Eindelijk! De bezettingsgraad stijgt. Forse bezuinigingen zorgen voor meer winst

Auteur: Redactie
Economie 13 september 2011
Eindelijk! De bezettingsgraad stijgt.  Forse bezuinigingen zorgen voor meer winst

Op 13 september werd het 34e HOSTA rapport van Horwath HTL gepresenteerd. HOSTA 2011 laat zien dat de Nederlandse drie-, vier- en vijfsterrenhotels langzaam herstellen van de economische crisis. Vooral de hotels in Amsterdam en op Schiphol laten weer duidelijke groeicijfers zien. Buiten de hoofdstedelijke regio is het beeld nog niet zo positief.

Het rapport van Horwath HTL laat zien dat de landelijke bezettingsgraad voor het eerst sinds de crisis weer is gestegen: van 62,1% in 2009 tot 65,1% in 2010. Ondanks dat de gemiddelde kamerprijs stabiel bleef op 93 euro is de RevPAR toch gestegen. De RevPAR, de kameromzet per beschikbare kamer, steeg met 3,4% van 58 euro naar 60 euro. Ook de TRevPAR (de totale omzet per beschikbare kamer) kon hierdoor stijgen van 106 euro naar 109 euro. Per saldo betekent dit voor het gemiddelde hotel in Nederland dat in 2010 meer omzet werd behaald dan in 2009.

Doordat in 2009 en 2010 ook aanzienlijke bezuinigingsmaatregelen zijn getroffen, is de winst eveneens fors gestegen: van 31,1% naar 35,4%. Uitgedrukt in euro’s bracht een gemiddelde hotelkamer hierdoor per dag 39 euro aan bedrijfsresultaat op, een winststijging van 14,7% ten opzichte van 2009.

Hotelmarkt Amsterdam

Het herstel van de Nederlandse hotelmarkt wordt geleid door de hotels in de regio Amsterdam en Schiphol. De bezettingsgraad in de hoofdstedelijke regio steeg van 67,5% in 2009 naar 75,1% in 2010, terwijl de gemiddelde kamerprijs steeg van 108 naar 109.

In de rest van Nederland steeg de bezettingsgraad minimaal van 58,7% in 2009 tot 58,9% in 2010, maar daalde de gemiddelde kamerprijs van 82 euro naar 80 euro. Per saldo leidt dit voor Amsterdam en Schiphol tot een forse RevPAR-stijging: van 73 euro naar 82 euro, maar voor de rest van Nederland tot een RevPAR-daling, van 48 euro naar 47 euro.

Kredietcrisis

In het algemeen wordt aangenomen dat de Nederlandse hotelmarkt de Nederlandse economie volgt, en dus de wereldeconomie. De resultaten van het afgelopen jaar bevestigen die veronderstelling. De kredietcrisis ontstond in de zomer van 2007 en leidde in Nederland in 2008 en 2009 tot een recessie, met een negatieve economische groei (-3,9%). Dit had een duidelijk effect op de Nederlandse hotelmarkt: de bezettingsgraden zetten in 2008 een daling in. In 2009 daalden zowel de bezettingsgraden als de gemiddelde kamerprijzen, met als gevolg een recorddaling van de

Eind 2009 werd formeel het signaal gegeven dat de recessie voorbij was. In 2010 was de economische groei dan ook weer positief (1,8%). Uit de HOSTA cijfers blijkt dat ook de hotelmarkt weer voorzichtig aantrekt: de bezettingsgraad is gegroeid en de daling van de gemiddelde kamerprijs is duidelijk afgenomen.

De huidige onrust in de financiële markten leidt echter tot ongerustheid voor de hotelmarkt. De (dreigende) financiële crises in Griekenland, Portugal en Spanje en het 'downgraden' van de VS heeft geleid tot sterke dalingen van de aandelenkoersen en pessimisme over de economische toekomst. Het CPB houdt voorlopig echter vast aan de groeiverwachtingen voor zowel 2011 als 2012.

