Barbara Baarsma: "Amsterdamse hotels moeten serieus nadenken over transformatie"

Auteur: Thijs Jacobs
Economie 25 september 2020
Barbara Baarsma: "Amsterdamse hotels moeten serieus nadenken over transformatie"

Barbara Baarsma is econome en directievoorzitter van Rabobank Amsterdam. Bovendien is zij hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam. Naast haar werk bij de Rabobank is Barbara Baarsma hoogleraar toegepaste economie aan de Universiteit van Amsterdam. Ook is zij voorzitter van de Bankraad van DNB en lid van de Monitoringcommissie Corporate Governance, het Nederlands Comité voor Ondernemerschap en de Raad van Advies van de Taskforce Korte Ketens. Van april 2012 tot en de zomer van 2019 was zij Kroonlid bij de Sociaal Economische Raad (SER). Wie anders dan Baarsma kan ons vertellen wanneer de gitzwarte wolken, die zich samenpakken boven de hotelbranche, voorbijtrekken. Op verzoek van gasthoofdredacteur Roberto Payer, die lid is van de ledenraad van Rabobank Amsterdam, bevragen wij haar over de toekomst van de hotellerie, en met name die in Amsterdam.

“Laat ik vooropstellen dat de hotellerie ongelofelijk hard is geraakt door de maatregelen die in het leven zijn geroepen om de verdere verspreiding van het coronavirus tegen te gaan”, vertelt Baarsma. “Op dit moment zien we grote regionale verschillen, terwijl aan het begin van deze crisis de situatie door de lockdown vrijwel overal gelijk was binnen de branche. Sinds begin juni, toen de lockdown versoepelde, zijn de verschillen duidelijk zichtbaar geworden, waarbij Amsterdam en andere steden in de Randstad keihard worden getroffen, terwijl meer ‘vrijgelegen’ hotels aan de kust, in het oosten van het land, in Limburg en bijvoorbeeld op de Veluwe in juli en augustus soms alweer op ongeveer hetzelfde volume draaiden als vorig jaar. In de Randstad, en met name in Amsterdam, is de hotellerie nog niet bezig met herstel. De cijfers van het CBS onderstrepen dit: de Haarlemmermeer werd van alle regio’s economisch gezien het zwaarst getroffen, met een krimp in het tweede kwartaal ten opzichte van het eerste kwartaal van ruim 14 procent, gevolgd door Amsterdam met bijna 14 procent. Dat heeft allemaal te maken met internationaal toerisme en zakelijk verkeer. Ga maar eens na hoeveel beurzen, conferenties en vergaderingen er zijn weggevallen, events die normaalgesproken in Amsterdam plaats zouden vinden. Op het gebied van zakelijk verkeer verwachten we een zeer langzaam herstel, en zelfs een krimp, vanwege de opkomst van video-conferencing. Men ziet er nu de voordelen van en is eraan gewend geraakt.”

Overaanbod in Amsterdam

Op het vlak van leisure ziet Barbara wel degelijk positieve aanknopingspunten, zelfs in Amsterdam: “Leisure zal denk ik wel herstellen. Een regionale lockdown – zoals onlangs in Antwerpen – kan de omzet direct halveren. Als econoom ben ik daarom zeer voorzichtig met het doen van voorspellingen op dit moment; de situatie is té onvoorspelbaar. Op het vlak van binnenlands toerisme zien we al een mooi zomers herstel, maar wat gebeurt er in de herfst en in de winter?” Niet alleen de bezettingsgraad is in onze hoofdstad dramatisch gedaald, ook de kamerprijzen hebben een klap gekregen, aldus Baarsma: “De bezettingsgraad lag in Amsterdam onder de tien procent aan het begin van de lockdown en de kamerprijzen zijn met 30 tot 50 procent gedaald. Er zit een verbetering in op dit moment, omdat toeristen uit Groot-Brittannië, België, Duitsland en zelfs Italië ons langzamerhand weer weten te vinden, alhoewel de quarantainemaatregelen in Groot-Brittannië wel weer een groot aantal annuleringen hebben voortgebracht. Een andere reden dat de Amsterdamse horeca kwetsbaar is – dat geldt dus niet alleen voor de hotels, maar voor de horeca als geheel - is het overaanbod. Omdat nu vooral de lokale vraag bediend wordt vanwege het wegblijven van buitenlandse zakenreizigers en toeristen, dan zie je dat de overcapaciteit enorm is: in onze hoofdstad woont zo’n 5 procent van de Nederlandse bevolking, maar je vindt er 10 procent van de horeca in ons land. Dat is zeker een punt van aandacht, omdat een deel van de buitenlandse gasten – de zakelijke reizigers – na de crisis niet in dezelfde mate zal terugkomen.”

