Column Ewout Hoogendoorn: Omzet in zorg

Auteur: Redactie
Columns Ewout Hoogendoorn 12 september 2004
Column Ewout Hoogendoorn: Omzet in zorg

De zorgsector biedt bijzondere mogelijkheden voor de horecasector. De ellende is, dat de meerderheid van de mensen direct aan doktoren, ziekenhuizen en bejaardentehuizen denkt, zodra je spreekt over zorg. Bij de gemiddelde horeca-ondernemer gaat maar zelden een lampje branden dat aangeeft: Ha! Omzet!

Toch is het overduidelijk. Zorg is heel simpel in te delen in een ‘cure’-deel en een ‘care’-deel. De ‘cure’ heeft te maken met prikken en medicijnen. De ‘care’ heeft te maken met eten, drinken en slapen; horeca dus. Waarom is er niet een veel grotere belangstelling vanuit de horecasector voor de zorg? Komt dat vanwege de eerder genoemde negatieve associaties? Want als je ‘zorg’ in de Dikke van Dale opslaat, staat er: ‘Zorg is de moeite en de pogingen die men doet om iets in stand of goede conditie te houden, of zo goed mogelijk te doen zijn of te maken.’

Als je het zo bekijkt, is het een positief begrip. Maar in de zorg is men sterk in zorgelijk klinkende begrippen. Denk aan ziekenhuis, verpleeghuis, zorginstelling, intramuraal (‘sluit ze op tussen de muren’), extramuraal (‘ze mogen beslist niet binnenkomen’). Ik zie al uit naar mijn ‘levensloopbestendige woning’, een soort hufterbestendige woning voor oude gekken. Toch wordt er wel iets aan dat soort begrippen gedaan: een ‘levensloopvriendelijke woning’ klinkt toch al heel wat beter. Zo ook wooncentrum, medisch centrum en zorgboulevard.

Een heel belangrijk segment voor de horeca wordt natuurlijk gevormd door de ouderen. Maar ja, wie zijn dat; hoe definieer je ouder? Mijn moeder, 85 jaar jong, heeft sinds een paar jaar geaccepteerd dat zij toch al bijna in de categorie bejaarden thuishoort. Volgens de huidige indelingen is zij al 30 jaar senior.

Hoe gaat de horeca om met ouderen? Weten ze wat de door hen gedefinieerde ouderen willen? Weten ze wel hoe groot die markt is? In een artikel van Koninklijk Horeca Nederland wordt gewezen op de toename van bestedingen van de ‘WHOPpers’ (Wealthy and Healthy Older People). Daarnaast hebben we te maken met een dubbele vergrijzing: de mensen worden gemiddeld ouder èn het aantal ouderen neemt toe. Ze blijven langer mobiel en gezonder, en zijn meer gewend aan reizen en buitenshuis eten dan de ouderen van vroeger. Kortom, op zo’n vijf manieren groeit die markt, zonder dat de horeca daar wat voor hoeft te doen. Realiseert de horeca-ondernemer zich dat zelfs kleine, effectieve aanpassingen voor de ‘comfortbehoevende ouderen’ zich concreet vertalen in winstgevende omzet?

Terwijl ik deze column zit te schrijven, begin ik te beseffen dat ik langzaam ook in die categorie comfortbehoevende ouderen begin te geraken: zonder leesbril krijg ik het niet meer voor elkaar. Ik baal van restaurants met veel te kleine letters op de menukaarten, en ik heb ook een hekel aan die harde rotmuziek in de gemiddelde kroeg. Waar kan ik nog terecht?

HM302004

Overig nieuws