Stabiel de volgende eeuw in

Auteur: Redactie
Hotelketens 11 juni 1999
Stabiel de volgende eeuw in

Berlijn is momenteel een bouwput. De stad maakt zich op om - met een herboren Reichstag - de 21e eeuw in te gaan als centrum van Noord-, Midden- en Oost-Europa. Rome zucht onder een ongekende renovatiewoede. De eeuwige stad bereidt zich voor op een stormloop van mil­joenen millenniumpelgrims. Utrecht, de stad waar Nederland begonnen is, heeft het 'Utrecht City Project' nog in de la liggen, maar de realisatie van 'Hoogwaardig Openbaar Vervoer' is begonnen en doet menig Utrechter de schrik om het hart slaan. Een enkeling maakt zich ook zorgen over het Maliehotel. Dat vertrouwde monumentje schudt op zijn grondvesten omwille van een extra verdieping met een Parijse kap.

De vorige keer hebben we het over een landgoedhotel gehad; nu een stadshotel. En wat voor een stad! In Utrecht is Nederland geboren en herboren (1579 en 1795). De stad heeft een Ro­meinse oorsprong (Traiectum) en een mooie Middeleeuwse kern. In de fraaiste en duurste wijk van Utrecht - rond de Maliebaan - ligt het Maliehotel. Over een voorsprong gesproken...

Maar dan moet zo'n gebouw wel overleven natuurlijk, en daar zag het even niet naar uit. Het pand begon zijn hotelbestaan als Hotel Hes (1946). In 1970 kocht de hôtelier (Hes) een aanpa­lend gebouw; vervolgens liet hij de kelders uitgraven tot onder de fundering. Toen allengs zichtbaar werd dat diverse muren op instorten stonden, liet hij wat extra metselwerk verrich­ten, in de hoop dat daarmee het euvel verholpen kon worden.

De gammele staat van het hotel kwam pas aan het licht toen de huidige eigenaar, Eric van Driel, 'de hoogte in wilde', want het hotel zat, qua capaciteit, aan het plafond. Een extra, broodnodige etage dus. De ingehuurde bouwkundige vond alles best, mits hij eerst naar de kelder mocht om dertig palen te heien.

Verlegen mensen

Dat zo'n operatie veel geld zou gaan kosten, stond als een paal boven water. 'Omdat het zo duur zou worden, gingen we ons afvragen of we die kelderruimte niet konden uitbaten,' vertelt Eric van Driel. 'We besloten om er een souterrain met acht kamers van te maken. (Van Driel pakt de maquette erbij.) De gasten zullen straks nauwelijks beseffen dat ze in een souterrain zitten, want het daglicht krijgt onbeperkt toegang. We hadden in die ruimte van 20 bij 20 ook drie zalen kunnen situeren, maar voor de exploitatie daarvan is het hotel te klein, en we doen verder niets met betrekking tot zalen. We hebben wel een nijpend gebrek aan kamers. Al ja­renlang hebben we 85 procent bezetting. We moeten continu nee verkopen.'

Maar hoe hei je palen onder een bestaand gebouw? Sleuven in de muren hakken; palen van een meter met een klein heiblok naar beneden stampen; telkens een meter erbovenop; zo ze­ven meter naar beneden. Plus nog wat meer 'ellende' natuurlijk, want we praten over circa twee miljoen gulden. Van Driel: 'We hadden 29 kamers; we willen toe naar 45 à 50. Dat maakt het hotel makkelijker te exploiteren en - later eventueel - makkelijker te verkopen aan een keten.' Voorlopig denkt Van Driel er niet aan om het hotel van de hand te doen. 'We zul­len de eerstkomende vijf jaar heel hard moeten werken om deze investering terug te verdie­nen.'

Toen hij in 1985, samen met zijn vrouw Laura, het naar eigen zeggen 'snode plan' opvatte om een hotelbedrijf te beginnen, had hij dit soort toestanden uiteraard niet ingecalculeerd. In eer­ste instantie zocht Van Driel in Amsterdam, zijn plaats van herkomst, maar al snel kwam hij in Utrecht terecht. Een vriend met wie hij in de Domstad een 'fast-food-zaak' wilde beginnen, attendeerde hem op Hotel Hes aan de Maliestraat. Dat hotel telde toen 17 kamers. Van Driel: 'Op de begane grond bevonden zich zaaltjes waarvan onder andere de plaatselijke postzegelclub en de Club voor Verle­gen Mensen gebruik maakten. Ik vond dat vreselijk. In twee jaar tijd hebben we de  zaak ingrijpend verbouwd: extra kamers op de parterre; weg met de zaaltjes.'

