Effecten van economische achteruitgang: Hoteliers laten zich niet de put in praten

Auteur: Redactie
Economie Ondernemen 24 december 2002
Effecten van economische achteruitgang: Hoteliers laten zich niet de put in praten

Er mogen beurzen instorten, boekhoudaffaires aan het licht komen of verregaande overheidsbezuinigingen worden aangekondigd, de gemiddelde hôtelier in Nederland weigert om zichzelf de put in te laten praten. Op de drempel van 2003 vroegen wij hoteleigenaren naar hun toekomstverwachtingen in het licht van de economische terugval. Weliswaar houdt ruim zestig procent rekening met mindere tijden, toch ondervindt maar liefst 84 procent slechts enigszins of zelfs helemaal geen hinder. En meer dan 80 procent rekent op gelijkblijvende of zelfs stijgende omzet. Hoezo depressie?

Op de vraag of hotels net als veel andere bedrijven last ondervinden van de huidige economische teruggang, antwoordde 34 procent van de hôteliers volmondig “nee”. Precies de helft ondervindt enigszins hinder en slechts 16 procent in sterke mate. Misschien hebben deze toch redelijk positieve cijfers wel te maken met een goede voorbereiding op mindere tijden, want meer dan zestig procent zegt daarvoor de nodige voorzorgsmaatregelen te hebben genomen.

‘Die voorzorgsmaatregelen zijn zeker aanwezig: de bedrijfstak is meer gebruik gaan maken van flexibele managementmogelijkheden,’ zegt Hans Kennedie, directeur van Golden Tulip World Wide. ‘Iedereen heeft met terugval te maken, dat kan je niet ontkennen. Als de hele wereld het zegt, is het ook in de hotels te merken. We hebben geen recordjaar zoals in 2001. Ik hoor over RevPAR-teruggangen van 20 procent. Je ziet overigens een groot verschil tussen centrum Amsterdam, waar het naar verhouding nog heel goed gaat, en rest van Nederland. Wij zijn zelf best tevreden, want in 2002 hebben 5 procent verbetering geboekt. Dat komt vooral doordat we intensief met e-commerce werken. Dat moet de hele branche doen, anders laat je veel omzet liggen.’

John Moreu, voorzitter van het samenwerkingsverband Holland Hotels Hartverwarmend, denkt dat 80 procent inderdaad geen negatieve effecten ondervindt. ‘Er is zelfs sprake van een seizoensverlenging. Maar wij zitten natuurlijk primair in de toeristenmarkt. De hotels die in de zakelijke markt zitten, ervaren wel een effect. Op dit moment maken ze zich echter (nog) geen zorgen. Ook wij hebben voorzorgsmaatregelen genomen, bijvoorbeeld door nog eens kritisch naar de kosten te kijken en een inkoopcombinatie aan te gaan. Dat helpt zeker om ons niet al te druk te hoeven maken.’

‘Uit de reacties kun je concluderen dat de branche goed bezig is,’ vindt Hans Kersten, voorzitter van de Branchegroep Horeca, Recreatie en Cultuur van Deloitte & Touche. ‘Wanneer je je realiseert dat er de afgelopen jaren grote stijgingen waren en nu niet meer, is er weliswaar sprake van een dalende trend, maar niet van een absolute daling. Daardoor heeft men er geen last van.’

Investeringen

De eurodubbeltjes worden wel met zorg bekeken voor ze worden uitgegeven. Dat mag ook wel, want de antwoorden komen grif los wanneer wordt gevraagd welke kosten sterk zijn gestegen. Vooral personeelslasten, inkoop, huisvestings- en energiekosten drukken zwaarder op de begroting. Misschien dat daarom wel bijna 30 procent van de hoteleigenaren zich nog eens stevig achter de oren krabt over nieuwe investeringen. De rest – en dat is toch de meerderheid – laat zich bij investeringsplannen niet of nauwelijks beïnvloeden door de tanende economie.

Hans Poortvliet, directeur van de Hospitality Sales & Marketing Association International (HSMAI), is blij met de intentie van de hôteliers: ‘Bij ons eigen eindejaarsdebat was de conclusie ook dat men absoluut niet somber naar de toekomst kijkt. Wel kritisch, maar men laat zich inderdaad niet in de put praten. Er is echter een groot verschil tussen wat mensen zeggen en wat ze uiteindelijk doen. Als het waar is wat men heeft geantwoord, hoop ik dat de hoteleigenaren dat ook invullen. Ik heb overigens niet de indruk dat de hotelbranche iets anders doet positief vooruitkijken. Men gaat door, zij het hier en daar in wat afgeslankte vorm.’

