NJHC-directeur Karina Schilte; Echte hotels zullen het nooit worden

Auteur: Redactie
Hotelketens 12 december 2001
NJHC-directeur Karina Schilte; Echte hotels zullen het nooit worden

Wat NJHC-directeur Karina Schilte betreft, had deze rubriek voor één keer gerust ‘hostelketen’ mogen heten. De NJHC-hostels zijn - tot op zekere hoogte - een vreemde eend in de bijt: zij vullen het gat tussen de hotels en de groepsaccommodaties; een positie die de organisatie op het lijf is geschreven. Wie bij de NJHC nog steeds denkt aan jeugdherbergen, heeft de imagoverandering van de afgelopen jaren niet in de gaten gehad. Een gemis, want het budget-concept van de hostels vormt zeker in economisch mindere tijden een geduchte concurrent voor de ‘echte’ hotels.

De tijden zijn veranderd. Jong en oud zwermt uit over de wereld. Voor goedkope overnachtingen - onder een dak - heb je niet langer per se jeugdherbergen nodig, maar de herbergen van de NJHC hebben wel degelijk meerwaarde: een goed en veilig onderdak en prima maaltijden, voor een alleszins redelijke prijs.

Inmiddels is de NJHC hard aan het werk om die eigen, unieke plaats in de moderne reis- en vakantiewereld vorm en inhoud te geven. De ombouw van een subsidie-afhankelijke organisatie naar een professioneel bedrijf is inmiddels voltooid; er kan nu worden geoogst. De winst over 2000 bedroeg 1,1 miljoen gulden; een winst die - vanwege het nog altijd ideële karakter van de organisatie - geheel wordt besteed aan een verdere verbetering van de bedrijfsvoering.

Onderscheid

'Wij zijn natuurlijk geen hotelketen,’ benadrukt NJHC-directeur Karina Schilte. 'Wij zijn voortgekomen uit een totaal andere tradititie. Hoewel we zeker langzamerhand richting de hotellerie zijn gegroeid, en dat nog steeds doen, zal er altijd een duidelijk onderscheid zijn. Zo gaan we bijvoorbeeld niet uit van kamers, maar van bedden - en dat zijn vaak nog stapelbedden. Bij ons slapen vaak meer dan twee mensen op één kamer; onze gasten hebben iets minder privacy. Natuurlijk kiezen ze daar zelf voor, zoals ze ook bewust kiezen voor een NJHC-hostel in plaats van voor een hotel.’

De sfeer is als vanouds informeel in een NJHC-hostel, maar dat mag niet verward worden met niet-professioneel. Schilte: 'Steeds vaker trekken we personeel aan met een hogere hotelopleiding, al moeten die mensen natuurlijk wel passen bij het karakter van onze organisatie. Het zijn dus geen strikt zakelijke managers; wel mensen die heel goed weten hoe ze het de gasten naar de zin kunnen maken. Die gasten kiezen bij ons voor ontmoeting, voor kennismaking met mensen uit andere culturen en voor het uitwisselen van ervaringen. Dat is toch heel iets anders dan wanneer men in een hotel overnacht.'

Het begrip ‘hostel’ is wereldwijd bekend; het is een woord dat door meerdere ‘ketens’ wordt gehanteerd. (De International Youth Hostel Federation is de grootste.) Het aantal rugzaktoeristen dat overal in de wereld van deze hostels gebruik maakt, is enorm. ‘Ook in Nederland leven we daar voor een belangrijk deel van,’ aldus Schilte. ‘Dat gooi je niet weg, hoe groot de omslag ook is die we in de afgelopen tien jaar hebben doorgemaakt.'

Of de naam NJHC blijft bestaan, is echter nog maar de vraag. Achter de schermen werkt men aan een verdere verandering van het imago, iets waarvoor ook de naamgeving wellicht moet worden ingezet. Schilte: 'Dat ik gezien onze huidige positie niet meer gelukkig ben met de benaming "jeugdherberg", mag duidelijk zijn. Ook "NJHC-herberg" dekt de lading niet meer. In april 2003 begint ons jubileumjaar; dan gaan we ons 75e jaar in. Dat is in mijn ogen een mooi moment om een nieuwe naam te introduceren. Dan kunnen we duidelijk in de publiciteit treden met de boodschap dat het verouderde beeld niet meer klopt. Dat beeld leeft overigens alleen bij degenen die we nog niet tot onze gasten mogen rekenen. Onze gasten weten natuurlijk allang wat voor soort organisatie we zijn. Het feit dat we circa 900.000 overnachtingen per jaar boeken, zegt heel veel.’

