Onderzoek: Overtoerisme is ons probleem

Auteur: Jeroen Oskam - Hotelschool The Hague
Toerisme 18 januari 2018
Onderzoek: Overtoerisme is ons probleem

Foto: “Waarom heet het toeristenseizoen als we niet op ze mogen schieten?” © Jeroen Oskam (Florence)

Kan er te veel toerisme zijn? De afgelopen drie jaar zijn ‘toerismemoeheid’ en protesten tegen het toerisme wereldwijd in het nieuws gekomen. Het is vooral een stedelijk probleem. Venetië weert cruiseschepen. Inwoners van Barcelona gaan massaal de straat op vanwege het wangedrag van jonge toeristen. In Reykjavík lopen ’s zomers meer Amerikanen dan IJslanders rond. Inwoners van Hong Kong klagen over ruwe en ongemanierde vasteland-Chinezen. Amsterdammers stuiten steeds vaker op onbekende buren, die hun trappenhuis met een wietlucht vullen. 

De hotelsector kan niet om dit debat heen, al was het alleen maar omdat verschillende steden maatregelen, zoals hotelstops, tegen de groei van het aantal bezoekers hebben afgekondigd. Maar ook hotelgasten worden getroffen door een ontevreden - en dus minder gastvrije - omgeving. En, ondanks het directe economische belang van hoge bezettingen en hoge prijzen, is ook de laatste tijd de drukte in toeristische steden onderwerp van zorg geworden binnen de hotelsector zelf.

‘Overtoerisme’ is dan ook het schoolvoorbeeld van een duurzaamheidsprobleem. Zoals ontbossing en overbevissing onze middelen van bestaan uitputten, kunnen we ook een aantrekkelijk stedelijk klimaat niet onbeperkt aanspreken zonder dit blijvend aan te tasten. Toeristische roofbouw verdrijft bewoners uit de stad, vermindert de leefbaarheid en de economische diversiteit en maakt een bestemming mogelijk ook minder aantrekkelijk voor de meest wenselijke toeristen: diegenen die, op zoek naar authentieke ervaringen, zich aanpassen een de stad en daardoor de kleinste ‘culturele footprint’ hebben.

Het ontstaan van ‘toerismedruk’
Over de oorzaak kunnen we kort zijn. Er zijn veel toeristen omdat er veel mensen zijn. De toename van de wereldbevolking en met name de groei van middenklassen voor wie internationaal reizen betaalbaar is, leidt tot een sterke groei van het internationaal toerisme: de UNWTO verwacht een totaal van 1,8 miljard internationale aankomsten in 2030. Daarbij hebben low-cost vluchten en low-cost accommodatie het stedentoerisme nog verder opgestuwd. 

Dat betekent dat het einde van de groei nog niet in zicht is. Het huidige aantal van 200 miljoen reizende Chinese toeristen zal in de komende 5 jaar stijgen tot 700 miljoen. Ook als de meerderheid binnen de Oost-Aziatische regio zal reizen, zal volgens schattingen van de UNWTO zo’n 20 procent naar verdere bestemmingen reizen: 100 miljoen extra toeristen naar bestemmingen als Europa en Noord-Amerika. Bestemmingen zullen dus moeten letten op het risico van een toeristische monocultuur: zoveel toeristen uit één herkomstland, dat bezoekers uit andere landen zich minder welkom gaan voelen.

Naast de absolute toeristenaantallen speelt de groei een grote rol, omdat deze het tempo van verandering bepaalt dat bewoners voelen. In de meeste Europese steden zijn deze aantallen sinds 2012 met tientallen procenten gegroeid (Amsterdam, 26,8%), in sommige Aziatische steden nog harder (Bangkok, 35,7%). In Europa zien we een extreme ontwikkeling in Reykjavík, met een groei van ruim 150% in de laatste vijf jaar, en zelfs bijna een vervijfvoudiging van de bezoekersaantallen sinds 2000. Dit wordt nog schrijnender als we de toeristendruk berekenen door het aantal bezoekers te delen door het aantal inwoners. Een relatief kleine stad als Amsterdam heeft met 8,9 een hoge druk vergeleken met andere bestemmingen. Reykjavík komt zelfs op 14,9;  onbetwiste koploper is Venetië, met 2,6 miljoen overnachtende bezoekers tegenover 55.000 inwoners in de historische stad. Het voorbeeld van Venetië laat ook zien dat deze cijfers maar een deel van het probleem weergeven, omdat cruisetoeristen en andere dagbezoekers de druk nog aanzienlijk verhogen.