Voorzichtige toekomstverwachtingen

Ondanks de stijgende bezettingsgraden zijn ook de Nederlandse hoteliers voorzichtiger geworden. Voor 2011 wordt een gemiddelde bezettingsgraad verwacht van 68% bij een gemiddelde kamerprijs van 97 euro, wat neerkomt op een RevPAR van 66 euro. Dit is een RevPAR-stijging van 9,2%, en ligt boven de vorig jaar aangegeven verwachtingen voor 2011.

Voor 2012 wordt verwacht dat de bezettingsgraad verder kan stijgen naar 70% en de gemiddelde kamerprijs naar 98 euro. De RevPAR in 2012 zou dan uitkomen op 69 euro; nog steeds ver onder het resultaat van vóór de crisis, toen de RevPAR op 80 euro lag. Het herstel gaat duidelijk langzamer dan verwacht. Waar vorig jaar nog 63% van de hoteliers verwachtte dat de hotelmarkt in 2012 of 2013 geheel hersteld zou zijn, is dat inmiddels nog maar 36%. De grote meerderheid (53%) houdt het nu op 2014 of 2015.

Duurzame hotels: groen of goud?

Opwarming van de aarde, duurzaamheid, milieu, maatschappelijk verantwoord ondernemen... Het zijn de kernwoorden voor de toekomst. Als de kalender van de Maya’s toch verkeerd is geïnterpreteerd, en ook het door (enkele) Amerikaanse Christenen voorspelde einde der tijden op 21 oktober 2011 niet plaatsvindt, zal de Nederlandse hotelier met die kernwoorden te maken krijgen. Gelukkig is de gemiddelde hotelier hier inmiddels heel goed van op de hoogte, en wordt er al breed op ingespeeld.

In Nederland is iets pas goed als er een stempel op staat, dus duurzaamheid in de hotellerie heeft een keurmerk: de Green Key. Er zijn ook andere keurmerken, zoals Green Globe en Bewust Op Reis, maar uit het HOSTA onderzoek blijkt dat deze voor de hotelier nauwelijks meetellen. Van de hotels met een duurzaamheidkeurmerk heeft bijna 80% gekozen voor Green Key.

Alleen sommige internationale hotelketens lijken te hebben gekozen voor andere keurmerken. Zo zijn de Mövenpick hotels gecertificeerd door Green Globe, en is de gehele Ibis hotelketen ISO-14001 gecertificeerd. Dan is er nog het Bewust Op Reis logo, maar dat wordt automatisch toegekend aan hotels die een van de andere keurmerken hebben. Voor hotels die nog geen keurmerk hebben, staat de Green Key certificering bovenaan op het 'to-do lijstje'.

Green key

Green Key is een internationaal keurmerk dat in Nederland wordt beheerd door de Stichting KMVK (Keurmerk Milieu, Veiligheid en Kwaliteit), ook bekend van de Blauwe Vlaggen voor stranden en havens. Om voor de Green Key in aanmerking te komen, moeten ondernemers diverse maatregelen nemen met betrekking tot milieuzorg en maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Green Key kent drie niveau’s: brons, zilver en goud. Hoe meer de ondernemer doet voor milieu en MVO, hoe hoger het niveau. Net zoals bij de Olympische Spelen is meedoen zogenaamd belangrijker dan winnen, maar gaat het uiteindelijk toch om het goud.

Ruim 66% van de bijna 400 in Nederland uitgedeelde Green Key certificaten geeft de ontvanger de 'Gold Status'. Zo’n 27% van de groene ondernemers is beloond met een zilveren plak, terwijl slechts 6% genoegen heeft genomen met brons. Overigens zijn niet al die 400 certificaten toegekend aan hotels: alle toeristische en zakelijke accommodaties kunnen worden gecertificeerd, van minicampings tot congreslocaties; van evenementen tot rondvaartboten. In Nederland zijn 207 hotels- en conferentiecentra gecertificeerd.

