Hotelondernemer Sander Hendrix zit niet in de klaagzang

Auteur: Jason van de Veltmaete
1 februari 2021
Hotelondernemer Sander Hendrix zit niet in de klaagzang

Veel hoteliers zullen in het afgelopen ‘coronajaar’ meer dan ooit beseft hebben dat de meeste hotelgasten niet komen voor het hotel, maar voor de locatie; voor wat er in de omgeving van het hotel te doen is of te beleven valt. Vandaag de dag komt menigeen voor wat er niet (!) te doen is: hij of zij zoekt rust en stilte. Men mijdt de drukte. Men mijdt elkaar. Social distancing is helemaal bon ton anno 2020. Hotels in verstilde dorpen, te midden van de natuur, doen goede zaken. Hotels in de stad worstelen met ‘het nieuwe normaal’ en hun omzet. Allemaal? Neen, zeker niet. Volgens Sander Hendrix, eigenaar van Blue, is 2020 het beste ondernemersjaar ooit. 

Het beste ondernemersjaar… “Positief denken; daar vaart alles wel bij,” zegt Hendrix. Niemand zal deze hotelier enthousiasme, positiviteit en vastberadenheid ontzeggen. Dat hij anders tegen de coronacrisis aankijkt dan een groot aantal van zijn collega’s, en dat hij “niet in de klaagzang wil zitten”, strookt helemaal met wat op de website van Blue Hotel Nijmegen stoutmoedig beweerd wordt: “Blue is meer dan een hotel: het is een nieuw hoofdstuk in hospitality en design.” Welnu, dáár is iedereen aan toe: een nieuw hoofdstuk. 

Dit interview verscheen in het kerstnummer van Hospitality Management in december 2020. Download hier de hele editie

Sander heeft samen met zijn echtgenote Aïda in 2009 de deuren geopend van zijn eerste bedrijf in Nijmegen: MANNA, een ‘global food & fish restaurant’, voorzien van acht suites en twee studio’s. Sinds 2016 runnen zij tevens hotel Blue, twee minuten wandelen verwijderd van MANNA, aan dezelfde straat. Blue heeft dertig hotelkamers, één long-stay appartement en ‘Juliette’ (restaurant, lounge en bar). Begonnen in MANNA dus, een bijzonder restaurant met hotelfaciliteiten (destijds zes suites). Gestart met, naar Sanders eigen zeggen, een heel duidelijke visie op hospitality. “Ik noemde dat Onze Waarheid. Ons bedrijf ging gelijk goed draaien, maar daarvoor heb ik wel heel heftig marketing bedreven. Guerrillamarketing, een beetje rebels. Veel leuke acties, omwille van de naamsbekendheid. Tijdens de Vierdaagse bijvoorbeeld, hebben we met 'green graffiti’ mensen naar ons restaurant gelokt. De Vierdaagse is een echt straatfeest, dus we zijn in het holst van de nacht met een hoge drukspuit en sjablonen de binnenstad in getrokken. Dat resulteerde in een heerlijke rel met de gemeente.” (Green of reverse graffiti is een ‘kunstvorm’ die bestaat uit het aanbrengen van patronen op muren en bestratingen door deze selectief schoon te maken - red.) Sanders doelstelling is: eenmaal per jaar het internationale nieuws halen. Dat lukte hem in ieder geval toen hij de strijd aanging met Iens, het voormalige platform voor recensies. Dat platform deugde van geen kanten: er werd willekeurig met modder gesmeten en talloze ‘recensies’ hadden niets met de werkelijkheid van doen. Op de dag van de Provinciale Staten verkiezingen riep Sander middels een persbericht op tot ‘nationale stemfraude’. Die stemfraude had natuurlijk niets te maken met de Provinciale Staten, maar de krantenredacties zaten in de ‘stemmen-modus’, dus het bericht werd gretig geplaatst. Sander: “We wilden gewoon aantonen hoe makkelijk het was om met valse recensies of gefingeerde reviews een restaurant de grond in te boren of op te hemelen. Ik beloofde alle studenten in Nijmegen die tweemaal aantoonbaar, met naam en toenaam, een uitmuntende - maar verzonnen - recensie over mijn restaurant op Iens plaatsten, een doos met zes flessen rosé. Ze stonden in de rij. Vervolgens was Iens natuurlijk ziedend.” 

