Internationale (on)veiligheid

Auteur: Redactie
9 september 1999
Internationale (on)veiligheid

Gelukkig wonen we in Nederland. Bomaanslagen en andere terroristische acties kennen we nauwelijks anders dan uit de krant. Als een buitenlander het 'web' van veiligheidsvoorschriften in Nederland beziet, zal hij wellicht moeilijk geloven dat we in een zeer veilig land wonen, maar het is een onweerlegbaar feit. Voor internationale hotelketens brengt dit risico's met zich mee...

Zodra hotels zich in het buitenland willen vestigen, krijgen ze te maken met veiligheidsproblemen. Modellen voor crisismanagement en veiligheidsprotocollen kunnen niet zomaar voor gebruik in het buitenland worden gekopieerd. Tegenover de voordelen van een hogere omzet, operationele efficiëntie en betere bediening van internationale klanten, staan de risico’s van bomaanslagen, ontvoeringen, brandstichting en wat dies meer zij. Terrorisme is voor Nederlanders een fenomeen uit kranten, maar elders in de wereld - zelfs binnen Europa - is het een verschijnsel waar men terdege rekening mee moet houden.

Bommen en granaten

Aan een nog lopend onderzoek van Arthur Andersen is reeds te ontlenen wat wereldwijd de meest voorkomende veiligheidsrisico’s zijn. Bomaanslagen komen verreweg het meeste voor. Zo is Athene vorig jaar meermalen het terrein geweest van terroristische aanslagen op ambassades en buitenlandse bedrijven. De daders wilden buitenlanders ontmoedigen zich in Griekenland te vestigen. Andere risico’s zijn aanslagen, ontvoeringen, de georganiseerde misdaad en natuurrampen. Zij staan op het lijstje met nieuwe nachtmerries voor de expanderende hôtelier die in Nederland nog nare dromen had over de kapotte verwarmingsketel of de verkeerde kleur latex.

De risico’s zijn in percentages gemeten meestal erg laag, maar als er iets gebeurd, is de schade enorm, zowel materieel als immaterieel. Verzekeren is niet genoeg.

Andersen legt er de nadruk op dat pro‑actieve maatregelen de enige manier zijn om de kosten en de risico’s te reduceren. Het belangrijkste is om niet te wachten tot het eerste incident (hetgeen vaak gebeurd). Alle risico’s moeten tijdig - dus ruim van te voren - in kaart worden gebracht. Maatregelen moeten niet alleen op het terrein van bouwveiligheid liggen, maar vooral in de personele sfeer. 'Screening' van hotelpersoneel is onontbeerlijk, en dat personeel moet grondig getraind worden in de noodprocedures. De communicatielijnen en procedures moeten tot in detail worden vastgelegd; zij moeten bovendien voor iedereen duidelijk zijn. Improvisatie leidt tot onaanvaardbare risico’s en kosten. De eindeloze regulering in Nederland is zo gek nog niet, als het om veiligheid gaat.

Bron: Arthur Andersens ‘Hospitality and Leisure executive report’, winter 1998/99.

Auteur: Alexis van Erp

HM30JAAR HM301999

Overig nieuws