De onzin van zwart geld

Auteur: Redactie
Wet- en regelgeving 13 december 1997
De onzin van zwart geld

Zwart geld schijnt een maatschappelijk fenomeen te zijn. Er wordt zeer veel over geschreven en nog meer over gesproken. Voor ons aanleiding om het onderwerp nog eens de revue te laten passeren en ons de vraag te stellen: is zwart geld nu zinnig of onzinnig?

 

De meningen zijn verdeeld. Dit zal ook altijd zo blijven. Hoe zwart geld gecreëerd wordt, weten wij niet en daar willen wij ons ook niet mee bezig houden. Vastgesteld kan worden dat de bedrijfstak horeca regelmatig in verband gebracht wordt met zwart geld. Het schijnt in uw bedrijfstak 'gebruikelijk' te zijn om min of meer regelmatig personeelsleden geheel of gedeeltelijk zwart uit te betalen. Zwart uitbetalen wil zeggen dat de betaling niet in de loonadministratie c.q. de financiële administratie voorkomt. Dat is volgens Deloitte & Touche onverstandig. Alleen al vanwege het simpele feit dat degene die zich hier mee bezig houdt, zich onnodig problemen op de hals haalt. Welke problemen dat zijn? Er zijn problemen op het gebied van fiscaal recht, sociaal recht en civiel recht.

Boekenonderzoek

De fiscus is niet gecharmeerd van ondernemers die hun personeelsleden betalen zonder loonbelasting af te dragen. Daarom neemt zij tal van maatregelen teneinde dergelijke betalingen te achterhalen en uit te bannen. Acties op dat gebied zijn o.a. het bezien van de ingediende aangiften inkomstenbelasting c.q. vennootschapsbelasting, alsmede het verrichten van boekenonderzoeken.

Bij het bezien van fiscale aangiften, kunnen slechts vergelijkende conclusies getrokken worden. Bijvoorbeeld: hoe verhouden zich de loonkosten van bedrijf a tot die van b, c en d. Uiteraard levert dat geen sluitend bewijs op voor het bestaan van een zwart looncircuit. Meer direct wordt gecontroleerd bij een boekenonderzoek. Een dergelijk onderzoek wordt veelal voortijdig aangekondigd. De fiscus controleert dan de totale loon- en financiële administratie, of deelgebieden hiervan.

Ieder ondernemer heeft de verplichting, uit hoofde van het Wetboek Van Koophandel, om de administratie tenminste tien jaar te bewaren. Onder administratie wordt in dit verband niet alleen verstaan de boekhouding, maar ook alle onderliggende bescheiden. Als onderliggende bescheiden worden hierbij ook aangemerkt kassastroken, moederrollen (indien deze geproduceerd worden), alsmede planningen van personeel, roosters, agenda’s et cetera. Indien de fiscus constateert dat roosters niet aansluiten bij de gemaakte loonafrekeningen, kan er een probleem ontstaan.

In goede staat

Vroeger was het gebruikelijk om roosters en dergelijke weg te gooien. Deze werden dan slechts bewaard vanaf het moment dat de fiscus constateerde dat de gegevens daadwerkelijk werden weggegooid; vanaf dat moment werd een bewaarplicht opgelegd. Veel ondernemers hebben deze waarschuwing nog niet gehad, en zullen wellicht nog steeds denken dat zij deze administratieve gegevens weg kunnen gooien. In augustus 1995 heeft de belastingdienst echter een mededeling doen uitgaan omtrent het bewaren van administratieve gegevens, waarbij zij gesteld heeft dat alle gegevens die fiscaal van belang kunnen zijn, bewaard dienen te blijven gedurende tien jaar. Overigens is in dit schrijven ook aangegeven dat artikel- en prijsgegevens bewaard moeten worden. Mochten er ondernemers zijn die bepaalde administratieve gegevens niet wensen te bewaren, bijvoorbeeld in verband met de kosten van opslag van de administratie, dan kunnen zij een schriftelijk verzoek aan de belastingdienst richten.

Naast de bewaarplicht gaat de belastingdienst er nog vanuit, dat u als ondernemer passende beveiligingsmaatregelen neemt om ervoor te zorgen dat de administratie in goede staat bewaard blijft, zodat de gegevens toegankelijk blijven en controle binnen een redelijke termijn mogelijk is. Expliciet is gezegd, dat voorzorgsmaatregelen tegen brand en diefstal belangrijk zijn. Wij denken dat de fiscus hiermee een stevig wapen in handen heeft om het niet bewaren van deze gegevens voor de ondernemer tot een probleem te maken.

