The College Hotel, Amsterdam; Favoriete hotel in wording

Auteur: Jason van de Veltmaete
12 september 2004
The College Hotel, Amsterdam; Favoriete hotel in wording

De afspraak was per e-mail gemaakt: 15.00 uur bij de boom voor het hotel. Bij de boom? De afsluiting van het mailtje (‘With kind regards’ - gericht aan een stamechte Nederlander) deed ook al een wenkbrauw omhoog gaan. Maar allereerst, hoezo bij een boom? Dat werd al snel duidelijk: The College Hotel is voorlopig nog het domein van bouwvakkers. Toch noemde onze columnist Sander Allegro het hotel in één adem - in een aan de redactie gerichte fax - met zijn favoriete hotel ‘717’. Een vooruitziende blik? Dan deelt hij dat optimisme met Huub Verweij, al negen jaar lang voorzitter van Koninklijk Horeca Nederland Amsterdam (nog tot eind 2004) en initiatiefnemer inzake dit hotel.

Die boom voor het hotel is overigens niet zomaar een boom. Het schijnt de oudste boom, of de oudste moerbei, van Nederland te zijn. Het Amsterdamse stadsdeel Oud Zuid stemde in met de komst van het hotel, mits de boom bewaard zou blijven. Kosten: circa dertigduizend euro. (Hij stond al op instorten.)

Of deze moerbei het nog lang zal maken is zeer de vraag, maar in ieder geval blijft een fraai gebouw behouden: de oude middelbare school, stammend uit 1894, een schoolvoorbeeld van de Hollandse School (bouwstijl), de voorloper van de Amsterdamse School. Is er een passender onderkomen denkbaar voor The College Hotel?

Op eigen benen

Voordat de deuren straks openzwaaien (22 december) is er een lang traject bewandeld. Huub Verweij: ‘Zeven of acht jaar geleden heb ik verwoord dat de attitude van leerlingen, van de hotelscholen, te wensen overliet en dat de opleidingen slecht aansloten op de praktijk. Docenten hadden vaak niet door dat het vak veranderd was; dat de markt veranderd was. In Amsterdam heb ik toen geponeerd: “Hoe kunnen jullie een hotelschool zijn zonder een hotelpracticum?” Het was uiteraard een financiële kwestie; de hotelschool wilde dolgraag een practicum, maar de middelen ontbraken. Toen hebben ze mij gevraagd om met een plan te komen, zo van: “Jij weet het allemaal zo goed, dus laat maar zien hoe het moet.” Ik heb toen een rapport geschreven, en dat leidde tot het concept van The College Hotel.

Het uitgangspunt van Verweij was opmerkelijk: het hotel mocht niet gesubsidieerd worden; het mocht niet paracommercieel zijn. ‘Gewone prijzen, gewoon in de markt,’ zegt hij. ‘En het moet het beste van het beste vertegenwoordigen, want wij willen jonge mensen goed opleiden. Dus niet, zoals velen de afgelopen twintig jaar goedwillend, maar ondoordacht gedaan hebben, voor jongeren op de knieën gaan, omwille van het “elkaar recht in de ogen kunnen kijken”. Leerlingen moeten gedwongen worden omhoog te kijken; ze moeten uitgedaagd worden; ze moeten leren lopen en leren klimmen.’

Amsterdam heeft de grootste hotelschool van Nederland (circa 2000 leerlingen) en straks dus een ‘leerhotel’; een van de vier of vijf die Nederland telt, maar nogmaals: dit wordt een echt hotel, dat zichzelf staande moet kunnen houden, dat naam en faam moet verwerven, opdat de gasten komen en de kassa rinkelt. 'Het mag geen hotelletje spelen worden’, aldus Verweij, ‘zoals in die andere hotelpractica. Daar kun je slapen voor... zeg maar 25 euro. Weekeinden, feestdagen en vakanties gesloten... In geen van die hotels zou ik trouwens graag willen slapen. Dit is Amsterdam. We hebben 21.000 hotelkamers; er is plek zat voor 40 extra, maar laten we het dan wel goed doen en alle technieken toe gaan passen. In 1999 zag de directie van het ROC er wel brood in. Het plan is vervolgens uitgewerkt: we hebben financiers gevonden, architecten en een conceptontwikkelaar die vanaf de eerste dag alles begeleid heeft; tot en met de kleding en de website.’