Zakelijke markt

Hoe veranderd het concept van de NJHC-herbergen ook mag zijn, de kernactiviteiten richten zich nog altijd op de grote groep rugzaktoeristen en de gezinnen. 'Dat is voor ons heel bewust de primaire markt,' zegt Schilte. 'De secundaire markt wordt gevormd door de groepen die van onze accommodaties gebruik maken. Denk daarbij aan verenigingen, maar ook aan schoolklassen en buitenlandse organisaties. Voor sommigen misschien heel verrassend is de opkomst van een tertiaire markt: de zakelijke bijeenkomsten. Het is niet zo dat we die groep in de afgelopen jaren doelgericht naar ons toe hebben getrokken. Nee, ze komen uit zichzelf. In veel van onze hostels hebben we zalen ingericht die geschikt zijn voor de zakelijke markt, en we hebben cateringfaciliteiten. Ten aanzien van de zakelijke markt stellen we ons heel flexibel op. Als men te elfder ure liever wat later wil eten, of men ineens speciale wensen heeft, dan doen we er alles aan om het onmogelijke mogelijk te maken. Overigens moet je niet denken dat we nu meteen tot de topaccommodaties voor congressen en vergaderingen zijn gaan behoren: het gaat vooral om specifieke groepen die bewust kiezen voor bijeenkomsten in een bijzondere omgeving.’

Wanneer sprake is van bijvoorbeeld bedrijfstrainingen, zal het hoger kader niet zo gauw voor een NJHC-hostel kiezen, maar het midden en lager kader doet dat wel vaak. Gezien de bijzondere ligging van een aantal hostels en uiteraard de sfeer die sommige hostels uitstralen (er zitten kastelen en afgelegen landhuizen in het ‘assortiment’) leent de organisatie zich bij uitstek voor zogeheten ‘brainstorm-‘ of ‘heidesessies’.

Een opvallende groep die al enige jaren van de NJHC-faciliteiten gebruik maakt, is Artsen Zonder Grenzen. Voor cursussen en trainingen reist men geregeld af naar De Grote Beer te Apeldoorn, waar vooral het grote grondgebied van deze herberg intensief wordt gebruikt. Schilte: 'Toevallig ben ik onlangs eens wezen kijken bij zo'n training. Men bekwaamde er zich onder meer in het opzetten van tenten en het slaan van waterputten. Fantastisch dat we voor zo'n groep het oefenterrein bij uitstek kunnen bieden. Het gaat bij de zakelijke markt overigens niet alleen om de groepen voor wie wat minder budget beschikbaar is. Zo af en toe boeken we ook organisaties als de Rotary of de Lions. Maar een eventuele uitbreiding van de zakelijke markt mag nooit ten koste gaan van onze trouwste gasten.'

Groei

Momenteel zijn er 33 NJHC-herbergen in Nederland, waarvan er 27 eigendom zijn van de Stichting Nederlandse Jeugdherberg Centrale. De andere zes zijn in handen van franchisenemers. Wat Karina Schilte betreft mag het aantal vestigingen omhoog, maar dan wel via nieuw eigen bezit. 'Niets ten nadele van de huidige franchisenemers; laat dat duidelijk zijn. Over hen zijn we heel tevreden. Maar ons beleid voor de toekomst is toch echt gericht op aankoop. We moeten het hebben van de kwantiteit: 900.000 overnachtingen per jaar is niet niks, maar de markt is nog niet verzadigd.

'We zijn de grootste budget-logiesverstrekker in Nederland. We hebben de behoefte om ons op dat gebied nog meer te profileren, vooral richting de Nederlandse markt. Zestig procent van onze gasten komt vanuit het buitenland, vooral natuurlijk via de International Youth Hostel Federation. De binnenlandse aandacht mag wat ons betreft best nog wat groter worden. Waar mogelijkheden zijn, willen we zeker groeien. Niet puur omdat we per se moeten groeien, maar vooral omdat we geen kansen aan onze neus voorbij willen zien gaan.