Carrying capacity
Het zou handig zijn als we een maximaal aantal toeristen - de Carrying capacity of ‘laadvermogen’ van een bestemming -  konden berekenen. Een dergelijk laadvermogen kan betrekking hebben op de milieueffecten van het toerisme, op politiek-economische aspecten - de mate waarin een gemeenschap afhankelijk wordt van het toerisme - of de sociaal-demografische aspecten. Deze laatste categorie staat het meest ter discussie bij het stedentoerisme.

Het maatschappelijk ‘laadvermogen’ geeft zowel aan in hoeverre de bevolking het toerisme verdraagt, als de kwaliteit van de ervaring van de bezoekers aan het gebied. De volgende facetten kunnen daarin worden meegewogen:

1. Het aantal bezoekers en toeristische activiteiten dat kan worden opgenomen zonder dat de identiteit, levensstijl of gebruikelijke maatschappelijke patronen van de gemeenschap worden aangetast.

2. De vorm en mate van toeristische ontwikkeling die kan bestaan zonder de lokale cultuur te veranderen.

3. De mate van toeristische ontwikkeling die geen weerstand ondervindt van de bevolking of die de toegang van de lokale bevolking tot faciliteiten en diensten niet beperkt.

4. De mate van toeristische ontwikkeling —aantal bezoekers en compatibiliteit van toeristische activiteiten met het overige maatschappelijke leven— die de kwaliteit van de ervaring van bezoekers niet ernstig vermindert.

Nu is een ‘maximaal laadvermogen’ voor milieu- of economische effecten nog wel in cijfers uit te drukken, maar de sociaal-culturele belasting van een stad hangt af van waardeoordelen. Verschillende factoren bepalen de acceptatie van het toerisme door bewoners, of hun irritatie met het verschijnsel; het maximum varieert daardoor nogal. In de jaren zestig kon een handvol ‘Damslapers’ voor net zoveel onrust zorgen als de hedendaagse massatoerist.

Overigens is hiermee niet gesuggereerd dat elke vorm van verandering die uit het toerisme voortvloeit negatief is. Naast een aantal ongewenste gevolgen, ging het massatoerisme in Zuid-Europa in de jaren zestig gepaard met een culturele openheid die door de bevolking in conservatieve dictaturen als die van Spanje werd omarmd.

De impact van overtoerisme
In het algemeen hebben bezoekersstromen zowel positieve als negatieve gevolgen voor de bewoners van een stad. Het toerisme heeft een positieve economische impact, maar zorgt daarbij ook voor een voorzieningenniveau dat zonder de bezoekers niet zou kunnen bestaan: zo profiteren ook de bewoners bijvoorbeeld van een groter horeca- en vrijetijdsaanbod. Tegelijkertijd appelleert de belangstelling van toeristen aan de trots van bewoners op hun stad, en draagt het bij aan de instandhouding van cultureel erfgoed.  

Drukte en monocultuur
De negatieve effecten ontstaan in situaties waarin bewoners en bezoekers met elkaar moeten concurreren voor toegang tot faciliteiten of diensten. Het eenvoudigste voorbeeld is ruimte. In de drukke maanden verschillen de opeengepakte straten van Venetië niet van de paden van een regulier commercieel pretpark. Hoewel niet uitsluitend toerisme-gerelateerd - maar ook met de aanwezigheid van dagjesmensen -, heeft Madrid besloten de komende kerst éénrichtingsverkeer in de voetgangersstraten van het centrum in te voeren. De grote aantallen toeristen die de heuvel naar de ‘Hollywood’ letters beklimmen om daar een selfie te maken, leiden in Los Angeles tot zorgen om de bereikbaarheid van de omliggende wijken voor ambulances en andere hulpdiensten. Bij de recente terroristische aanslagen in Barcelona waren alle slachtoffers bezoekers aan de stad; mensen uit Barcelona zelf komen niet meer op de Rambla.