Van de deelnemers aan het HOSTA rapport heeft circa 44% een duurzaamheidkeurmerk ontvangen. Opvallend hierbij is, dat de driesterrenhotels achter lijken te lopen: in dit segment is slechts 37% geclassificeerd, tegen 49% van de viersterrenhotels en 60% van de vijfsterrenhotels. Ook blijkt dat de hotels in Amsterdam en op Schiphol ver voor lopen op de rest van het land: 63% gecertificeerde hotels tegen 39%.

Meerwaarde

Uiteraard zien de hoteliers het belang in van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het gaat tenslotte om de toekomst van de aarde, de kinderen, de kleinkinderen. Maar zijn er misschien ook andere redenen om te kiezen voor MVO en een duurzaamheidkeurmerk? Veel hotelgasten zijn nu al bereid meer te betalen voor een verblijf in een duurzaam hotel; dat aantal zal in de komende vijf jaar toenemen. Gemiddeld wordt door hoteliers verwacht dat hotelgasten die voor duurzaam gaan nu bereid zijn circa 6% meer te betalen. Over vijf jaar zou dit kunnen oplopen tot 13%.
Toch zijn er ook hoteliers die juist verwachten dat de meerwaarde voor hotelgasten juist zal afnemen. Deze hoteliers gaan ervan uit dat duurzaamheid voor hotels een basisvoorwaarde wordt in plaats van een luxe. Een hotel zonder duurzaamheidbeleid is dan bij wijze van spreken even gewenst als een hotel zonder bedden.

Gouden certificatie loont

Op basis van de huidige resultaten lijkt de meerwaarde van een duurzaam hotel zich in elk geval slecht te vertalen in financiële voordelen. Wanneer de resultaten van hotels met keurmerk worden vergeleken met die van hotels zonder keurmerk, blijkt dat een keurmerk niet direct meer hotelgasten trekt of tot hogere kamerprijzen leidt. Gemiddeld genomen lijken hotels met keurmerk wel beter te scoren, maar dat komt vooral omdat het merendeel in Amsterdam ligt, waar de bezettingen en kamerprijzen nu eenmaal hoger liggen. Wanneer bijvoorbeeld de Amsterdamse viersterrenhotels met keurmerk worden vergeleken met hetzelfde type hotels zonder keurmerk, blijkt juist dat de ongecertificeerde hotels zowel hogere bezettingsgraden als kamerprijzen hebben. Wel toont zich hier de waarde van die zo gewilde gouden Green Key: hotels die goud gecertificeerd zijn, scoren aanzienlijk beter dan hotels met een andere certificering.
Gelukkig hoeven de hotels het niet alleen van de hogere omzetten te hebben. Duurzaamheid blijkt voor hotels vaak te bestaan uit concrete elementen, zoals waterbesparende douchekoppen, spaarlampen, bewegingssensoren en het bekende verzoek om handdoeken meerdere keren te gebruiken. Dit is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor de portemonnee. Die van het hotel, wel te verstaan. Goed, er moet eerst geïnvesteerd worden, waarbij de kosten kunnen oplopen tot enkele duizenden euro’s per kamer, maar gemiddeld komen ze uit op circa 800 euro per kamer. Die investeringen leveren direct besparingen op. Gemiddeld verwachten de hoteliers dat de investeringen in vier jaar tijd zijn terugverdiend.
Met zulke resultaten is het geen wonder dat de hotels die de afgelopen vijf jaar in duurzaamheid hebben geïnvesteerd, aangeven in de komende jaren verdere maatregelen te zullen treffen.

