De ‘best price clause’ verder ter discussie

Auteur: Redactie
Wet- en regelgeving OTA's 22 september 2013
De ‘best price clause’ verder ter discussie

Internet leek voor de hotellerie aanvankelijk een zegen. Men kon plots een veel grotere doelgroep bereiken. Maar met de opkomst van vergelijkingssites lijkt de zegen een vloek te zijn geworden. Hotels mogen bijvoorbeeld van sommige vergelijkingssites zelf geen lagere prijs aanbieden. Het is de vraag in hoeverre dit soort voorwaarden toelaatbaar zijn. In verschillende EU-lidstaten wordt deze praktijk nu ter discussie gesteld.

Het is een bekende klacht: hoteliers worstelen al jaren met online travel agents (OTA’s), zoals Expedia, Tripadvisor, Hotels.com, HRS, Booking.com en Weekendjeweg. Veel hotels ervaren hun afspraken met OTA’s als wurgcontracten. Met name de restricties ten aanzien van de prijsstelling zitten de sector hoog. “Wij mogen zelf geen lagere prijzen aanbieden”, aldus bestuurder Frans Hazen van Koninklijke Horeca Nederland in De Telegraaf, “want dan worden we eruit gegooid.”
Er zijn verschillende manieren om onder dit soort ‘best price clauses’ uit te komen.
Ten eerste kan een hotelier proberen een gast toch direct bij hem te laten boeken. Zo kan de hotelier tot wel 25% commissie uitsparen, die hij anders aan de OTA had moeten betalen.

Ten tweede kan de sector online initiatieven trachten te stimuleren die de marktmacht van OTA’s verminderen. Recente voorbeelden hiervan zijn iAmsterdam.com, Custom Bookings, Google Hotel Finder en Bookingsquare.com. Het idee is een ander online verdienmodel. Ten derde kan de sector ter discussie stellen of een bepaalde ‘best price clause’ mededingingsrechtelijk toelaatbaar is. Op die derde mogelijkheid focust deze bijdrage.

Mededingingsrecht

Het Nederlandse en Europese mededingingsrecht verbieden kartels. Anders gezegd: ondernemingen zijn niet 100% vrij om onderling afspraken te maken. Als afspraken de concurrentie op de relevante markt merkbaar verhinderen, beperken of vervalsen, zijn die in beginsel verboden. Dat geldt zowel voor (horizontale) afspraken met concurrenten, als voor (verticale) afspraken met bijvoorbeeld toeleveranciers.
Het Nederlandse en het Europese mededingingsrecht verbieden ondernemingen ook misbruik te maken van een dominante positie, voor zover zij die op een bepaalde markt hebben. De Nederlandse toezichthouder, de Autoriteit Consument & Markt, geeft voorbeelden van zulk misbruik: leveringsweigering, koppelverkoop, roofprijzen en korting onder voorwaarden. Onder omstandigheden kan worden betoogd dat OTA’s die een dominante positie innemen – partijen waar simpel gezegd niet aan te ontkomen valt – misbruik maken door aan contractpartners een ‘best price clause’ op te leggen.

‘Best price clauses’ kunnen de vrije concurrentie beperken. Vergelijkingssites concurreren niet meer op prijs. Hotels krijgen minder vrijheid. Nieuwe partijen, zoals last minute aanbieders, treden moeilijker toe tot de markt. Europese en nationale toezichthouders kunnen toetsen of ‘best price clauses’ mededingingsrechtelijk wel toelaatbaar zijn.

Voor een onderneming heeft schending van het Nederlandse of Europese mededingingsrecht grote gevolgen. Het houdt bijvoorbeeld in dat de desbetreffende afspraken nietig zijn (alsof zij nooit hebben bestaan). Ook kan een toezichthouder, na constatering van een kartelinbreuk, aan de onderneming hoge boetes opleggen. Deze kunnen oplopen tot wel 10% van de totale concernomzet. Ten slotte kunnen slachtoffers schadevergoeding eisen.

