Bouwbesluit leidend bij brandveiligheid

Auteur: Thijs Jacobs
Wet- en regelgeving 18 april 2014
Bouwbesluit leidend bij brandveiligheid

Het zal u maar gebeuren: brand in het hotel. Brandveiligheid is voor veel hoteliers een aspect van het ondernemerschap dat voor hoofdbrekens zorgt; zeker bij nieuwbouw, verbouwing en renovatie. De brandveiligheidseisen voor hotels zijn hoog; dat is begrijpelijk, aangezien er mensenlevens mee gemoeid zijn. Maar het voldoen aan de wet- en regelgeving kost veel geld, werk en aandacht.

In hotels en andere gebouwen met een ‘logiesfunctie’ is het brandveiligheidsaspect belangrijker dan in veel andere gebouwen. Gasten verblijven immers in een voor hen onbekende omgeving en zijn daarom extra kwetsbaar bij brand. Zij weten vaak ook niet op voorhand hoe ze een veilig heenkomen moeten zoeken in geval van een calamiteit. Gaat u bouwen, verbouwen of renoveren? Bereid u dan maar voor! We praten u bij over brandveiligheid en de daarbij horende regelgeving, zodat u uw gasten beter kunt beschermen en beter voorbereid bent op eventuele investeringen.

Het Bouwbesluit

Jans Weges is onderzoeker van het Instituut voor Fysieke Veiligheid (IFV); bij hem zijn we duidelijk aan het juiste adres met onze vragen. Hij kent niet alleen vrijwel alle regels, hij kan zich ook goed inleven in de hotelier en de voorzieningen die de hotelier moet treffen om de gast een veilig onderkomen te bieden.

Gemeenten en brandweer stellen regelmatig aanvullende eisen, maar Weges geeft aan dat dit in 95 procent van de gevallen in conflict is met de regelgeving. “De bouwregelgeving, zoals bepaald in het Bouwbesluit van 2012, is sluitend. De gemeente moet een bouwvergunning verlenen wanneer wordt voldaan aan de eisen die vermeld staan in het Bouwbesluit. De enige uitzondering zou een welstandsprobleem zijn, en dat kom je bijna nooit tegen. De gemeente kan enkel nadere voorzieningen eisen als de bouw, verbouw of renovatie niet overeenkomstig het Bouwbesluit is. Het wil wel eens voorkomen dat gemeenten regels ‘verzinnen’, waarvan zij vinden dat die in de wetgeving hadden moeten staan. Adviseurs van hotels gaan hier vaak in mee, omdat zij in de toekomst vaker met de gemeente van doen zullen hebben: ze willen de relatie goed houden. Deze aanvullende eisen kun je van tafel schuiven: je mag gewoon bouwen wanneer het overeenkomstig de wetgeving is.’’

Aanvullende eisen

Weges: “Een goed voorbeeld is de zogenaamde omgevingsvergunning brandveilig gebruik. Deze kun je tegelijk met de bouwvergunning aanvragen, maar de brandweer en gemeente doen daar vaak moeilijk over. De omgevingsvergunning voor brandveilig gebruik moet minimaal zes weken voor ingebruikneming van het hotel aangevraagd worden en moet vóór de opening verleend zijn. Deze omgevingsvergunning is voor de hotelier een administratieve draak en ook weer voor minimaal 95 procent exact overeenkomstig het Bouwbesluit. Ik heb dan ook aan het ministerie voorgesteld deze te schrappen. De brandweer moet aanvullende eisen nu eenmaal onderbouwen, en in al de jaren dat ik dit werk doe, heb ik geen enkele keer een gegronde aanvullende eis gezien die niet in het Bouwbesluit stond.”

Een nadere voorwaarde zal worden gesteld voor bijeenkomstgebouwen met een hoge personenbezetting, zoals het hotel. Die voorwaarde zal dan vaak betrekking hebben op het maximaal aantal personen dat tegelijk in (een deel van) het gebouw aanwezig mag zijn; veelal een gebruiksbeperking genoemd.