‘Wil je ook in een neergaande markt een rol spelen, dan moet je blijven investeren,’ weet Hans Kersten (Deloitte & Touche). ‘Maar dat kan ook: de markt manifesteert zich door afnemende groei, dus is er nog steeds ruimte voor investeringen.’

‘Uiteraard beïnvloeden externe factoren en in het bijzonder de economische vooruitzichten de besluitvorming van ondernemers,’ zegt prof.dr. F. Go van de Vakgroep Marketing Management van de Erasmus Universiteit Rotterdam. ‘Het optimisme en pessimisme zullen echter per regio verschillen. Verder wordt de besluitvorming beïnvloed door interne factoren zoals productontwikkeling, overnames en herstructurering.’

Concurrentiepositie

Bijzonder positief ten opzichte van de rest van het bedrijfsleven is dat hôteliers in grote meerderheid het idee hebben dat hun concurrentiepositie in 2002 in vergelijking tot 2001 niet is verslechterd. Maar liefst 89 procent zegt dat deze positie gelijk is gebleven of zelfs is verbeterd.

Hans Kennedie (Golden Tulip): ‘Als je onder druk staat, gaat de vraag naar beneden. Wanneer je dan toch je aandeel wil verhogen, moet je de business van je concurrent naar je toe trekken, wie die concurrent dan ook is. Daarvoor moet je goed omgaan met marketing- en prijs-tools. Degenen die in dit onderzoek ondervraagd zijn, zullen vast deel uitmaken van een goede brandorganisatie en zich gesterkt voelen.’

‘De concurrentiepositie is moeilijk te beoordelen,’ zegt Hans Poortvliet (HSMAI). ‘Uit andere sectoren hoor je mindere geluiden, dus deze resultaten zijn opzienbarend. Ik vraag me oprecht af of hotels nu een betere marktpositie hebben. Ze zijn immers van andere sectoren afhankelijk als het om hun omzet gaat. Deze bedrijfstak is bij uitstek economiegevoelig.’

Moreu (Holland Hotels): ‘Ook onze positie is zeker niet verslechterd. De aangesloten hotels zijn tot dusverre tevreden over de ontwikkelingen, zeker in het licht van de economische achteruitgang.’

Arbeidsmarkt

Over de arbeidsmarkt mag de hotelbranche ook niet klagen. Met dank aan een toenemende werkeloosheid blijkt het steeds makkelijker om personeel te vinden. Bijna 40 procent vindt de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt zelfs uitgesproken gunstig. Tweederde van de ondervraagden heeft dan ook weinig of geen moeite om personeelaan te trekken.

John Moreu (Holland Hotels): ‘Ik herken dit wel. Bij vier- en vijfsterrenhotels praat je over andere personeelsbestanden. Wij zitten in de driesterrenhotels, en dan heb je het over heel ander personeelsbeleid, met veel parttimefuncties. Daarom ondervinden wij iets minder effect van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Maar veel andere branches zullen de gang van zaken als gunstig beoordelen.”

Hans Kersten (Deloitte & Touche) kan zich de opluchting in de hotellerie goed voorstellen. ‘Na 2000 en 2001, waarin een enorme krapte was, is het ineens hard gegaan met het personele aanbod. Ook de horecabranche wordt weer interessant voor mensen die elders niet aan de bak komen.’

‘Je moet bij het aannemen van personeel altijd kritisch zijn,’ vindt prof. Go (Erasmus Universiteit). ‘Het zal duidelijk zijn dat de ruimere arbeidsmarkt samenhangt met de economische cyclus. De uitdaging is veeleer de loyaliteit van het personeel met betere arbeidskwaliteit te bevorderen.’

Positieve verwachtingen

De toekomst op zakelijk gebied wordt door de geënquêteerde hôteliers met vertrouwen tegemoet gezien. Als het gaat over de verwachtingen voor 2003, staat 35 procent daar neutraal tegenover, terwijl 51 procent zelfs heel positief naar het komend jaar kijkt. Dat blijkt ook wel uit de omzetverwachtingen, gezien in het licht van de economische situatie. Voor F&B verwacht 76 procent een gelijkblijvende of stijgende omzet, voor de hotelkamers verwacht zelfs 82 procent dat. In beide gevallen heeft ongeveer 11 procent geen mening, zodat het aantal “zwartkijkers” blijft steken bij respectievelijk 12 en 8 procent. De kamerprijzen gaan dan ook meestal omhoog (51 procent) of blijven gelijk (39 procent).

