementen. De PCO’s en de toeristische branche moeten de activiteiten beter op elkaar afstemmen. Een probleem hierbij is, dat er geen gezamelijke evenementenkalender is. Bovendien maakt het schuiven met de data het opstellen van een kalender tot een lastige, nauwelijks te coördineren klus. Faxen en e-mailen over en weer maakt het er niet overzichtelijker op.

Gelukkig is de oplossing nabij. Hans Poortvliet van de HSMAI bood de internetsite van de HSMAI aan voor deze door het ATB bij te houden agenda. Hierop kunnen alle partijen met een toegangscode online de agenda controleren en bijhouden. Toch nog iets concreets.

Kennis vergroten

Ook concreet waren de voorstellen van Peter Becker om de 'contracting' tussen inkomende (ANVR)touroperator en hotels professioneler te maken. Op dit moment kennen de verkoopafdelingen van de hotels maar één soort contracting: een allotment met x kamers voor een langere periode. Veel beter zou het zijn wanneer deze allotments in de weekeinden voor toeristen groter gemaakt worden dan gedurende de weekdagen. Ook tijdens vakantieperioden zouden de toeristische allotments ten koste van de zakenreisblokken moeten worden vergroot. Zo kan de bezettingen en omzet van beide omhoog. De kennis van het salespersoneel over allotments moet worden vergroot.

De positie van de touroperator kwam ter discussie tijdens de workshops over internet. Holland International ziet om strategische redenen vooralsnog geen brood in internet. Becker waarschuwde bovendien voor een nadeel dat op de loer ligt: zodra via internet een substantieel deel van de boekingen wordt gerealiseerd, en daardoor de grossiersfunctie van bijvoorbeeld Holland International afbrokkelt, kan het voor de touroperator weleens minder aantrekkelijk worden om een hotel op te nemen in de reisbrochures.

Als actiepunt voor StAD kwam de elektronische beddenbank naar boven. Menigeen kreeg een déjà vu. Het creëren van een elektronische beddenbank werd tien jaar geleden ook al geopperd, maar vanwege politieke overwegingen werd het concept in de kiem gesmoord. De ANVR en Koninklijk Horeca Nederland zullen echter opnieuw bestuderen wat de mogelijkheden zijn voor boekbare, elektronische data voor Amsterdam.

De zin van promotie in goede tijden werd door de ATB nogmaals benadrukt. Ook Marlies de Waal van de gemeente Amsterdam toonde zich een groot voorstander. Om Amsterdam als bestemming van formaat op peil te houden, werd ook aandacht besteed aan de mate van groei. Terwijl hier en daar stemmen te horen waren die pleitten voor het afremmen van de groei, teneinde wachttijden bij onder meer het Rijksmuseum tegen te gaan, sprak Jaap Peerenboom (ANVR VRI) zich uit voor een toename van de groei. Gezien het economische vestigingsklimaat van Amsterdam en Schiphol, is groei een onvermijdelijk factor, betoogde hij.

HM302000

Overig nieuws