Huurovereenkomsten en opdringerige filmploegen

Auteur: Redactie
Wet- en regelgeving 10 juni 1998
Huurovereenkomsten en opdringerige filmploegen

Horecaondernemers hebben - vermoedelijk vaker dan ze lief is - met juridische problemen te maken. De praktijk leert dat bij het sluiten en beëindigen van huurovereenkomsten veel onnodige fouten worden gemaakt. Meestal is de ingewik­keldheid van, en de onbe­kend­heid met het huurrecht hier­van de oor­zaak. En tegenwoordig laten veel ondernemers zich verrassen door cameraploegen die de problemen van gasten even komen 'oplos­sen'. Menig hôtelier kent wat dat betreft zijn rechten niet.

Veel horecaondernemers zijn geen eigenaar van het pand waarin zij hun horecabedrijf exploiteren. Een ondernemer moet zich er goed van bewust zijn dat voor huur- en pachtover­een­kom­sten speciale regels gelden. Ver­huurder en huur­der ont­le­nen aan deze rege­ls rech­ten waar­van in een over­een­komst soms niet mag worden afge­we­ken. E­en bepa­ling in een huur­over­een­komst die in strijd is met zo'n dwingende rege­l is in princi­pe nie­tig; ook als de huurder en de ver­huur­der on­der het huurcontract een handte­kening heb­ben ge­zet.

1. De huurovereenkomst duurt in beginsel minimaal vijf jaar, ten­zij een huurtermijn van twee jaar of korter is overeen­gekomen. Indien het genot langer dan twee jaar heeft ge­duurd, geldt van rechtswege een overeenkomst voor vijf jaar waarop de al verstreken twee jaar in mindering wordt gebracht. Voor een huurtermijn korter dan vijf jaar, maar langer dan twee jaar, is toestemming van de kantonrechter nodig. Zonder deze toestemming wordt een overeenkomst voor de duur van bijvoorbeeld drie jaar van rechtswege verlengd tot een periode van vijf jaar. Na de eerste periode van vijf jaar wordt de over­eenkomst in be­gin­sel automatisch verlengd met weer vijf jaar.

2. De over­een­komst wordt niet verlengd indien de huurder de over­een­komst rechtsgeldig opzegt. Uit­gezon­derd het geval dat de huur­der met de op­zegging akkoord gaat, kan de ver­huur­der de huur­over­een­komst na vijf jaar alleen opzeggen in een beperkt aantal in de wet genoemde gevallen. Na een huurpe­riode van tien jaar heeft de ver­huurder meer mogelijk­heden de overeen­komst op te zeggen.

3. De wet schrijft precies voor hoe een huurovereenkomst moet wor­den opgezegd. Voor een huurder gelden andere opzeggings­voorschrif­ten dan voor een verhuurder. Voor beiden geldt dat de huurovereen­komst bij deurwaardersexploit of bij aan­geteken­de brief moet wor­den opgezegd met inacht­neming van een opzegtermijn van ten minste één jaar. Indien de huur­overeenkomst in strijd met de wet is opge­zegd, kan de rech­ter deze opzegging on­geldig verklaren. Van een beëindiging van de overeenkomst is dan geen sprake.

Indien de overeenkomst door de verhuurder is opgezegd, be­te­kent dit nog niet automatisch dat de huurovereenkomst ein­digt. Na de opzegging moet de verhuurder de rechter ver­zoeken een tijdstip vast te stellen waarop de over­eenkomst zal eindigen. Bij de be­oor­deling van het beëindigingsverzoek zal de rechter onder ande­re moeten beoordelen of de opzegging vol­doet aan alle daaraan in de wet gestelde ei­sen. De tussen­komst van de rechter is niet nodig in­dien de huurder met de opzegging ak­koord is, of indien de huur­over­eenkomst rechtsgeldig door de huurder zelf is opgezegd.

4. Verhuurder en huurder kunnen in de overeenkomst een huur­prijs afspreken die zij zelf wen­sen. Indien tussentijds over een nieu­we huur­prijs geen overeen­stemming wordt bereikt, geeft de wet een beperkt aantal mo­gelijk­heden de huur­prijs nader door de rechter te laten vast­stel­len. De hoofdregel hierbij is, dat de rechter gedurende de eer­ste looptijd van vijf jaar van de huurovereenkomst niet kan ingrijpen in de huurprijs die door de partijen is afgesproken.