Brandveiligheid

Het Bouwbesluit is dus een breinbreker voor velen. Sinds 2012 kennen we het Bouwbesluit zoals het nu van kracht is. Tot 2012 was er een scheiding in het Bouwbesluit enerzijds, en het Gebruiksbesluit anderzijds. Het Bouwbesluit was, simpel gezegd, van toepassing op bouwkundige voorwaarden en het Gebruiksbesluit op technische voorwaarden. Het Gebruiksbesluit voorzag dan ook in regels omtrent brandveiligheid bij inrichting en verbouwing. Denk daarbij aan het gebruik van brandgevaarlijke stoffen, het aantal gasten dat in een ruimte mag verblijven, et cetera.

Twee jaar geleden zijn al deze zaken samengevoegd in het Bouwbesluit 2012. Dit zou het makkelijker moeten maken, maar Weges ziet nog steeds verbeterpunten. “De brandveiligheidsregelgeving voor hotels is een nogal complexe materie, maar dat komt vooral door de manier waarop het opgeschreven is in het Bouwbesluit. Veel tussenzinnen, met allerlei normen en documenten waarnaar verwezen wordt. Dat is juridisch gezien onvermijdelijk, vooral omdat het een waterdicht besluit moet zijn, maar voor een leek is het haast niet te begrijpen. Daardoor ben je bij bouw of verbouw afhankelijk van een adviesbureau, en dat brengt kosten met zich mee. Bepaalde bepalingen omtrent versieringen zijn bijvoorbeeld ook lastig: volgens de gestelde kwaliteitseisen mag een versiering niet langer dan 15 seconden nabranden of 60 seconden nagloeien. Zelf ben ik bezig met een soort ‘handleiding brandveiligheid voor dummies’, maar het nadeel daarvan is, dat het juridisch niet waterdicht is.”

De minister

Weges vervolgt zijn betoog: “Architecten maken hun tekening naar aanleiding van de wensen van de hotelier; zij houden daarbij in eerste instantie geen rekening met de brandveiligheid. Wanneer je de tekening vervolgens laat toetsen, blijkt het te bouwen hotel technisch gezien onmogelijk brandveilig te maken, of het brandveilig maken is te duur. De minister wilde de bouw aanvankelijk ook meer vrijheid geven en volgens plan zou die vrijheid dit jaar verruimd worden. Daarop is de minister teruggekomen. Een belangrijk verschil is, dat in dát geval zowel de private sector als de gemeente mocht toetsen, en dat kan nu dus niet. Het gevolg: de gemeente blijft verantwoordelijk.’’ 

APK-keuring voor hotels

Hoe je het ook wendt of keert: brandveiligheid in hotels is uitermate belangrijk. Uw gasten moeten beschermd worden. Brandveiligheid is een primair aspect van deze veiligheid. Hotelgasten zijn immers niet bekend met de indeling van het hotel; daarom moeten zowel de brandwerendheid, compartimentering, rookwerendheid, de aanwezigheid van vluchtroutes en andere aspecten helemaal in orde zijn.

Houd er vooral rekening mee dat niet de overheid verantwoordelijk is voor de brandveiligheid in uw hotel, maar uzelf. Weges: “De brandweer voert steeksproefsgewijs controles uit; zie het als een APK-keuring voor het hotel. Wanneer je auto door de APK komt, wordt ook niet gegarandeerd dat de auto een jaar lang probleemloos blijft rijden. De brandweer voert deze controle meestal binnen een uurtje uit en de inspecteur heeft op kantoor nog een half uurtje nodig om een rapport te tikken. Zelf geef ik geef les aan controleurs, en we zijn in het kader van deze opleiding eens gaan kijken in een nieuw gebouwd hotel dat door de brandweer gecontroleerd en goedgekeurd was. Wij vonden zeker honderd punten waarop het hotel niet voldeed aan de eisen die gesteld worden voor brandveiligheid. Ik kan je garanderen dat ik in ieder hotel dat ik bezoek, meerdere punten kan aanwijzen die niet deugen. Wat dit voor je verzekering betekent? Dat weet ik niet, aangezien iedere verzekering andere voorwaarden hanteert. Ik zou de voorwaarden er maar eens op naslaan. Vast staat, dat je zelf als eigenaar verantwoordelijk bent. Kijk maar eens naar de regelgeving inzake schoorsteenbranden. In de wet staat niet dat je ieder jaar de schoorsteen moet laten vegen, maar er staat wél dat deze in een goede toestand voor veilig gebruik moet zijn.”

