Interview Hotel In het huis van Deventer: "Hier geen tv's op de kamer"

Auteur: Jason van de Veltmaete
3 april 2019
Interview Hotel In het huis van Deventer: "Hier geen tv's op de kamer"

Het mag best eens duidelijk gezegd worden: dankzij hoteliers is veel van ons nationale erfgoed bewaard gebleven. Hotel In het huis van Deventer kijkt uit op het Grote Kerkhof; dat zal menig ‘vreemdeling’ vreemd in de oren klinken, maar we hebben het gewoon over het plein waarop de grootste kerk van Deventer staat. Het hof van de Grote Kerk. Aan dat plein ligt de Latijnse School, en daarin vinden we ons hotel. Op de lijst met leerlingen van de Latijnse School prijken de namen Geert Grote en Erasmus. U weet wel, 14e en 15e eeuw. Dit erfgoed wordt anno 2019 gekoesterd door Rob te Wierik en Andrea Bergs.

Verwacht geen heel oud ogend gebouw. Ware het niet voor de medaillons met beeltenissen van Geert Grote en Erasmus, zou weinig herinneren aan dat verre verleden. En toch is de historie bijna tastbaar aanwezig. Dat ligt aan Rob en Andrea. Huizen moeten een verhaal hebben, vinden zij. Om maar direct uit de school te klappen: deze twee ‘nieuwbakken’ hoteliers runnen zes gastvrijheidslocaties, elk met een geheel eigen identiteit die terug te voeren is op de oorspronkelijke bewoners. Vakantieverblijven, een B&B en een hotel.

Authenticiteit

Hotel In het huis van Deventer is pas jongstleden oktober geopend; vandaar dat Rob en Andrea nog even moeten wennen aan de status van hotelier. Het is voor hen begonnen met een B&B aan huis, aan de overkant van de IJssel, met uitzicht op deze mooie rivier. Daar kwamen al snel andere locaties bij. Toen werd het tijd voor bezinning. “We waren eigenlijk niet van plan om een groot bedrijf te beginnen,” onthult Andrea. “Toch hebben we vier jaar geleden onze banen opgezegd, en hebben we gekozen voor de hotellerie. Maar wel gericht op de vormgeving en het verhaal. Het draait allemaal om de huizen en de omgeving.” Rob: “Het moet iets eigens hebben. Het sleutelwoord is authenticiteit.”

Het pand waarin Hotel In het huis van Deventer zich bevindt, is eigendom van NV Bergkwartier, de Deventer maatschappij voor stadsherstel. Voor Andrea is het belangrijk dat nu iedereen van het historische gebouw kan genieten. “Je kunt er naar binnen,” benadrukt zij. “Dat was destijds ook een voorname reden om de B&B te beginnen: van die prachtige omgeving moesten meer mensen gebruik kunnen maken.”

Midden in de oude Hanzestad Deventer, aan het plein van de Lebuinuskerk, dachten Rob en Andrea niet onmiddellijk aan een hotel. Rob: “We wilden gewoon mensen laten verblijven op een bijzonder mooie plek. Het aardige van dit concept is, dat we kunnen schakelen. We hebben zeven kamers (drie tweepersoons, drie vierpersoons en een soort appartementje. Dankzij schakelen per verdieping kunnen we dat aanpassen voor de recreatieve of de zakelijke markt. We wilden ook in het centrum van de stad een verblijf scheppen waar je met een groep terecht kunt; iets wat doorgaans enkel buiten de stad, in een vakantiewoning kan.”

Rob en Andrea willen arrangementen gaan aanbieden waarmee Deventer én het hotel beleefd (!) kunnen worden. Een eerste experiment in de richting van theater en kunst heeft al verrassend veel mensen dit hotel binnengelokt. “Ze waren echt nieuwsgierig naar onze kamers,” aldus Andrea. “We proberen kunst en cultuur bij elkaar te brengen.”