Toch hoeft er volgens de econome niet een zeis over het Amsterdamse hotelaanbod te gaan. “Grootschalige faillissementen kunnen voorkomen worden als er geen tweede pandemie en bijbehorende lockdown komt. Daarbij moet ik wel benadrukken dat het derde hulppakket daarin een grote rol speelt. Wanneer dat pakket wat ‘karig’ uitvalt, dan wordt het aantal faillissementen snel hoger. Ook zal een deel van de hotels zelf besluiten te stoppen. En ook verwacht ik dat gekozen wordt voor het herbestemmen van hotelvastgoed om de overcapaciteit af te bouwen. Dat biedt een oplossing voor andere vraagstukken, want er is een groot tekort aan studentenkamers en andere woningen. Daarnaast kun je denken aan andere herbestemmingen, zoals zorgvastgoed. Er zijn veel herbestemmingsmogelijkheden, dus ik verwacht dat hotelvastgoedeigenaren daar zeker naar kijken, ook in het geval van in aanbouw zijnde hotels.”

Waar let de bank op bij financiering in deze tijd?

De Amsterdamse hotellerie heeft gouden jaren gekend, is er dan geen buffer om deze crisis op te vangen? “Misschien zijn die resultaten gebruikt om dividend uit te keren, maar dat weet ik niet zeker, dus daar ga ik verder geen uitspraken over doen. Ik kan me wel indenken dat er veel geld is besteed aan duurzaamheid, kwaliteitsverbeteringen en een betere digitale ontsluiting. Dat zijn wel punten waar wij als bank kritisch naar kijken bij financiering, ook in deze tijd. We hebben feitelijk niets aangepast met betrekking tot het soort beoordelingscriteria van hotels, want we kijken nog steeds naar met name betalingscapaciteit en de houdbaarheid van het concept, waarbij locatie enorm belangrijk is - maar ook of de locatie past bij de beoogde doelgroep - en duurzaamheid. Dat laatste is echt geen ‘nice to have’ meer, maar een ‘need to have’, dus daar spreken we met hoteliers over. Waar we nog meer op letten bij kredietaanvragen? We kijken naar het management; is dat ervaren en past het bij de business? Ook kijken we naar de online propositie, en de ontwikkeling van de reviews, want die zijn ontzettend belangrijk. De aanwezigheid bij OTA’s is van belang, net als de zichtbaarheid van de boekingsmodule. Natuurlijk zijn al deze parameters op dit moment heel moeilijk in te schatten, zeker binnen de hotellerie. We kijken ook naar investeringsplannen, juist vanwege de eisen van de gast, die in een mooi, duurzaam en goed onderhouden hotel wil verblijven. Is er bijvoorbeeld ruimte in de cashflow om die investeringsplannen mogelijk te maken? Inkoop wordt ook bekeken, en dan met name de kosten ten opzichte van het branchegemiddelde en, maar dat is van pre-corona, naar hoe hotels omgaan met personeelskrapte. Door de coronacrisis beoordelen we ook  de mogelijkheden voor transitie. Is er flexibiliteit om te switchen naar een ander concept of bedrijfsmodel? Ook kijken we naar de mate waarin personeelskosten kunnen worden afgeschaald, want personeelskosten drukken zwaar binnen de horeca. Personeelskosten nemen ruim een kwart van de kosten voor rekening, huisvesting zo’n tien procent, alhoewel dat binnen de hotellerie hoger zal liggen.”

De horeca ligt aan het overheidsinfuus

Er is al veel gezegd en geschreven over de overheidssteun, maar in de praktijk is de horeca een van de grootste ontvangers van deze steun, aldus Barbara: “De horeca is echt grootverbruiker van deze steun. Als je kijkt naar het MKB als geheel, dan zien we dat bijna 10 procent van het MKB gebruik heeft gemaakt van de TOGS (Tegemoetkoming schade COVID-19, red.) en 7 procent van de eerste NOW-regeling. Binnen de horeca maakte 62,5 procent gebruik van de TOGS en 40 procent van de NOW-regeling. Het is hiermee de zwaarst gestutte sector van de economie. Daarnaast hebben de meeste bedrijven ook nog uitstel aangevraagd bij de Belastingdienst, hebben bedrijven regelingen getroffen met huurbazen en toeleveranciers, en is er een ‘aflosvakantie’ mogelijk gemaakt door banken. Ook verstrekken banken overbruggingskredieten, alhoewel we daarbij wel sterk kijken naar de oorzaak van de aanvraag: was het bedrijf al ‘ziek’ voor coronatijd of enkel vanwege corona? Dat is ook de opdracht die we van de overheid hebben gekregen, om na te gaan of het geld van de belastingbetaler wel goed besteed wordt. Wat we ook zien, is dat zeker de grootstedelijke hotellerie sterk afhankelijk is van internationaal verkeer. Dat is wel een les die we hebben geleerd van deze crisis, want iets meer dan de helft van het aantal overnachtingen is door buitenlanders, wat de sector sterk afhankelijk maakt van het internationale verkeer. Tel daarbij op dat 40 procent van de hotelovernachtingen van zakelijke aard is, en dan leg je een pijnlijke zenuw bloot. Wat we ook hebben ervaren is dat niet alleen de beperkingen van overheidswege de sector hebben geraakt, maar dat ook de perceptie van gasten van groot belang is. Ook toen men weer mocht reizen, bleef een groot deel van de mensen liever thuis. Er zijn heel veel mensen die niet willen reizen en ook gewend zijn aan een nieuwe manier van werken via de digitale snelweg. Het digitale alternatief is voor zakelijke reizigers in korte tijd veel aantrekkelijker geworden.”