Ook de concurrentie om de toegang tot allerlei soorten faciliteiten - het fietspad, een parkeerplek, een plaats op een terras, het museum - kan een bron van irritatie worden. Uiteindelijk zal de vraag naar toeristische diensten ervoor zorgen dat de toegang tot diensten voor bewoners wordt beperkt: een bewoner heeft slagers en loodgieters nodig, een bezoeker broodjeszaken en souvenirwinkels. Amsterdam maakte een ‘Nutella-explosie’ door nadat in 2009 ijswinkels onder de detailhandelvergunning gingen vallen. Dit najaar kondigde de gemeente maatregelen tegen de ‘monocultuur’ af door geen nieuwe winkels toe te staan die zich exclusief richten op toeristen of die etenswaren verkopen die direct  - dus: op straat - genuttigd worden.

Compatibiliteit
Een tweede potentiële bron van wrijving is de compatibiliteit van toeristen- en bewonersgedrag. In veel gevallen heeft de incompatibiliteit te maken met een gebrek aan reiservaring, gebrek aan kennis of het onvermogen zich aan te passen aan lokale normen. Nieuwsgierige Chinese toeristen die in Giethoorn bij bewoners naar binnen lopen, een verwarde Nederlander die de geluidsinstallatie in een Boeddhistische tempel in Myanmar uitzet of Amerikaanse bustoeristen die niet hebben kunnen bijhouden in welk land ze nu weer zijn: een bron van irritatie die vaak vermindert als bezoekers en bewoners meer aan elkaar gewend raken.

In andere gevallen hebben de gedragsverschillen echter niet te maken met kennis maar met hoe men leeft op vakantie. Amsterdammers klagen dat ze niet kunnen doorlopen tussen de slenterende toeristen. Toeristen staan vaak ook later op en gaan later naar bed; ze feesten, ‘gaan los’ en voelen zich bevrijd van gebruikelijke gedragsnormen. Blowen, bierfietsen en bachelor parties zijn de bekende uitwassen. De bucketlist-toerist verheft onaangepast gedrag tot norm: een selfie in Macchu Pichu, Angor Wat of de Barceloneta wordt immers pas een hit als je er naakt hebt rondgerend.

Economische effecten van overtoerisme
Minder opvallend, maar veel fundamenteler zijn de economische effecten van het massatoerisme. Niet alleen vergroten toeristenstromen de vraag naar lokale goederen en diensten; bezoekers zijn vaak ook bereid om meer te betalen. We zagen al hoe de Nutella-winkel de slager in het centrum van Amsterdam verdrong; nog zorgelijker is het prijsopdrijvende effect op de woningmarkt. In Barcelona en Madrid worden huurders hun huis uitgezet om woningen te verhuren als - reguliere of illegale - toeristische appartementen. Ook in Amsterdam zijn er geluiden dat de onderkant van de woningmarkt - bijvoorbeeld voor studenten - moeilijker aan betaalbare huisvesting komen door verdringing.

Door prijsopdrijving vergroot het toerisme de sociale ongelijkheid en verstoort het het maatschappelijke leven. Op het Griekse eiland Santorini moet een onderwijzer om de huur te kunnen betalen in de avonduren bijbeunen in de horeca. Op Ibiza zijn vacatures voor ziekenhuispersoneel niet meer te vervullen bij gebrek aan betaalbare woonruimte.

In gebieden met een toeristische monocultuur heeft de seizoensgebondenheid van het toerisme verder grote gevolgen voor de arbeidsmarkt. In de seizoenen ontstaat er tijdelijk grote vraag naar laaggeschoolde arbeid. Als de traditionele economische sectoren verdrongen zijn, leidt dat tot seizoenswerkloosheid en/of leegloop.