Energie en positiviteit 

In 2012 kreeg MANNA er vier suites bij; in 2016 werd Blue ‘inspired by MANNA’ geopend. “De expansiedrift was er vanaf het begin,” vertelt Sander. “En die is nog niet gestopt, ondanks de huidige crisis. Laat ik voorop stellen dat het heel akelig is wat er nu gebeurt; met het land, de economie… Ik hoef mij gelukkig alleen te ontfermen over dit bedrijf en mijn medewerkers. Allereerst moeten we ervoor zorgen dat we positief in de markt blijven staan. We moeten energie en positiviteit uitstralen. In MANNA en Blue hebben we nieuwe ideeën ontwikkeld, en initiatieven ontplooid die heel goed lopen. We hebben het allemaal zwaar, maar binnen onze branche wordt te veel gemopperd. De eerste lockdown heeft ook mij lamgeslagen. Ik zat twee weken in zak en as. Vervolgens liet ik mij ongegeneerd een avond vol lopen. De volgende dag heb ik mij in de handen gespuugd en ben ik ertegenaan gegaan - om het tij te keren. Aïda en ik gingen kijken naar mogelijkheden en kansen. We hebben nieuwe markten geopend, zoals take-away en delivery. We hebben een Fish and Food Market geopend. Onze ‘delicatessenwinkel’ was voor veel mensen tijdens de eerste lockdown een plezierig uitstapje. Wat betreft het hotel zaten we niet in de leisuremarkt - afgezien van de weekenden - maar we hebben toch qua boekingen de beste augustus ooit gehad. September was heel goed; juli zelfs beter dan in een jaar mét de Vierdaagse. Hoe? Op brakke grond groeien geen bloemen, dus je moet positiviteit erin drukken. Ga ervoor! Als je vastberaden bent, krijg je alles voor elkaar. Die motivatie en energie moet je ook tonen aan de gasten. Wij verkopen een beleving én sociaal contact.” Van 10 juli tot 1 september zat Blue nokvol: alle kamers bezet, zelfs de zondagen. Nijmegen is een mooie, historische stad - de oudste van ons land - met een aanlokkelijke omgeving. Niet verrassend dus, dat in de zomer van 2020 veel mensen het corona-leed en de corona-ergernissen probeerden te vergeten via de mooie wandel- en fietsroutes. En toen ook de winkels weer opengingen, in de gezellige binnenstad… De tweede lockdown is een ander verhaal. De burgerlijke ongehoorzaamheid nam toe en de zelfdiscipline nam af. Het weekendje weg met ‘ik-houd-mij-wel-aan-de-regels’, wat Sander stimuleerde met promotiefilmpjes, heeft aan populariteit ingeboet. “In de weekenden zitten we nog wel vol, maar door de week ben ik al blij met dertig procent,” bekent hij. “Dit is natuurlijk ook niet het seizoen. Als het zo doorgaat tot 15 januari, met louter hotelgasten in het restaurant, vind ik het best. Daarna krijgen we ongetwijfeld een grote toeloop van mensen die dolgraag weer eens ‘uit eten’ willen. Uiteraard draaien we momenteel minder dan vorig jaar, maar onze kosten zijn afgeschaald, en de overheid springt bij.” 

Elk dubbeltje 

Dat deze hotelier niet bij de pakken neerzit, moge duidelijk zijn, maar hij is met meer bezig dan een oppervlakkige blik doet vermoeden: “We moeten in het hoofd van mensen zaadjes planten. Naast de take-away en delivery hebben MANNA en Blue ook de Hotel Experience At Home. Het is voor mij vooral belangrijk dat ik mijn vak kan blijven uitoefenen. Het gaat er nu niet eens om of het lucratief is: we maken er naam mee. Zodra alles weer terug is bij normaal, moeten de potentiële hotelgasten aan óns denken. Dat neemt niet weg dat ik nauwlettend de liquiditeit in het oog houd. Ik let op elk dubbeltje.” De take-away is trouwens een succesverhaal, ook in het kader van duurzaamheid. Alles in glas en terracotta, dus geen plastic. “Het is heel arbeidsintensief,” geeft Sander toe, maar ik heb de benodigde medewerkers toch in dienst, met of zonder dit werk. Ik wil ze houden, want zodra alles weer begint te lopen, na afloop van de lockdown, wil ik met de juiste mensen klaar staan.” 

De komende persconferentie gaat Rutte vertellen dat de horeca tot half januari dicht blijft, weet Sander al ten tijde van dit interview. “Dat lekt altijd uit. Daar spelen we dan ook onmiddellijk op in, middels een mailing naar de ruim 22.000 contacten in ons bestand. Dat wordt een mailtje met een onmiskenbaar positieve lading. Opbeurend! Vanuit de horeca zal de klaagzang wel weer opklinken, maar daar wil ik niet aan meedoen; daar put ik geen energie uit. Ons onderscheidend vermogen ligt in het niet (!) meegaan met de meute.” Allerminst verrassend dus dat Sander niets moet hebben van ketens. “Ik krijg het al Spaans benauwd bij de gedachte aan een hoofdkantoor.” 