Raakvlakken

Zoals reeds gezegd, het gebouw is van NV Bergkwartier; zij hebben het casco opgeleverd. Crowdfunding heeft vervolgens de inrichting mogelijk gemaakt. Ook in dat opzicht staan Rob en Andrea dicht bij de lokale gemeenschap. “We willen het verhaal van de stad vertellen,” verheldert Rob. “Daar speelt de inrichting van de kamers een rol in. In iedere kamer is iets bijzonders te zien. Dat kan een muurschildering zijn, of een object.” Uiteraard staan in al de hotelkamers Auping bedden, want dat familiebedrijf - Koninklijke Auping bv - is in Deventer geboren (1888), gegroeid en gebleven.

Andrea: “We hebben vanaf het prille begin een creatief duo in de arm genomen. Dat zijn de Space Cowboys. Zij maken veel kunst in de openbare ruimte. De vraag die we elkaar telkens stelden was: Wat doet Deventer met jou? De antwoorden probeerden we te vertalen naar kunst en decoratie. Elke maand veranderde er weer iets. Het is werkelijk een ontwikkeltraject geworden.”

Onomkeerbaar is daarmee het hotel een entiteit op zich geworden, ‘los staand’ van de andere vijf verblijfslocaties. Aan de ene kant (van de IJssel) de B&B en de vakantiehuizen, aan de andere kant het hotel. Maar toch… Ze zijn vanuit hetzelfde concept ontstaan; daarin staan de verhalen en de beleving voorop. Bedrijfsmatig is er ook sprake van een koppeling. De locatie Lucy in the Sky - een kunstenaarsproject waarin één hotelkamer is ondergebracht - kan als extra kamer dienst doen. De afstanden tussen de diverse locaties zijn gering.

Rob ziet nog een raakvlak: “Als gasten bijvoorbeeld in onze B&B ervaren hebben hoe wij dingen doen, kan dat zomaar leiden tot boekingen in ons hotel. We hebben wel degelijk synergie voor ogen.”

En energie in het lijf. Veel energie. De (gevoelsmatige) overeenkomsten tussen de zes locaties van Rob en Andrea verklaart Rob met deze ene zin: “Al onze plekken zijn met dezelfde energie gemaakt.”

Authentiek, eigenzinnig, eigenwijs en “van ons”. Rob laat er geen twijfel over bestaan: “We maken niets waar we zelf niet in willen verblijven.” Andrea vult aan: “Het gaat ook allemaal eerst door onze eigen vingers. We moeten het, bij wijze van spreken, zelf kunnen en willen maken.”

Sfeer en geschiedenis             

De arrangementen die bij de andere verblijven horen, wijzen duidelijk op een bepaalde doelgroep: kanoërs, mountainbikers, buitenmensen. Maar welke hotelgasten kiezen voor dit artistieke hotel waar de kamers (nog) geen tv hebben? In een van de kamers staat wel een bed waarin vier personen comfortabel naast elkaar kunnen slapen. “Eigenlijk is het dezelfde doelgroep,” beweert Andrea, “ook al lijkt het misschien niet zo. We verwelkomen hier dezelfde mensen die in dat boerderijtje of jachthuis zitten. Zodra zij horen dat we ook dit doen, zie ik ze een half jaar later, of een jaar later, in het hotel. Ze komen dan niet meer voor de IJssel of het bos, maar voor Deventer. Het is wel zo dat we in de buitenverblijven meer gezinnen verwelkomen, en hier meer stelletjes, of vriendengroepjes.”

Ook bedrijven kloppen op de deur: zij kunnen hun eigen identiteit kleur geven door relaties onder te brengen in een hotel waar alles de sfeer en geschiedenis van Deventer ademt. Dat het uitzicht op het plein, de kerk en de terrasjes fantastisch is, mag als bonus beschouwd worden.