‘Ik hoop dat ze gelijk krijgen,’ zegt Hans Kersten (Deloitte & Touche) gemeend, ‘maar met name in de zakelijke markt moet men ermee rekening houden dat veel bedrijven aan kostenbesparingen hebben gedaan en nog doen. Of dat betekent dat er minder omzet komt, weet ik niet, en of de rek eruit is, zal de tijd leren. Maar ik ben dus wat minder optimistisch. En wat de prijzen betreft: verhogingen van de kostprijzen moet je altijd doorberekenen: beter steeds kleine aanpassingen dan ineens een grote.’

Professor Go (Erasmus Universiteit): ‘Ondernemers kampen met stijgende kosten die ze zullen doorberekenen aan hun gasten. Ze zullen prijzen verhogen of stabiliseren. Ik verwacht echter dat – mede als gevolg van de effecten van inflatie – de winstmarge meest stabiel zal blijven.’

Hans Kennedie (Golden Tulip) vindt dat het in 2003 goed gaat in de hotelbranche wanneer men gelijke tred houdt ten opzichte van 2002. ‘De algemene economische verwachtingen behelzen een herstel voor het 3e en 4e kwartaal, maar niet eerder. Vooral in de zakelijke markt moet men rekening houden met een afname van het relatieve aandeel ten opzichte van de toeristische markt.’

Hans Poortvliet (HSMAI): ‘Er zal veel afhangen van wat er straks in Irak gaat gebeuren. Een eventuele oorlog daar kan voor een domper zorgen. Men heeft wel geleerd van 10 jaar terug, maar als er minder wordt gevlogen of gereisd, doe je daar niet veel aan. Dat geldt natuurlijk voor elke sector. Wat overheerst is echter een plezierig gevoel, want de branche heeft zich in het verleden wel eens negatiever uitgelaten. Of men er verstandig aan doet de kamerprijzen te verhogen, hangt van het percentage af, en van de inflatie. Je moet dat in de juiste perspectieven plaatsen. Een inflatiecorrectie moet altijd kunnen, maar hopelijk grijpt men verder niet terug op hoe er in het verleden is verhoogd.’

‘Bij ons gaan de prijzen iets omhoog,’ zegt Moreu (Holland Hotels), ‘maar bescheiden, iets in de orde van inflatiecorrectie. De positieve verwachtingen deel ik omdat wij vooral in de toeristische markt zitten. Nederlanders en Duitsers snijden niet snel in hun vakanties, zo blijkt uit onderzoek. Dat geeft ons een sterke positie.’

Hotel Continu Onderzoek

Dit onderzoek is het twaalfde in een reeks. De initiatiefnemers van het Hotel Continu Onderzoek zijn de branchegroep Horeca, Recreatie & Cultuur van Deloitte & Touche en Hospitality Management. Eerder werden deze thema's behandeld: e-commerce; gemeentebeleid; strategische planning; financieel management; kwaliteit; personeel; externe adviseurs; marketingdistributiekanalen; hotelleveranciers; verkoop van hotels; gastvrijheid. Het onderzoek bestrijkt alle typen hotels. Het veldwerk voor het onderzoek naar effecten van economische achteruitgang werd verricht in november 2002 door DUO Market Research in Utrecht.

Kansen en bedreigingen

Twee vragen van dit twaalfde Hotel Continu Onderzoek waren niet in statistieken te vangen: Waar liggen de kansen en waar liggen de bedreigingen voor het komend jaar? Een bloemlezing uit de meest uiteenlopende reacties.

Kansen: ‘Geen nonsens, gewoon doen wat de mensen vragen’, ‘Er zijn best veel markten aan te boren’, ‘Beter weer en meer promotie vanuit de regionale VVV’s’, De kansen liggen in het restaurant’, ‘In de lokale zakenmarkt’, ‘In rap tempo een netsite uitgeven’, ‘Op de kurenmarkt’, ‘In de leisure-markt’, ‘Op de straat’, ‘Over de hele linie’, ‘Helemaal geen kansen meer, want we stoppen ermee; we kunnen het niet bolwerken’.

Bedreigingen: ‘Als de gasten wegblijven in verband met te weinig parkeerplaatsen’, ‘Als er een aanslag zou komen’, ‘Afnemen van toerisme in Amsterdam vanwege de euro’, ‘Belastingverhoging’, ‘Concurrentie van andere hotels’, ‘De economie’ (het meest genoemd), ‘In het restaurant’, ‘De wet- en regelgeving’, ‘Slechte weersverwachtingen’, ‘Het tegenovergestelde van de vorige vraag’.

HM302002

Overig nieuws