Vergunning

Tel daarbij op de renovatie van vier jaar geleden. We mogen gerust stellen dat dit pand een bewogen geschiedenis kent. Nu moet het gestabiliseerd worden teneinde er een etage op te kunnen zetten. Als we de bouwkundige perikelen even vergeten, klinkt het toch nog eenvoudiger dan het was. De Gemeente moest immers ook nog haar fiat geven, en dat had nogal wat voeten in aarde. Een slepende discussie; ruzie; dreigementen. Zonder uitbreidingsmogelijkheden zou Van Driel de hoteldeuren sluiten. Als wat zouden ze weer open gaan? Bordeeldeuren?Diverse architecten waren al afgehaakt omdat zij niet geloofden dat de Gemeente ooit overstag zou gaan. Het kleine Utrechtse architectenbureau Paulus van Vliet kwam evenwel - op een 'no cure, no pay' basis - met een stijlvol ontwerp. De Parijse dakvorm wist de Vroede Vaderen en de Welstandscommissie vrij snel te vermurwen. Medio 1998 kwam de toestemming; in maart 1999 begon de bouw.

Nou ja, eerst die kelder dus. Voor de bouw van het souterrain moest er beneden het grondwaterniveau gegraven worden. Dat betekende dat er tien bronnen rondom het hotel geslagen moesten worden waar per uur honderd kubieke meter water uit gepompt zal worden. Dat schone, heldere water mag voor zeventien cent per kubieke meter in het riool geloosd worden.

Nogmaals, een hoop kosten, maar Van Driel moet wel. 'Met ons huidige aanbod van 29 kamers hoef je bij de grote bedrijven niet meer aan te kloppen,' beweert hij. 'Terwijl wij ons wel degelijk op de zakelijke markt richten, ook al hebben we geen vergadercapaciteit. Omdat we een klein hotel zijn, besteden we uitermate veel zorg aan het facet persoonlijke aandacht. Ons motto luidt: "Small enough to care." Mede daardoor hebben we veel vaste gasten. De universiteit en de congressen zorgen ervoor dat we continu met een hoge bezetting draaien.'

Ouderwetse sleutels

Het Maliehotel is overigens niet te klein voor technische innovatie. Het hele gebouw wordt voorzien van airconditioning; alle bekabelingen voor de tv's en telefoons worden vernieuwd; er komt een pay-tv systeem dat interactief gestuurd wordt. 'Normaal is zo'n interactief systeem pas rendabel te maken voor een hotel van minimaal honderd kamers', aldus Van Driel, 'maar wij hebben iemand gevonden die dit systeem van Grundig graag bij ons wil plaatsen tegen een geringe financiële bijdrage van onze kant. Een Internetaansluiting op elke kamer vinden we daarentegen nog te kostbaar, mede omdat onze gasten geen signalen in die richting hebben gegeven. We hebben wel een paar modems die we ter beschikking stellen. Bovendien hebben we op iedere kamer twee telefoons: één bij het bed en één op het bureau. En twee stopcontacten per bureau, met ISDN natuurlijk.'

 

Tabbladen; een potlood; een gummetje. Ziehier de administratie van een viersterrenhotel. Van Driel: 'Dat gaat nog met 29 kamers; met 45 niet meer. We zijn nu bezig met het installeren van nieuwe hard- en software.'

Deurpasjes met chips of magneetstrippen? Van Driel schudt zijn hoofd. 'Uit een enquête die we onlangs gehouden hebben, kwam naar voren dat de meeste gasten verknocht zijn aan die ouderwetse sleutel-met-bal. Het voortdurend aanmaken van nieuwe pasjes is bovendien een kostbare aangelegenheid. Ik verbaas me er weleens over dat collega's bezuinigen op de zeepjes, maar even zo vrolijk een gulden per pasje uitgeven.'

Kunstwerk

Van Driel is wellicht een man van de oude stempel. Hij houdt in ieder geval van kwaliteit: 'Het is vanzelfsprekend dat op een hotelkamer een heel goed bed staat, en dat de kamer schoon en fris is, maar er moet ook een echt kunstwerk hangen, niet zo'n verschrikkelijke poster. Een minibar vind ik flauwekul van hier tot ginder. Zo'n ding maakt altijd herrie en je loopt als gast het risico dat een ander iets vervelends of crimineels met de flesjes gedaan heeft. Bovendien is de inhoud driemaal te duur. En bij het uitchecken ontstaat niet zelden een welles-nietes vertoning. Wij hebben een bar die open is van 's middags twee uur totdat de laatste gast naar bed gaat.'

Niet iedere hôtelier zal dezelfde mening toegedaan zijn over posters en minibars, maar men werkt in Utrecht wel eendrachtig samen teneinde meer toeristen naar Traiectum ad Rhenum, de Oude Bisschopsstad, de Domstad, of gewoon Utrecht te krijgen. Het Maliehotel is lid van de stichting HOST, een overlegorgaan van veertien hotels. Ongenoegen over de promotie van de stad lag aan de basis van deze stichting. Van Driel: 'Er werd destijds veel meer geld gestoken in het particuliere toerisme dan in het zakelijke toerisme, terwijl Utrecht juist op de zakelijke markt heel sterk is. Er is verbetering gekomen in de allocatie van promotiegeld, en tegenwoordig fungeert de VVV, tijdens congressen, als ons gezamenlijke boekingsbureau.'

Voor die congresgangers zal straks het Maliehotel aantrekkelijker en mooier dan ooit zijn.

Auteur: Jason van de Veltmaete

HM30JAAR HM301999

Overig nieuws