Maatregelen tegen overtoerisme
Steeds meer bestemmingen zien de toeristendruk als een probleem en proberen de stromen te managen. De meest voor de hand liggende maar ook drastische maatregel is de vaststelling van een maximaal aantal toelaatbare toeristen. Cinque Terre, Italië, heeft een maximum gesteld van 1,5 miljoen; één miljoen minder dan voorgaande jaren. Santorini laat niet meer dan 8.000 cruisetoeristen per dag toe. Wie in Noordwest Spanje naar het schilderachtige Playa de las Catedrales wil kan online een plekje reserveren. Wees er snel bij, want meer dan 4.812 komen er niet in.

Prijsmaatregelen
Een andere optie is door prijsverhogingen toeristenstromen in te dammen. In mei van dit jaar stelde wethouder Choho in Amsterdam - als politieke proefballon - voor de toeristenbelasting naar 15% te verhogen. Ook in IJsland stond een BTW-verhoging voor hotels ter discussie. Op het eerste gezicht lijken deze maatregelen effectief omdat ze met name gericht zijn tegen het low-cost toerisme, dat voor de meeste overlast verantwoordelijk wordt gehouden. Maar zo simpel is het niet.

Op IJsland constateerden wij dat het absorptievermogen van Airbnb dusdanig hoog is, dat het maar de vraag zou zijn of toeristen weg zouden blijven of voor andere accommodatie zouden kiezen. Met een uiteindelijke daling van de belastinginkomsten tot gevolg, want in IJsland vindt nauwelijks belastingafdracht plaats bij Airbnb. Ook laten deze maatregelen de dagtoeristen buiten schot, die met name in cruisebestemmingen voor de meeste drukte zorgen. Barcelona heeft geprobeerd juist het dagtoerisme duurder te maken door parkeertarieven voor bussen te verhogen.

Ten slotte is het denkbaar dat de indamming van het toerisme door prijsmaatregelen weliswaar de drukte vermindert, maar juist niet de economische effecten. Als onze steden exclusieve bestemmingen worden gericht op meer welgestelde bezoekers, zullen prijseffecten en aanbodverschuivingen waarschijnlijk ook voor bewoners voelbaar worden. Ook dan kan er een leegloop van de binnensteden ontstaan.

Spreiding
Misschien kunnen we de kool en de geit sparen als we de toeristenaantallen in stand houden door ze in plaats van naar Time Square, naar Brooklyn te sturen. Maar het is maar de vraag of we toeristen kunnen overtuigen dat ze de Eiffeltoren, de Big Ben of de Wallen kunnen overslaan. We zien dan ook geen afname van de drukte in de traditionele centra, wellicht hoogstens een overloop naar de omliggende gebieden als het centrum echt vol zit. Spreiding van de overnachtingscapaciteit is ook geen wondermiddel, omdat het kan leiden tot een groeiend dagtoerisme, waarbij toeristen vervoer vanuit het buitengebied naar het centrum nodig hebben. In feite is dit het beeld in Venetië.

Spreiding in tijd, dus seizoensverbreding, is een andere optie. Het instrument daarvoor, prijsvariatie, wordt echter al volop ingezet door luchtvaartmaatschappijen en hotels. Daarnaast is de vraag of een breder seizoen de bewoners minder drukte laat ervaren. Soms is de klacht juist dat het tegenwoordig ook buiten de vakantieperiodes druk is.

Beperking van het aanbod
Beperking van het aanbod, door het optreden tegen Nutella-winkels maar vooral door investeringsstops voor hotels - zoals in Barcelona en Amsterdam - kunnen doeltreffend zijn. Een hotelstop brengt prijseffecten met zich mee. Het is daarom wel van belang, net als bij prijsmaatregelen, dat er geen substituutaanbod is in de vorm van particuliere vakantieverhuur; of dat bijvoorbeeld Airbnb op dezelfde manier wordt ingeperkt als hotels.

Managen van toeristenstromen
Uiteindelijk moeten bestemmingen sturen op de aantallen, concentraties en soorten toeristen die zij willen, in plaats van te wachten op het toerisme dat ze overkomt. Daarvoor is afstemming tussen de betrokken partijen nodig, in plaats van de ontwikkelingen over te laten aan individuele marktpartijen die sturen op groei. Wellicht moet een deel van de marketingbudgetten die worden ingezet om bestemmingen te promoten, bestemd worden voor het managen van de toeristenstromen. 