Voor veel mensen op die terrasjes - de Deventenaren in ieder geval - zal de voormalige, oudtijdse Latijnse School gewoon de Latijnse School blijven. Dus waarom is die naam niet gehandhaafd voor het hotel? Rob heeft een tweeledig antwoord op die vraag: “Enerzijds oogt het gebouw niet meer als een school, dus de uitstraling zou dan niet meer bij de naam passen; anderzijds is het vooral de plek die de Latijnse School heet, niet zozeer het gebouw. Nu staat hier een hotel, maar over vijftig jaar wellicht weer iets heel anders. De geschiedenis van deze plek en dit gebouw willen we zeer zeker vertellen, maar om nu helemaal in de sfeer van Erasmus en Geert Grote te blijven… Dat gaat misschien iets te ver. Moeten we in dit gebouw de herinnering levend houden aan de lijfelijke aanwezigheid van deze twee mannen, of moeten we vooral iets doen met hun gedachtegoed? We kiezen voor het laatste. Hoe we dat gestalte gaan geven, is nog een vraagstuk.” Andrea: “Op andere locaties hebben we een soort ‘outdoor escaperoom’ opgezet; daarin openbaart zich stap voor stap een  verhaal.” Een boeiend verhaal - bijna letterlijk.

Managers met focus

Nog even zoeken dus, naar de perfecte invulling. Daar mogen Rob en Andrea best even de tijd voor nemen, want ze zijn pas zeven jaar geleden begonnen met hun B&B. Nu al zes locaties; het is hard gegaan. Andrea was manager in de Zorg, een sector waar wel meer hoteliers vandaan komen. “Maar,” interrumpeert zij onmiddellijk, “binnen diverse organisaties. Niet ‘aan het bed’, zogezegd. Ook nu nog werk ik voor zo’n organisatie. Voor hen houd ik mij bezig met het vastgoed en de inkoop.”

Rob is van huis uit milieukundige. Hij heeft voor de politie gewerkt: milieuhandhaving; dat soort werk. “Daarna ben ik gebiedsontwikkeling gaan doen,” vertelt hij. “En de laatste tien jaar had ik de mooiste baan die je kunt bedenken: voor de stichting IJssellandschap heb ik als projectleider gewerkt. Ik mocht zorgboerderijen ontwikkelen, wandelpaden en mountainbikeroutes aanleggen; noem maar op. Maar ik ben eigenlijk een pionier, een innovator, dus na zo’n acht of negen jaar wilde ik toch iets anders. Andrea en ik waren al een beetje in de recreatiehoek terecht gekomen, en toen de gelegenheid zich voordeed om een prachtig gelegen vakantiewoning aan onze B&B toe te voegen, was het pleit beslecht.” Ter info: IJssellandschap (en haar rechtsvoorganger De Verenigde Gestichten) beheert en ontwikkelt sinds 1267 land, landgoederen, boerderijen en huizen rondom Deventer. Goed rentmeesterschap en het koesteren van het verleden - als inspiratiebron - zijn de kernwaarden.

Rob: “Andrea en ik hebben allebei een managementachtergrond, en we zijn types die gewoon alles aanpakken. Ook wat betreft dit hotel: we sturen de verbouwing aan; we sturen het creatieve team aan; we doen zelf de inkopen; we staan te koken voor groepen en verzorgen het ontbijt… De uitdaging ligt in het op tijd focussen.” Andrea: “Toen ik aan dit gebouw begon, wist ik nog niet dat het een hotel zou worden, en dat elke kamer een eigen identiteit zou krijgen. We stappen er iedere keer ‘breed’ in, en dan gaan we focussen. Vanuit die focus groeit het concept. Dit is organisch ontstaan.”

In dat groeiproces hebben Rob en Andrea de kunstenaars van het creatieve team veel ruimte gegeven. “Op dat vlak moet je niet alles zelf willen doen,” betoogt Andrea. “Ik heb menigmaal hoofdschuddend toegekeken, vanaf de zijlijn, maar kunstenaars mag je niet verleiden tot concessies, want dan krijg je niks.”