Is er ook inzicht in de verhoudingen tussen ketenhotels en individuele hotels met betrekking tot de invloed van de coronacrisis op de omzet? Baarsma: “Het gemiddeld aantal kamers per hotel neemt al jaren toe. Er is sprake van schaalvergroting doordat de benodigde investeringen steeds hoger zijn. Als reactie daarop zien we tegelijkertijd de opkomst van boetiekhotels en B&B’s, die een ander segment van de markt bedienen. Grotere hotels en ketens hebben over het algemeen meer vet op de botten en zo meer ruimte om te investeren. Kleinere hotels kunnen daarentegen sneller ‘opveren’, wat ze op die manier bestendiger maakt. Wat ik nu vertel is overigens een ‘educated guess’, want het blijft onzekerheid troef. Schaalvergroting is in veel gevallen ook nodig om voldoende te kunnen investeren in digitale toegankelijkheid en cyber security. De familiehotels zijn een geval apart, want die zijn over het algemeen met minder vreemd vermogen gefinancierd, waardoor er minder aflossingsverplichtingen zijn. Het gevaar voor deze hotels is het gebrek aan middelen om investeringen te doen op het gebied van onderhoud en verbetering, waardoor achterstallig onderhoud in de weg zou kunnen staan om te herstellen van de crisis.”

Toch verwacht Barbara verwacht een klap voor de economie, een klap die ook de hotellerie raakt. “Ergens in oktober, of zelfs eerder, zullen we een schok voelen, ook zonder een lockdown of tweede coronagolf. Dat geldt voor de hele economie trouwens, want dan loopt een deel van de ‘aflossingsvakanties’ af, gaat de terugbetaling van de belasting deels van start, lopen mogelijk deals over betalingen met leveranciers af, moet door een deel van de bedrijven gestart worden met aflossen op de verleende borgstellingskredieten en verwacht ik een minder ruimhartig hulppakket.  Daarbij heeft de horeca in de zomer niet genoeg goed kunnen maken om de betaalcapaciteit op sterkte te brengen, waardoor er aflossingsproblemen gaan ontstaan later dit jaar.”

Kosten besparen, juist nu

Op weg naar herstel zijn er verschillende manieren om aan kostenbesparing te doen. “Wat duidelijk werd tijdens de Food Waste Challenge vorig jaar, waaraan ruim honderd restaurants en hotels mee hebben gedaan, is dat er veel bespaard kan worden op food. In zes weken werd er meer dan 75.000 kilo voedsel gered van de vuilnisbak en werd daarmee 750.000 euro bespaard. In iedere crisis let je meer op de kleintjes, maar een bijkomend voordeel van deze actie is de waardering van je gasten. Laat op je website ook de mooie dingen zien, zoals besparingen die goed zijn voor het milieu. De gemiddelde afstand van het voedsel van boer tot bord is 30.000 kilometer. Laten we die afstand verkleinen, investeren in kringlooplandbouw, waardoor boeren een beter verdienmodel krijgen, en laat hotels daarin een rol spelen. Het levert je niet alleen een kostenbesparing, maar ook goodwill op...” Tot slot. Wanneer kunnen we weer positieve vooruitzichten verwachten? “Ook in 2021 hebben we last van deze crisis en pas in 2023 verwacht ik een volledig herstel. Mooier kan ik het niet maken”, aldus de gelouterde econome.

Blijf je graag op de hoogte?

Twee keer per week het actuele en relevante hotelnieuws in je mailbox? Schrijf je hier in voor onze digitale nieuwsbrief en blijf op de hoogte.

HM302020

Overig nieuws