Airbnb
Airbnb is niet de oorzaak van het overtoerisme. Maar als marktleider in stedelijke low-cost accommodatie is het platform zeker een katalysator geweest in de groei van het fenomeen. Hoewel Airbnb voortdurend claimt dat het bijdraagt aan de spreiding van het toerisme, tonen alle onafhankelijke studies aan dat die bewering niet klopt: Airbnb is geconcentreerd in toeristische centra, met hoogstens wat overloop naar woonwijken die tegen het centrum aanliggen (zoals Oud-West in Amsterdam). De opkomst van ‘multilisters’ - aanbieders met grote aantallen appartementen op Airbnb -  relativeert ook de bewering dat Airbnb ‘de gewone man’ mee laat profiteren van het toerisme.

Hoewel het ‘living like a local’ vooral een marketingslogan is, veroorzaakt vakantieverhuur wel degelijk contactmomenten tussen toeristen en bewoners. Botsende levensstijlen vormen dan eerder een aanleiding voor irritatie. De blowende Italiaan geeft minder overlast in een hotelkamer dan in het trappenhuis van een portiekwoning.

Belangrijk in dit verband is de schimmige manier van werken van het bedrijf. Omdat Airbnb geen gegevens deelt en veel aanbieders in een grijs gebied - of ronduit illegaal - opereren, ondermijnt het platform de mogelijkheid voor bestemmingen om de toeristenstromen in de hand te houden. Prijsmaatregelen of hotelstops zijn gedoemd te mislukken in steden met soms tienduizenden, onder de radar opererende, Airbnb verhuurders.

Aanbevelingen

1. Net zoals overbevissing een probleem voor vissers is, is overtoerisme een probleem voor hoteliers. Het nemen van maatregelen is dus in uw belang, net als het stimuleren van meermalig gebruik van de handdoek in uw belang is. 

2. Bestemmingen moeten zicht hebben op de indicatoren voor toeristendruk - bijvoorbeeld het aantal bezoekers en hotelbedden per 100 inwoners, toeristen per vierkante kilometer en per maand, aandeel toeristische sector in werkgelegenheid, aantal klachten van bezoekers - en de gewenste niveaus voor deze indicatoren vaststellen.

3. De aantallen en impact van dagbezoekers en overnachtende bezoekers via alternatieve kanalen - familie en vrienden, niet gereguleerde vakantieverhuur - tegenover die van de in de reguliere sector overnachtende bezoekers moeten in beeld komen en afgewogen worden.

4. Hotels en toeristische sector moeten bijdragen aan een brede discussie over de gewenste vorm en mate van toeristische ontwikkeling. Doel is een verdeling van lusten en lasten over de betrokkenen in een bestemming.

5. De sector zelf moet initiatieven nemen om ontwikkelingen kritisch onder de loep te nemen en, waar mogelijk, zelfregulerend op te treden. Slechte ideeën als de bierfiets kunnen dan eerder beantwoord worden.

De impact van toeristen en dagbezoekers

De totale drukte en impact op een stad wordt bepaald door overnachtende verblijvers plus dagbezoekers. De laatste groep is groter, maakt veel intensiever gebruik van toeristische voorzieningen en levert economisch vaak minder op; reden waarom een stad als Barcelona een keuze maakt voor de overnachtende bezoekers.

De aantallen hotelbezoekers zijn nog wel redelijk in beeld te krijgen, maar cijfers over dagbezoekers en bezoekers via andere kanalen zijn minder onomstreden. Deze worden vastgesteld op basis van enquetes of van gegevens uit diverse andere bronnen. Schattingen voor totale jaarlijkse bezoekers aan Venetië lopen op tot 24 miljoen; voor Amsterdam noemt onderzoeksbureau SEO een aantal van 18 miljoen. Barcelona ontvangt 8,3 miljoen hotelgasten en volgens een van de schattingen eenzelfde aantal bij familie en vrienden of in vakantieappartementen. Daarnaast ontvangt de stad naar schatting 12 miljoen dagjesmensen.

Het cruisetoerisme draagt sterk bij aan de toename van de dagbezoekers. Internationaal staat de economische opbrengst van cruisebezoekers ter discussie.

HM302017
 

Overig nieuws