Tip voor hoteliers

Weges heeft ook een goede tip voor hoteliers. “Wanneer je gaat verbouwen, en je hebt verlaagde plafonds, laat dan een rode streep op de muur trekken bij een brandwerende scheiding en een groene lijn bij een rookwerende scheiding. Wanneer er later eens een kabel getrokken moet worden voor een tv of iets dergelijks, vertel dan de installateur of technicus hoe hij de kabel moet aanleggen, want voor je het weet heb je na zijn bezoek een groot gat in het plafond zitten. Je ziet daar niets meer van als het systeemplafond eronder hangt, maar brandtechnisch is het een groot gevaar, en dus niet toegestaan.”

Sprinklerinstallatie

Veel hoteliers weten ook niet dat een sprinklerinstallatie niet verplicht is. De enige uitzondering zou een extreem hoge ruimte zijn, of iets dergelijks, of het pand zou niet voldoen aan andere eisen, waarbij de sprinklerinstallatie kan ‘compenseren’. In de meeste gevallen dus totaal niet aan de orde. Toch kiezen veel hoteliers ervoor om een dergelijke installatie wél aan te laten leggen.

“Je krijgt alleen een Amerikaanse delegatie te logeren als je hotel ‘gesprinkled’ is,” verklaart Weges. “Kijk maar naar Hotel Huis ter Duin in Noordwijk: Obama verbleef daar bovenal omdat het voorzien is van een sprinklersysteem. Je kunt als hotelier de brandveiligheid dus uitstekend ‘vermarkten’, zeker wanneer het internationale gasten en delegaties betreft. Zelf kijk ik altijd of mijn kamer veilig is als ik in een hotel verblijf. Dat is geen beroepsdeformatie, want ik ken veel mensen die hetzelfde doen. Twintig jaar geleden kwamen de eerste rookmelders onze huizen binnen; menigeen stond je raar aan te kijken als je zo’n ding had hangen. Tegenwoordig kijkt niemand ervan op.”

Verbouwen

Het is een misvatting dat je, wanneer je gaat verbouwen, volledig onder de nieuwe wetgeving valt, zoals beschreven in het Bouwbesluit 2012. De hotelier moet voldoen aan het legaal verkregen niveau, zoals dat bestond of aangetroffen is. Let dus op met wat de gemeente u vertelt: zij hebben in veel gevallen ongelijk. Maar dat komt vaak ook door onwetendheid. Weges legt één en ander uit: “Niet voor iedere verbouwing is een bouwvergunning nodig. Het is echter wel nodig als je compartimenten gaat veranderen. Over het algemeen kun je stellen dat de brandweer het adviesorgaan is voor de gemeente bij de beoordeling van brandveiligheid. De gemeente neemt dan nog eens het zekere voor het onzekere, en voor je het weet ligt voor de hotelier een verplichting op tafel die niet overeenkomstig het Bouwbesluit is. Daar kom je als leek niet gauw achter, door de moeilijk te lezen wetgeving. Opnieuw is het dan noodzakelijk om een bekwame adviseur in te schakelen.’’

Kleine, oude hotels

Uit een onderzoek van de VROM-Inspectie blijkt dat de brandveiligheid in kleine hotels die vóór 1980 zijn gebouwd, meer dan eens te wensen overlaat. De Rijksoverheid verstrekte dan ook een handreiking om de eigenaren van deze hotels te hulp te schieten, zodat zij de brandveiligheid in hun hotel kunnen borgen. Met name bouwkundige aspecten vragen aandacht. Het op het vereiste niveau brengen van brandmeldings- en ontruimingsinstallaties kan de nodige kosten met zich meebrengen. Gebruiksaspecten en organisatorische aspecten zijn daarentegen vrij eenvoudig te realiseren.

Scheiding van afval bij renovatie

Er zijn, naast brandveiligheidskwesties, nog meer zaken waaraan u moet denken bij verbouw. Wanneer u als hotelier gaat verbouwen, dient het bouw- en sloopafval correct gescheiden te worden, wat extra kosten met zich meebrengt. Steenachtig sloopafval, gipsblokkenen gipsplaatmateriaal, bitumineuze dakbedekking, teerhoudende dakbedekking, teerhoudend asfalt, niet-teerhoudend asfalt, dakgrind en als gevaarlijk aangeduide afvalstoffen (zoals beschreven in de regeling Europese afvalstoffenlijst) dienen van elkaar gescheiden te worden, en ook gescheiden aangeboden te worden bij de afvalverwerking.

