Met de inhuldiging van Trump in januari van dit jaar is ook het startschot gegeven voor de inzet van invoerheffingen als instrument in de buitenlandse politiek. Op ‘Liberation Day’, 2 april, zagen we een scherpe escalatie met de aankondigingen van wereldwijde "wederzijdse" importheffingen waarmee de Trump-regering beoogde de handelsbalans te herstellen. Dit leidde tot sterk dalende aandelenkoersen, prognoses van een recessie in de Verenigde Staten zelf, en onrust onder een deel van de Trump aanhang.
Sinds 12 mei is er een wapenstilstand: een pauze van 90 dagen voor het in werking treden van de aangekondigde heffingen. Dit betekent niet dat we opgelucht kunnen ademhalen: een deel van de schade is al aangericht door verstoring van de aanvoerlijnen. In afwachting van de maatregelen hebben Amerikaanse bedrijven voorraden opgebouwd; vervolgens zijn aanvoerstromen weer afgezwakt. Het belangrijkste is dat het om een pauze gaat: niemand kan voorspellen wat er in augustus gaat gebeuren.
Wat betekent dit voor onze sector?
In de Verenigde Staten zal de handelsoorlog een directe impact hebben op de gastvrijheidssector. De verwachte problemen voor luchtvaartmaatschappijen en vlootplanning zijn al in het nieuws geweest. Restaurants zijn in hun reguliere inkoop afhankelijk van importproducten. Bij hotelbedrijven zullen met name nieuwbouw- en verbouwingsprojecten getroffen worden.
Daarnaast is de sector natuurlijk kwetsbaar voor de bredere economische gevolgen van een handelsoorlog. De kans op een recessie in de Verenigde Staten wordt nu geschat op 20-45%. Bij toenemende inflatie komen hotel- en restaurantbedrijven in de knel tussen stijgende kosten en door dalend consumentenvertrouwen dalende inkomsten.
Ten slotte staat de handelsoorlog niet op zichzelf. De Trump-regering voert ook een strikt beleid tegen immigratie, of misschien beter gezegd tegen immigranten. Te verwachten is dat dit de arbeidsmarkt verder onder druk zet. Mocht het importheffingenbeleid effectief zijn in het terugbrengen van industrieën naar de VS, dan zal deze druk nog verder toenemen.
Ook in Europa zal een verslechterende economie te voelen zijn in de gastvrijheidssector. Daar staat tegenover dat de directe gevolgen van handelstarieven veel minder invloed zullen hebben. Invoer vanuit de Verenigde Staten speelt nauwelijks een rol. Wel zal een dalende dollar grote gevolgen hebben voor bezoekersstromen vanuit de Verenigde Staten.
Minder bezoekers uit de VS
Voordat Trump president werd, verwachtte het Nederland Bureau voor Toerisme & Congressen (NBTC) nog een stijging van het aantal toeristen uit de VS met 5 procent naar bijna 1,6 miljoen verblijfsgasten. Dit betreft ongeveer 7 procent van alle inkomend toerisme. Inmiddels zijn de groeiverwachtingen voor de internationale reisbranche naar beneden bijgesteld, van 6 tot 9 procent naar een meer bescheiden groei van 2 tot 5 procent. In Nederland heeft het ABN AMRO Economisch Bureau haar groeivoorspellingen bijgesteld naar 1,4 procent voor 2025 (van 1,8 procent) en 1,3 procent voor 2026 (van 1,0 procent).
Als we inzoomen op de Amsterdamse hotelbranche, dan zien we dat ruim 10 procent van de overnachtingen in Amsterdam bezoekers vanuit de Verenigde Staten waren. Dit waren merendeel vakantiebezoeken, met een sterk seizoenseffect in de zomer. Gasten vanuit de VS maken beduidend meer gebruik van 4- en 5-sterren hotels dan bezoekers uit andere landen. In het kielzog van deze hotels gaan musea, pretparken en de restaurants de pijn voelen. Amerikaanse gasten geven bovengemiddeld geld uit aan vertier, winkelen en de horeca.