De geest van Geert Grote

Delegeren kunnen Ron en Andrea niet goed, maar loslaten wel, verzekert ons Rob. “Daarom zeg ik ook vaak dat dit niet óns hotel is. Ja, wij exploiteren het, maar dit hotel is net zo goed van ons creatieve team. Ook het theaterfestival dat Andrea vorige week organiseerde, had niet van de grond kunnen komen zonder de inzet van vrienden en bekenden. In die zin is het van ons allemaal. Misschien is dat wel de geest van Geert Grote die in het hotel rondwaart. De wereld is niet van ons. We mogen er even zijn. Met liefde en passie verzorgen, vervolgens doorgeven.”

Wat ook op papier wel of niet ‘van hen’ is… De stenen van Hotel In het huis van Deventer zijn van NV Bergkwartier; één vakantiewoning - geheel duurzaam verbouwd, spectaculair gelegen in de uiterwaarden - is helemaal van Rob en Andrea; idem de B&B; Lucy in the Sky en de vakantiewoningen in het bos worden gehuurd. “Hard werken voor de huurbaas,” zegt Rob lachend. “Het is gelukkig wel zo dat wij een product bieden dat past bij de doelstellingen van onze huurbazen Bergkwartier en IJssellanden.”

De grote gemene deler van de onderling zeer verschillende locaties? Het verhaal. Dat verhaal wordt verteld door het monumentale karakter van een pand of door de omliggende natuur. Hoewel voor de meeste hotels geldt dat de gasten toevallig in de buurt moeten of willen zijn, en derhalve het hotel als opportune overnachtingsplek gekozen hebben, legt Andrea zich niet neer bij die louter accommoderende functie. “Het is echt mijn ambitie dat mensen speciaal voor dit hotel komen,” bekent zij. “En voor Deventer.”

Ergo (om er even latijn tegenaan te gooien): Hotel In het huis van Deventer zal aandacht moeten genereren van de glossy’s. De hotellerie is immers een onderdeel geworden van ‘lifestyle’. Dure advertenties kunnen Rob en Andrea niet bekostigen - denk aan de crowdfunding voor de inrichting - dus de bijzondere kamers en het opmerkelijke concept moeten voor publiciteit zorgen. Ook bloggers kunnen behulpzaam zijn. Verder hebben de twee hoteliers van dit ‘stand alone’ hotel hun hoop gevestigd op de VVV. “De gemeente wil van Deventer een merk maken,” weet Rob. “Welnu, wij vertellen het verhaal van Deventer.”

Niet vastpinnen

Op de verdieping onder het hotel heeft begin maart een restaurant (Het Lokaal) de deuren geopend. Dat is een mooie F&B-faciliteit waar Rob en Andrea echter niet direct bij betrokken zijn, ook al zijn zij wel de verhuurders. Andrea: “Er is veel overleg, maar het is duidelijk een ander bedrijf.” Rob: “Als je ons vastpint op één plek, komt het niet goed. Een restaurant moet vaste gezichten hebben; dat kunnen wij niet zijn.”

Delegeren, loslaten… Bij de hotellerie hoort outsourcing. Rob en Andrea hebben veel uitbesteed, maar niet zonder slag of stoot. Zij willen zoveel mogelijk eerst zelf doen. Goed management moet gebaseerd zijn op uitproberen, uitvinden en leren, vinden zij. Van housekeeping tot yield management. ”Geen dubbele boekingen bij ons,” belooft Rob, verwijzend naar een ingewikkeld computerprogramma dat hij zich met plezier eigen gemaakt heeft. Andrea: “Wij willen gewoon heel goed worden in het runnen van een hotel. Focus!”

Fotografie: Paul van der Wal Fotografie

HM302019

Overig nieuws