Wetsontwerp

Op dit moment behandelt de Tweede Kamer een wetsontwerp dat tot doel heeft het huurrecht voor bedrijfsruimten ingrijpend te veran­deren. Het is op dit moment nog niet bekend hoe deze nieuwe wet er precies uit zal zien en wanneer deze wet in werking zal treden. Desalniet­temin is het van belang zich te realiseren, dat een wets­wijziging op komst is, omdat de nieuwe wet te zijner tijd vermoede­lijk gro­tendeels onmiddellijk in werking zal treden. Gevolg hier­van is, dat de nieuwe regels meteen van toepassing zullen zijn. Ook op de al bestaande huurovereenkomsten.

Camera's

Op televisie zijn met regelmaat programma's te zien waarin 'journalisten', vergezeld van een cameraploeg, onaangekondigd bij bedrij­ven op de stoep staan. Zij komen een probleem onder het oog van de camera 'uit de wereld helpen'. De tv-mensen laten graag de ver­warring zien die bij veel directeuren, managers en ambtenaren ontstaat als zij voor de lens van een camera middels lastige en listige vragen 'ter verantwoording worden geroepen'. Indien u met een dergelijke situatie geconfron­teerd wordt, is het belangrijk te weten wat uw rechten zijn en hoe u moet handelen.

Allereerst kunt u (zolang u geen overheidsinstelling bent) een cameraploeg de toegang tot uw bedrijf ontzeggen. In de praktijk kost dat meestal de nodige moeite, wat uiteraard door de camera's wordt opgenomen. De vraag is dan ook wat u tegen het fil­men kunt ondernemen.

Iedereen heeft op grond van het auteursrecht het recht om publica­tie van zijn (gefotografeerd of gefilmd) portret te verbieden. Daarnaast bestaat er in beginsel een recht op privacy voor zowel mensen als onderne­mingen. Tegen­over het priva­cy- en het portret­recht staan het recht op vrije nieuwsgaring en het recht op vrij­heid van meningsuiting. Inbreuken op het privacy- en portretrecht zijn alleen toegestaan als het in het algemeen belang is, dat een bepaalde zaak in de openbaarheid komt. Deze inbreuken mogen ech­ter niet ver­der gaan dan strikt noodzakelijk is.

Indien u van mening bent, dat de klachten niet publiekelijk be­sproken ­hoeven te worden, dan kunt u de cameraploeg in beginsel ver­bie­den in uw bedrijf te filmen. U kunt tevens verbieden dat de al opgeno­men beel­den worden uitgezonden. Eén en ander onder drei­ging van een kort geding. Worden de beelden toch uitgezonden, dan is de betreffende omroep in beginsel scha­deplich­tig, mits u kunt aantonen dat u schade heb­t geleden. Indien u de cameraploeg niet te woord wilt staan, kunt u het beste op de volgende manier handelen. 1. Onmiddellijk tegen de cameraploeg zeggen, dat ze geen toe­stem­ming hebben om te filmen/fotograferen, en dat uitzen­ding dan wel publi­catie van het al gefilmde/gefotografeerde niet is toege­staan. 2. Niemand moet met de cameraploeg praten voordat de came­ra uit is. 3. Zodra de camera uit is, kunt u tegen de cameraploeg zeggen, dat uw pand onmiddellijk moet worden verlaten. Indien geen aanstal­ten tot vertrek wordt gemaakt, kan de politie gebeld worden. 4. Het is van belang dat uw personeel goed geïnstrueerd is. Indien u regelmatig met camera's of journalisten geconfronteerd wordt, is het raadzaam in uw bedrijf één of twee per­so­nen als vas­te woordvoerder(s) aan te wijzen. Op die manier kan een professioneel tegenwicht worden geboden aan te opdringerige filmploegen.

Auteur: Mr. G. J. K. Elsen 

HM30JAAR HM301998

 

Overig nieuws