De twee horecabedrijven van Sander en Aïda zijn ‘one in next level hospitality’. In één woord: synergie. MANNA is een suitehotel en een ‘global food and fish restaurant’ (normaal gesproken circa 25 verschillende soorten vis en zeevruchten op de kaart); Blue & Juliette streven naar mondiale allure. De twee vergaderruimtes zijn boardroom-vergaderruimtes; de hotelbar is… 

Bakermat 

Sander is gek op hotelbars. “Dat is de meest sexy horeca die er is. Het heeft iets sophisticated; het is grootstedelijk. Voordat we hier opengingen, heb ik een half jaar aan een plan geschreven. Ik zei toen tegen Aïda dat we terug moesten naar de bakermat van de hotellerie: Londen. Het komt allemaal dáár vandaan. We zijn vier dagen in Londen geweest en hebben elke nacht in een ander hotel geslapen. Bovendien hebben we 28 restaurants bezocht. De hotelbars die ik in Londen gezien heb waren echt te gek. Zo geil! Dat metropolitische! In Nijmegen is zoiets onmogelijk, maar de mensen komen bij ons wel een glas champagne drinken. En we doen veel met cocktails. We hebben goede bartenders; ook zij zorgen voor een vorm van entertainment. Er gebeurt (!) bij ons iets. Wel sophisticated overigens. Aan de andere kant wil ik niet dat Blue het imago krijgt van een chique zaak. In één opzicht ben ik een beetje jaloers op Maastricht: de mensen kleden zich daar nog voor een bezoek aan een restaurant of hotelbar. Het soigneren en flaneren… We mogen in Nederland best wel wat beter ons best doen.” De eigen identiteit; dat beschouwt Sander als een USP. “Wij streven naar een grootstedelijke, eclectische ambiance. De regio is voor Blue en MANNA superbelangrijk, maar daar zit onze hotelhandel niet. Ik moet mij verplaatsen in de gedachtewereld van iemand die uit een werkelijk grote stad komt. Internationale allure dus. Een grootstedelijk karakter. Het moet een bijna tastbare visie zijn.” Die allure werd niet zonder slag of stoot bereikt. De vrijdagmiddagborrel in Juliette’s Blue Bar was een doorslaand succes, tot het eerste opstootje. Een paar weken later opnieuw een opstootje. “Toen besloot ik: het is afgelopen,” memoreert Sander. “Ik wilde niet zo’n type bedrijf hebben. Wat in de bar gebeurt moet te allen tijde passen binnen onze standing. Dit is niet het type bedrijf om bier weg te harken.” Sander bepaalt de spelregels. Niet de gasten. “Wij zijn baas in eigen huis. Bijvoorbeeld: de muziek staat bij ons altijd aan - op een duidelijk hoorbaar volume. Die muziek moet de mensen omarmen. Chet Baker, Billie Holiday… Ook als één of twee gasten erom vragen, gaat die muziek niet uit. Het hoort hier bij de beleving. Dit bedrijf moet dynamisch blijven. Ook daarin varen we steevast een eigen koers.” 