Recycling op grote schaal

Duurzaamheid wordt nog altijd in sterke mate geassocieerd met recycling, ofwel hergebruik. Dit kan op kleine schaal, in de vorm van de bekende 'handdoek op de grond-regel', of de afvalscheiding van papier, GFT, blik, glas et cetera. Op grotere schaal valt te denken aan het hergebruiken van energie door middel van installaties voor het terugwinnen van warmte, of koude-warmte-opslag. De meest massieve vorm van hergebruik in de hotellerie is waarschijnlijk het hergebruik van complete gebouwen. Op dit moment gaat de meeste aandacht hierbij uit naar de transformatie van kantoren naar hotels.

Transformatie en hergebruik is echter niets nieuws voor de Nederlandse hotels. Een van de oudste hotels in Nederland (Parkhotel Rooding in Valkenburg aan de Geul) werd in 1892 gebouwd als Kurhaus ’t Huis-ter-Geul. Valkenburg was toen zijn tijd ver vooruit. Té ver, want in 1911 bleek het kuurhotel niet commercieel vatbaar en kreeg het een nieuwe bestemming als klooster van de Franse paters Redemptoristen. In 1939 vertrokken de Franse paters weer, waarna het pand opnieuw gerecycled werd, ditmaal tot het huidige Parkhotel Rooding.

In het centrum van Amsterdam is hoteltransformatie eerder regel dan uitzondering. Veel van de bekende Amsterdamse hotels hadden van oorsprong een andere functie. The Dylan werd in 1998 geopend in een voormalig kantoorpand. Het Lloyd Hotel heeft wel altijd ‘hotel’ in de naam gehad, maar deed na de bouw in 1921 dienst als: opvanghuis voor Oost-Europeaanse emigranten op doorreis, Huis van Bewaring en jeugdgevangenis. Pas in 2004 kreeg het gebouw de huidige hotelfunctie. Het gebouw van Hotel Dikker & Thijs is in 1915 gebouwd als kantoor van verzekeringsmaatschappij De Nederlanden; later was er een delicatessenzaak in gevestigd (tot 1994). Hotel The Grand begon in 1581 als logement voor Willem van Oranje en was later stadhuis, tot het in 1992 een hotelfunctie kreeg. Het Ambassade Hotel werd in 1953 gevestigd in grachtenpanden die deels dateren van 1614. Hotel Amsterdam – De Roode Leeuw begon in 1592 als brouwerij, werd in 1870 een bierhuis/restaurant en later een hotel. Zelfs de ‘Grande Dame’ van de Nederlandse hotellerie, Grand Hotel Krasnapolsky, werd in 1883 gestart in bestaande panden. Het zijn stuk voor stuk succesverhalen. De vestiging in een bestaand pand - met een oorspronkelijk andere functie - hoeft dus geen belemmering te zijn voor een hotelexploitatie.

De hotelier, een kuddedier?

Verantwoordelijkheidsgevoel en zelfs financiële overwegingen blijken in de praktijk vaak minder doorslaggevend dan een zekere mate van kuddegedrag en het vooral niet willen achterblijven bij de rest. Dit geldt voor hotelgasten én voor hoteliers. Het bekende kaartje in de badkamer, met het verzoek handdoeken te hergebruiken, wordt nog steeds gezien als een belangrijke vorm van duurzaamheid in hotels. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat de vorm die dit verzoek krijgt, van doorslaggevend belang kan zijn voor de effectiviteit. De onderzoekers lieten drie verschillende kaartjes maken. Het meest effectief bleek niet (!) het kaartje waarop het belang voor het milieu werd benadrukt. Ook niet het kaartje waarop werd aangegeven dat hergebruik een geldbesparing oplevert voor het hotel. Het meest effectieve kaartje had deze boodschap: 'Aangezien 75% van onze gasten de handdoeken hergebruikt, vragen wij u dit ook te doen.'
De gasten, die zich graag conformeerden aan de meerderheid, hingen de handdoek prompt weer netjes op het rekje.  Dat hetzelfde effect ook bij hoteliers geconstateerd kan worden, blijkt uit het hoofdstuk op de speciale site van Green Key, getiteld 'Wat doet de buurman?'

HM302011

 

Overig nieuws