'Kijk nu eens naar Amsterdam. In de twee hostels die we daar hebben, is het altijd druk. Er moeten daar heel wat mensen worden teleurgesteld. Over het hele jaar gezien hebben we een bezettingsgraad van tussen de 95 en 100 procent. Dat is echt héél hoog. We zijn dus ijverig op zoek naar een extra locatie, en die hebben we inmiddels op het oog. In de oude Amsterdamse houthavens wordt binnenkort een nieuwe woonwijk gebouwd; op de kop daarvan zouden we heel graag een nieuw hostel bouwen met 450 bedden; bijna net zo veel als in ons grootste hostel in het Vondelpark.

'Duur? Ja, als het allemaal doorgaat kost dat zo'n dertig miljoen gulden, waarvoor we het nodige zullen moeten lenen. Voor de banken staat daar echter heel wat tegenover: een goedlopend product; een uitstekende solvabiliteit; een aantal eigen NHJC-hostels als onderpand... Dus het moet kunnen om deze wens werkelijkheid te laten worden. En dan meteen ook maar die andere wens: een nieuwe vestiging op Texel, ter vervanging van een ouder pand.

'We investeren heel actief, en niet alleen in uitbreiding. Dan denk ik bijvoorbeeld aan mensen die we proberen een zo goed mogelijke opleiding te geven, of aan verdere professionalisering, want we zijn bijvoorbeeld bezig met het voldoen aan ISO-standaarden. Onze aandacht gaat ook uit naar automatisering en e-commerce. Het is de bedoeling dat we straks een geölied reserveringssysteem hebben dat naadloos aansluit op het internationale systeem van de IYHF. Daarnaast proberen we onze beddencapaciteit te optimaliseren. Dat betekent dat er steeds meer grote slaapkamers worden opgedeeld in kleinere eenheden; elk met eigen douche en toilet, passend bij de geest van deze tijd.'

Imagoveranderingen, zakelijke markten en investeringen ten spijt, als het aan Karina Schilte ligt, zal de aparte sfeer die de Nederlandse jeugdherbergen door de jaren heen zo heeft gekenmerkt,nooit verdwijnen. 'Daar waken we voor. Onze hostels - hoe ze in de toekomst ook mogen gaan heten - moeten veillige, gezellige en intercultureel boeiende overnachtingsadressen blijven.'

NJHC Nederland
Aantal hostels: 33
Aantal restaurants: 33
Totaal aantal zalen: 70
Totaal aantal kamers: ruim 800, met in totaal 4995 bedden
Bezetttingsgraad: 49,4%
Omzet totaal: 53 miljoen
Omzet restaurants en zalen: 25 miljoen
Aantal personeelsleden: 1250 (FTE: 420)

 

Aanslagen VS: méér boekingen

De NJHC-herbergen in Nederland hebben na de aanslagen in de Verenigde Staten (11 september) meer boekingen gehad dan normaal. En vooral van... Amerikaanse jongeren. 'Na de eerste berichten hielden we rekening met een omzetdaling, maar dat pakte dus heel anders uit,' vertelt NJHC-directeur Karina Schilte. 'We kunnen daarvoor twee redenen aanwijzen. De eerste - en dat is meer een gevoel dan dat we daarvoor harde bewijzen hebben - is dat jongeren zich over het algemeen minder snel overgeven aan angstgevoelens naar aanleiding van dergelijke gebeurtenissen. De tweede bleek uit een klein eigen onderzoek: de Amerikaanse jongeren kwamen juist naar het "relaxte" Amsterdam om even weg te zijn van de zenuwachtige situatie in eigen land.’

Wat ook meespeelt, volgens Schilte: de NJHC-hostels zijn voor hun omzet niet al te zeer afhankelijk van het internationale vliegverkeer. De Duitse markt is het belangrijkst, en de Duitse gasten komen gewoon met de trein en de auto.

HM302001

Overig nieuws