De duurste 

Covid-19 heeft natuurlijk wel gezorgd voor een paar ‘standaard-veranderingen’: de mondkapjes, looproutes en capaciteit-vermindering. Daarnaast heeft in menig hotel het ontbijtbuffet plaatsgemaakt voor een à la carte ontbijt of - zoals in Blue/Juliette - een ontbijt waarbij een étagère met lekkernijen op tafel gezet wordt. ‘Shifts’ zijn ook geen zeldzaamheid. “Het is niet ondenkbaar dat ik bepaalde dingen handhaaf, zoals sommige shifts,” onthult Sander. “Met fine-tuning natuurlijk. Maar ja, vrijwel iedereen wil ’s avonds tussen zeven en acht aan tafel. Waar we momenteel veel last van hebben, is dat alcoholslot van acht uur. Bij mooie gerechten hoort wijn, dus niemand wil in de tweede shift zitten. Dat levert een hoop gemopper op.” Bij de eigen koers van Sander en Aïda hoort ook zo veel mogelijk onafhankelijkheid van de OTA’s. Sander: “Ik wil de marges gewoon zelf houden. Laat echter gezegd zijn dat ik vooral Booking.com dankbaar ben voor het platform waarvan we gebruik hebben kunnen maken. In onze beginjaren hebben de OTA’s er beslist aan bijgedragen dat we snel op eigen benen konden staan. Als men ergens in de wereld naar hotels in Nijmegen zoekt, komen ze toch maar mooi bij ons terecht. Mits we goede reviews hebben, uiteraard.” En een aantrekkelijke kamerprijs? Nou nee. “Met goede prijzen bedoel ik niet lage prijzen,” aldus Sander. “Dat gestuntel van collega’s met de kamerprijzen… Daar was ik een paar jaar geleden helemaal klaar mee. Ik heb destijds de prijzen niet omlaag gedaan, maar juist omhoog. Met veertig procent. Wij willen immers mondiale allure uitstralen. Als de kamerprijzen te laag zijn, denken de potentiële gasten in Rio, Hong Kong of New York: Dat zal wel niets zijn. Je moet kijken naar de prijzen die zij gewend zijn in hun deel van de wereld. Ik heb altijd de duurste van de stad willen zijn, ook tijdens de Financiële Crisis. En ik heb altijd één kamer die aanzienlijk duurder is dan de rest. Het plaatje moet natuurlijk wel kloppen. De prijzen moeten in overeenstemming zijn met de reviews.” 

Sander ziet met vertrouwen de toekomst tegemoet. “We hebben nog steeds expansieplannen. Ons team en onze organisatie zijn berekend op veel meer kamers. Als ik straks terugkijk op 2020, weet ik zeker dat ik denk: Dit was het beste ondernemersjaar ooit.” 

Sander en Aïda Hendrix 

HAVO; geen hotelschool. Zoals veel hoteliers is Sander via een bijbaantje de horeca ingerold. Eigenlijk wilde hij naar Hilversum, om daar een opleiding tot geluidstechnicus te volgen. Samen met zijn vader had hij thuis een geluidsstudio gebouwd. Toch werd het de MEAO. “Daar werd ik absoluut niet gelukkig van,” vertelt Sander. “Omdat mijn pa heel duidelijk maakte dat ik slechts twee opties had, te weten die school afmaken of werken, zocht en vond ik een leuke baan. Ik kon beginnen in Wijnfort Lent, als barman. Tachtig uur per week, achter de bar en in de bediening, maar ik vond het prima. Toen ik kenbaar maakte dat ik naar de hotelschool wilde, bood mijn werkgever mij een salarisverdubbeling aan, een eigen auto én het afkopen van de dienstplicht. Ik ben gebleven en heb tussen de bedrijven door wat opleidingen gedaan.” Die werkgever (Eric de Bruijn) is tot op de dag van vandaag een van Sanders beste vrienden. Maar alles stroomt, zoals de wijsgeer Heraclitus zei, dus Sander kwam terecht in Restaurant Fusie, aan de Waalkade te Nijmegen. Vervolgens Landgoed Avegoor in Ellecom. “Daar heb ik vier fantastische jaren gehad. Toen werd dat hotel verkocht aan Golden Tulip. Ik heb meteen ontslag genomen toen dat werd aangekondigd; met een opzegtermijn van zeven maanden. Een week voordat zij kwamen, was ik weg.” Met interim-werk in de wereld van bioscopen heeft hij een tijdlang heel goed verdiend; daarna stortte Sander zich volledig op het concept voor MANNA. In 2009 zwaaiden daar de deuren open voor het publiek. Aïda en Sander zagen elkaar voor het eerst toen zij kwam solliciteren in Wijnfort Lent. Voor hem was het liefde op het eerste gezicht. Aïda had - zo schildert ons een lachende Sander - nog een jaartje nodig. “We zijn samen sinds 1993, en hebben drie jongens. (28, 15 en 9.) De oudste zit in het leger. De taakverdeling in het hotel? Zij is een gastvrouw pur sang. Ik vind het heerlijk om in het restaurant mee te lopen, maar je moet mij niet in de planning zetten. Dat ervaar ik als een keurslijf.” Liefhebberijen: tuinieren, gastronomie en hotels bezoeken. “Het is niet erg om verliefd te zijn op je eigen vak,” beweert Sander standvastig. Lezen doet hij graag, maar dan wel biografieën en managementboeken. “Ik houd niet van fictie. Daar geloof ik niet in.” 

Blijf je graag op de hoogte?

Twee keer per week het actuele en relevante hotelnieuws in je mailbox? Schrijf je hier in voor onze digitale nieuwsbrief en blijf op de hoogte.

HM302020

Overig nieuws