Bestemming

Het gebouw is het uitgangspunt, de basis van dit hotel. Het is zo verbouwd dat - met veel respect voor de architectuur van die oude school - als het ware een toevoeging aan het hotel werd gegeven. Verweij: ‘Het oorspronkelijke is bewaard gebleven, en dat vindt een voortzetting in de opzet van het bedrijf. Dit is een “stand alone hotel” binnen een eigen BV. De financiering van de verbouwing is gewoon via de banken gegaan. Geen geld van OCW dus; geen goedkope trucjes, zoals door anderen betaalde huur... Alle lasten en afschrijvingen zijn voor het hotel zelf. Er komt een vaste staf van personeel in, voor de managementfuncties; daarnaast zo’n vijftien stagiairs en zestig tot zeventig leerlingen per dag die praktijk moeten doen.’

En de banken stribbelden niet tegen... Terwijl er toch regelmatig geklaagd wordt over de (vermeende) onwil van banken om met geld over de brug te komen, zodra het de horeca betreft. ‘De banken zijn helemaal niet onwillig,’ meent Verweij. ‘Het probleem is, dat veel horecaondernemers met plannen komen die onvoldoende onderbouwd zijn. Idealisme is mooi, maar het mag geen naïef idealisme zijn. Ondernemers moeten wel weten wat er in de markt gaande is.’

Geen hobbels dus? Natuurlijk wel, want de politiek is er ook nog. Het stadsdeel Oud Zuid had duidelijk moeite met het bestemmingsplan. ‘Is het een school of een hotel?’ - ‘Een school,’ volgens het ROC. ‘Maar wat krijgt de buurt te zien?’ - ‘Tsja, een hotel... Het is allebei...’ Maar een school heeft een maatschappelijke bestemming en een hotel een commerciële. Hoogleraar erbij gehaald. In het bestemmingsplan werd uiteindelijk een clausule opgenomen waarmee het stadsdeel prima kon leven: dit mag een hotel zijn, op voorwaarde (dus zolang) het ROC eigenaar is. Mocht het ROC ermee stoppen, dan krijgt het gebouw onmiddellijk weer een onderwijsbestemming.

In het gebouw is dertien miljoen euro geïnvesteerd, maar het is dus onverkoopbaar. Dat is lastig voor de financiering; het waarborgt echter wel de continuïteit van het project.

Het management wordt straks waarschijnlijk - de onderhandelingen zijn op het moment van schrijven nog gaande - verzorgd door de Stein Groep. (Die ‘doen’ ook hotel Blakes.) Dat past wel, want David Stein staat te boek als een maatschappelijk bewogen man die weliswaar geld wil verdienen, maar die veel affiniteit heeft met onderwijs. Hij is bijvoorbeeld voorzitter van de JFK Foundation en geeft veel lezingen op hotelscholen.

Verweij: ‘We hebben met hem gesproken; hij is erg enthousiast. De Stein Groep is bereid het operationele management te doen voor een vergoeding die lager is dan je in enig managementcontract zult vinden. De school “doet de school”, dat wil zeggen: het leveren en begeleiden van de leerlingen die er 365 dagen per jaar, 24 uur per dag hun inspanningen moeten verrichten. Om de dag een andere groep van ruim zeventig leerlingen; elke drie maanden weer volledig nieuwe leerlingen. Alle 250 eerstejaars komen, in hun eerste jaar, aan de beurt.’

Lifestyle

Voor de docenten van de hotelschool is het natuurlijk een prachtige uitdaging. Zij hebben zich bezield aan hun toekomstige taak gezet; iets dat Verweij goed kan begrijpen, want hij heeft ooit zelf voor de klas gestaan in het middelbaar onderwijs. ‘Het is een onderwijskundige vernieuwing, leerlinggebonden. Iedere leerling krijgt zijn persoonlijke ontwikkelingsplan. Voor iedereen wordt een heel pakket samengesteld.’

Goed, de Stein Groep heeft zijn werk; de hotelschool heeft zijn taak; wat gaat Huub Verweij nog doen? ‘De contacten met de gemeente onderhouden,’ begint hij. ‘Contacten met de pers... Onlangs zijn mensen uit Zuid-Afrika hier geweest, omdat men ons concept wil kopiëren. We krijgen momenteel heel veel op ons af. Ik moet er ook voor zorgen dat de school aan de operationele wensen van het hotel kan voldoen, bijvoorbeeld qua aantal leerlingen dat ingezet moet worden.’