Het niet bewaren van gegevens die wel bewaard dienen te blijven, is een overtreding van artikel 52 van de Algemene Wet Rijks Belastingen. De sanctie hierop is omkering van de bewijslast. In dat geval zal de ondernemer aannemelijk moeten maken dat de opgelegde aanslag onjuist is. Het moet echter wel gaan om grote gebreken in de boekhouding. Het niet bewaren van enkele facturen zal niet meteen leiden tot verwerping van de administratie.

Lastig parket

Bij de start van een boekenonderzoek zal de fiscus een inleidend gesprek met u voeren om een beeld van u, alsmede van uw onderneming te krijgen. Vervolgens wordt de administratie gecontroleerd op tal van facetten. Het antwoord op de volgende vraag staat daarbij centraal: heeft de onderneming de belasting afgedragen die het af had moeten dragen?

De fiscus moet daarbij uw administratie kunnen volgen. Wel kan zij gegevens van derden in het onderzoek betrekken (bijvoorbeeld de brouwerij, drankengroothandel of de slager). Komt de belastingdienst tot de slotsom dat uw administratie niet kan leiden tot een juiste conclusie omtrent de belastingafdracht, dan verwerpt zij deze en zit u in een lastig parket. Enkele redenen om de administratie te verwerpen zijn bijvoorbeeld:

a. negatieve kassen (u geeft dan meer geld uit dan er in de kas zit);

b. inkopen zijn niet geboekt;

c. de bruto-winstmarge is laag;

d. uw privé-uitgaven zijn (te) laag.

Om een administratie te kunnen verwerpen, dient altijd sprake te zijn  van een combinatie van factoren. Als de fiscus uw administratie verwerpt, kan zij een stelling innemen ter zake van omzet, marge en winst, alsmede loonbetalingen. U dient dan te bewijzen dat de fiscus ongelijk heeft. Dit is niet eenvoudig!

Naast het beoordelen van de financiële administratie, is de fiscus gerechtigd tot het uitvoeren van zogenaamde Waarnemingen Ter Plaatse (WTP). Een Waarneming Ter Plaatse kan bijvoorbeeld inhouden dat er tellingen van personeelsleden worden uitgevoerd door de belastingdienst. Van de aanwezige personeelsleden wordt nagegaan of zij voorkomen in de loonadministratie. Op het bedrijfsadres dient altijd een personeelsregistratie aanwezig te zijn, met een copie van het identiteitsbewijs (paspoort) en een loonbelastingverklaring.

Indien deze gegevens niet aanwezig zijn, is ook weer sprake van een wetsovertreding met als sanctie toepassing van het 60 % tarief voor inhouding loonbelasting (het zogenaamde anoniemen tarief).

Overigens voert de belastingdienst ook stille WTP’s uit. Dit betekent dat zij zich niet kenbaar maakt en slechts observerend en registrerend aanwezig is zonder dat de ondernemer dan wel zijn personeelsleden dit in de gaten hebben. De verkregen informatie wordt achteraf vergeleken met de gegevens uit de loonadministratie. Het niet aansluiten van verkregen informatie met gegevens uit de administratie zal leiden tot vragen van de belastingdienst waarop u als ondernemer een antwoord dient te geven.

Nadelen

Personeel is zo duur. Dat argument wordt veelvuldig gebruikt om het zwart uitbetalen van personeel goed te praten. Maar tal van regelingen maken het voor ondernemers mogelijk om op een volstrekt legale wijze de loonkosten te drukken. Te denken valt aan toepassing van de zogenaamde scholieren regeling; aan het gebruik maken van hulpkrachten; aan het gebruik maken van subsidieregelingen, zoals de 'vermindering onderwijs' en de 'vermindering lage lonen'.

Dat er nogal wat nadelen kleven aan zwart geld blijkt uit de volgende opsomming.

1.         Ondernemers zijn makkelijk te chanteren door een ieder die op de hoogte is van

            'het circuit', zoals personeel, leveranciers, echtgenotes of echtgenoten et cetera.

2.         Bij een verkoop realiseert men niet de eigenlijke waarde van de onderneming.

3.         De werknemer verdient netto misschien wel veel meer dan de ondernemer.

4.         Benadeling van collega’s: oneerlijke concurrentie. Witten kan de collectieve

            lasten doen dalen en een prijsstelling mogelijk maken.

5.         Het schaadt het imago van de branche.

'Laat rommelen wie dat wil, maar gij, gedraag u wijzer. Want zo leven voor het goud, geeft leven vol ijzer.'

Auteur: Hans Kersten

HM30JAAR HM301997

Overig nieuws