Nederland

Naar aanleiding van het aangehaalde Telegraaf-artikel zijn vorig jaar Kamervragen gesteld. Het kabinet zag toentertijd nog geen aanleiding tot ingrijpen. Onder meer veronderstelde het kabinet, gebaseerd op een gesprek tussen Koninklijke Horeca Nederland en de Nederlandse Mededingingsautoriteit (thans: Autoriteit Consument en Markt), dat hotels aan de telefoon, aan de balie en op websites wel degelijk lagere hotelprijzen mochten aanbieden. Dit lijkt een onjuiste of onvolledige veronderstelling. Hoe dit ook zij, de Nederlandse autoriteiten zijn nog niet in actie gekomen. Dat is elders in Europa wel anders.

Europa

In Duitsland heeft de nationale mededingingsautoriteit op 10 februari 2012 een lijst met mededingingsrechtelijke bezwaren verstuurd naar HRS. Deze zijn onder meer gericht tegen de ‘best price clause’, die HRS hanteert. De voorzitter van de Duitse mededingingsautoriteit licht zijn analyse toe als volgt: “HRS is verreweg de grootste online boekingssite in Duitsland. Haar ‘best price clause’ verhindert andere concurrenten om met betere voorwaarden marktaandeel te winnen. Nieuwe concurrenten kunnen minder makkelijk tot de markt toetreden. Daarom zijn dit soort voorwaarden een bedreiging van de vrije mededinging”. HRS krijgt nu de gelegenheid om op de lijst met bezwaren te reageren.

In Groot-Brittannië zijn ze al twee stappen verder. Op 9 augustus 2012 heeft de Britse mededingingsautoriteit daar een consultatie uitgevaardigd. Zij had na twee jaar marktonderzoek onder meer bezwaren geuit tegen ‘best price clauses’ van Expedia en Booking.com. Deze zouden het Britse en het Europese kartelverbod schenden. Onder meer door de concurrentie op prijs te beperken, en het moeilijker te maken voor nieuwe concurrenten om de markt te betreden. Expedia en Booking.com hebben vervolgens enkele toezeggingen gedaan, zodat deze bezwaren ondervangen zouden worden. De Britse mededingingsautoriteit vraagt nu aan de markt wat zij van deze toezeggingen denkt.

In Zwitserland is sinds een halfjaar een onderzoek aan de gang. De Zwitserse mededingingsautoriteit liet weten “dat er indicaties zijn dat bepaalde clausules in de contracten tussen Booking.com, Expedia en HRS en hun afzonderlijke aangesloten hotelpartners de concurrentie tussen deze online boekingssites kunnen beïnvloeden. Dit geldt in het bijzonder de zogenaamde beste prijs clausules die hotels beperken in de mogelijkheid om via verschillende distributiekanalen verschillende retailprijzen vast te stellen.”

Voorlopige conclusie

Het lijkt erop dat Nederland mogelijk te snel is geweest met het accepteren van ‘best price clauses’. Deze doen elders in Europa de wenkbrauwen fronsen. De Autoriteit Consument & Markt volgt de ontwikkelingen in Groot-Brittannië, Duitsland en Zwitserland ongetwijfeld op de voet. Dat is voor onze hotelklanten niet anders.
Bonnie Buckhiester zei ooit: “Hotel revenue management means selling the right room to the right customer at the right time for the right price for the right length of stay from the right distribution source”. Met andere woorden: voor maximale omzet, moet men aan allerlei knoppen kunnen draaien. Het mededingingsrecht kan daaraan mogelijk een bijdrage leveren, en de sector weer wat meer vrijheid geven.

Over de auteurs

Minos van Joolingen en Adriaan Buyserd werken bij Banning.nl, een advocatenkantoor te ’s-Hertogenbosch en Rotterdam. Zij zijn beiden gespecialiseerd in het mededingingsrecht. Zij publiceren regelmatig over dit onderwerp, onder meer op Mededinging.co.

HM302013

 

Overig nieuws