En om de ambities maar gelijk goed zichtbaar te maken, heeft The College Hotel zich aangesloten, als ware het vanzelfsprekend, bij Luxury Lifestyle Hotels & Resorts. Deze groep is, volgens een persbericht, vooral gecreëerd voor de behoeften en wensen van individuele, kleine en middelgrote hotels met architectonische bijzonderheden, veel charme en elegantie, een zeer hoog niveau van comfort en luxe en vriendelijke, persoonlijke dienstverlening.

Uit de resultaten van een onderzoek door Price Waterhouse Coopers Hospitality and Leisure Group is gebleken dat het woord lifestyle het beste weergeeft wat een hotelgast als speciaal ervaart binnen de hotelsector. Lifestylehotels weerspiegelen vaak de persoonlijkheid van de eigenaar, bieden een zeer hoog niveau van dienstverlening, hebben een unieke architectuur en inrichting, en zijn vaak voorzien van de nieuwste technologie. De groep telt hotels en resorts in België, Frankrijk, Nederland (717, Blakes), Ierland, Spanje en Groot-Brittannië.

‘Het zijn er nu 27,’ aldus Verweij. ‘De komende jaren wil de groep groeien tot maximaal 100 hotels. Zij boden ons hun reserveringssysteem aan tegen een zeer schappelijke prijs. Nadat we gekeurd waren natuurlijk; aan de hand van de bouwtekeningen. Wij vielen in de categorie lifestylehotels. Een lifestylehotel voegt iets toe aan het bezoek van de gasten. Dat kan de entourage zijn, of de sfeer. Wij hebben hier drie van elkaar gescheiden disciplines: slapen, eten en uitgaan. Het slaapgedeelte hebben we boven; het restaurantgedeelte staat helemaal open - dus niet te duur -; de lounge is qua vriendelijkheid en prijsstelling zo bereikbaar dat de buurtgenoten hier ook een drankje zullen komen pakken. We gaan dat bovendien aanvullen met entertainment.’

Geen porno

Ondanks alle technologie, geen ‘keycards’. Dat past in de filosofie. Verweij: ‘Gewoon mooie sleutels met een kwast eraan, omdat wij willen dat de gast de sleutel terugbrengt naar de receptie, zodat de leerling contact met hem kan leggen. “Hoe was uw dag?” - “Kan ik iets voor u betekenen?” Daarnaast hebben we een conciërge die met zijn laptop is aangesloten op ATP. Wij kunnen dus direct reizen boeken, vliegtuigstoelen reserveren, maar ook kaartjes regelen voor het concertgebouw of Ajax. We hebben immers ook leerlingen die de opleiding Toerisme doen.’

Geen keycards dus, maar wel op elke kamer een espressomachine. Natuurlijk biedt het hotel 24 uur per dag roomservice, maar wie wil nou niet, direct na het opstaan - nog niet voldoende opgefrist of opgemaakt om andere mensen onder ogen te komen - een heerlijk kopje espresso?

Pay-tv is uit den boze. ‘Voor vijf euro kunnen mensen een dvd bestellen uit een lange, met zorg samengestelde lijst,’ legt Verweij uit. ‘Wij zijn een onderwijsinstelling... Pay-tv is negentig procent porno. Wij willen niet dat onze leerlingen, in ons hotel, daarmee in aanraking komen.’

Ten aanzien van de concurrentie is de hotelschool in Amsterdam minder fijngevoelig. Verweij: ‘Bijna elke hotelschool kampt met een daling van leerlingen. Wij hebben een groei van acht procent. Dat komt vast al een beetje door dit hotel, maar vooral ook door ambitie. Ik mis in heel veel scholen die ambitie. Bovendien gaat erg veel aandacht in de branche uit naar de grote ketens; naar het pure geld verdienen. Toekomstige hotelmanagers zien zichzelf al achter een bureau zitten met daarop acht computerschermen. Dat is jammer, want de hotellerie moet op het emotionele gericht blijven, en het ambachtelijke moet absoluut voorrang blijven krijgen. Geef de jongeren echte rolmodellen en leer ze het ambacht; dan komt het goed.’

Opening 22 december

Kamers: 40

Vergaderzalen: 3

Lounge: 250 personen

Restaurant: 70 personen

Kamerprijzen: (ca. 175 tot 650 euro)

business center

‘babysitting’; ‘petsitting’

sportinstructeur; conciërge

kapper; masseuse

in room Spa-behandelingen

HM302004

Overig nieuws