Het 'Erdoğan-effect': ook minder reizen naar de VS
Als we bovenstaande economische logica zouden volgen, zouden we een groei van bezoeken vanuit Europa aan de VS moeten zien: deze worden door de goedkope dollar immers aantrekkelijker. Dit effect wordt echter gecompenseerd door andere ontwikkelingen. Een handelsoorlog, en misschien wel deglobalisering in bredere zin, remt de vraag naar intercontinentale zakenreizen. Nog belangrijker lijkt de reputatieschade in de daling van reizen naar de VS.
De vraag naar reizen vanuit Europa naar de VS lijkt door de politieke onrust, onvrede over het beleid van Trump en strengere grenscontroles scherp te dalen. Korte stedentrips naar bijvoorbeeld New York blijven populair, maar interesse in langere rondreizen neemt af. Als deze trend zich doorzet, krijgen we een soort 'Erdoğan-effect': nadat de Turkse president in 2016 uithaalde naar Europese Unie, temidden van politieke onrust in zijn land, daalde het aantal Nederlanders dat vakantie vierde in dat land, van 819.000 in 2013, en 689.000 in 2015 naar slechts 483.000 in 2016. Hiervan is het land nooit meer helemaal hersteld.
Herstel van de toeristische handelsbalans?
Deze internationale verschuivingen hoeven geen slecht nieuws te zijn voor de Europese gastvrijheidssector. Niet lang geleden hebben we al een noodgedwongen stop op intercontinentale reizen gezien. Een analyse door Hotelschool The Hague over het herstel van de sector na Covid toonde al aan hoe de schok deels werd opgevangen door verschuivingen in herkomstlanden. Door de grootte van de Europese markt, bestaat de kans dat de sector profiteert van een reizigersboycott van de VS.
Met andere woorden, deglobalisering uit zich ook in een herijking van vakantiebestemmingen. De verwachting is dat meer Europeanen de komende jaren op hun eigen continent zullen blijven. Dit is ook te zien in de prognoses van het NBTC: in 2035 worden maar liefst 47 procent meer bezoekers uit de traditionele herkomstlanden (België, Duitsland, Frankrijk en VK) verwacht. Het aantal Italiaanse toeristen kan met 75 procent toenemen; het aantal Spaanse toeristen dat naar Nederland komt, zou zelfs wel eens kunnen verdubbelen.
Kanttekening is dat lokale omstandigheden mede bepalen hoe deze bezoekersstromen verlegd worden. Een voor de hand liggend voorbeeld is de BTW-verhoging in Nederland. Concurrende accommodaties in Duitsland en België dragen drie tot drieënhalf keer minder btw af, en doorgaans slechts een fractie van de toeristenbelasting die in ons land wordt geheven: daarmee wordt de Nederlandse gastvrijheidssector relatief minder aantrekkelijk in dit proces van herijking.
Wat als de EU terugslaat?
De handelsoorlog lijkt een patroon te volgen van hoog ingezette maatregelen gevolgd door tegenmaatregelen met een vergelijkbare impact. In het arsenaal van de EU wordt vooral gekeken naar maatregelen die de Amerikaanse dienstensector, met name Big Tech, zullen treffen, omdat daar de handelsbalans in het voordeel van de VS is. Het is moeilijk in te schatten wat de gevolgen zullen zijn voor bedrijven die ook in onze sector actief zijn, zoals Google, Expedia en Booking, hoewel te verwachten is dat zij, bovenop de krimp van de Amerikaanse reismarkt, te maken zouden krijgen met stijgende kosten in Europa. Nog moeilijker is in te schatten of, en hoe disruptief de handelsoorlog kan worden voor andere cloud-based diensten, zelfs voor vanuit Europa opererende bedrijven.
Een gemengd beeld
Kortom, naast economische schade ontstaan er nieuwe kansen door veranderingen in internationaal reisgedrag. Waar de prognoses voor de gastvrijheidssector in de VS duidelijk negatief zijn, is de impact van een escalerende handelsoorlog op hotels en restaurants in Europa daardoor veel minder dramatisch. Dat neemt natuurlijk niet weg dat deze handelsoorlog in bredere zin een uitvloeisel is van verslechterende internationale betrekkingen en veiligheid, en daarmee slecht nieuws blijft voor iedereen.
Jeroen Oskam is Director Research Centre aan Hotelschool The Hague, research@hotelschool.nl