Wat hoteliers MOETEN weten over brandveiligheid:

Brandwerendheid

• De omhulling van een (sub-)brandcompartiment, zoals een hotelkamer, moet een brand in een bestaand hotel minimaal 20 minuten kunnen tegenhouden.

• Ook deuren en glaspartijen in scheidingswanden van (sub-)brandcompartimenten moeten 20 minuten brandwerend zijn. Dat betekent dat brandwerend glas moet worden toegepast.

• Openstaande deuren doen de brandwerendheid van een wand teniet. Deuren in scheidingswanden van hotelkamers moeten altijd zelfsluitend zijn. Er moeten dus deurdrangers op (of in) zitten. De deuren moeten bovendien goed aansluiten in de kozijnen en mogen niet kieren. Vuur en rook kunnen immers gemakkelijk door kieren dringen.

• Brandwerende wanden moeten goed aansluiten op de bovenliggende vloer. Er mogen geen gaten of openingen in die aansluiting zitten, ook niet boven een verlaagd plafond. De naad tussen wand en vloer moet met een brandwerende purschuim, kit of schuimband worden gedicht.

• Doorvoeren van leidingen door brandwerende constructies (bijvoorbeeld waterleidingen die worden doorgetrokken tussen twee tegen elkaar liggende badkamers) moeten brandwerend worden afgewerkt. Dat kan bijvoorbeeld met speciale brandwerende kitten en coatings. Bij doorvoeren van kunststofleidingen kunnen brandwerende manchetten worden gebruikt.

• Ventilatiekanalen gaan vaak dwars door brandwerende wanden, bijvoorbeeld bij een ventilatiesysteem met hoofdkanalen in de gang en aftakkingen of uitblaasroosters naar de hotelkamers. Zulke ventilatiekanalen moeten zijn voorzien van brandkleppen die bij brandalarm automatisch sluiten (brandklep met een smeltlood of met motorbesturing).

• Toegepaste materialen in de vluchtroutes mogen niet te gemakkelijk branden en niet teveel rook produceren. Zachtboard plafonds en houten of kunststof schrootjeswanden voldoen niet aan de eisen en mogen daarom niet worden toegepast in vluchtroutes. Veel typen vloerbedekking zijn brandgevaarlijk. Pas in vluchtroutes daarom zoveel mogelijk steenachtige materialen toe.

Vluchtroute

• Een vluchtroute moet leiden tot het aansluitende terrein en van daaruit tot de openbare weg, zonder dat gebruik moet worden gemaakt van een lift. Een vluchtweg mag alleen over vloeren, trappen en hellingbanen leiden.

• Houd minimaal eenmaal per jaar een ontruimingsoefening. U kunt dan goed controleren of het ontruimingsplan nog klopt en of bijvoorbeeld het brandalarm, de ontruimingsinstallatie en de nooduitgangen nog naar behoren werken. Maak een kort verslag voor het logboek. Leg daarin ook vast welke maatregelen u eventueel naar aanleiding van de ontruimingsoefening hebt genomen.

Brandmelding

Als de logiesfunctie alleen op de begane grond is gevestigd en kleiner is dan 250 vierkante meter, hoeft u geen brandmeldinginstallatie te hebben.

Als de logiesfunctie niet meer dan één verdieping heeft en kleiner is dan 250 vierkante meter, mag u volstaan met een zogenaamde ‘handmeldinginstallatie’. De installatie moet een geluidsalarm in werking stellen (ontruimingsinstallatie).

In alle andere gevallen moet u een volledige brandmeldinginstallatie met doormelding hebben. Dat wil onder meer zeggen dat in iedere hotelkamer een rookmelder moet zijn geïnstalleerd, aangesloten op een brandmeldcentrale. De installatie moet een alarm in werking stellen waardoor iedereen wordt gewaarschuwd, ook mensen die liggen te slapen (ontruimingsinstallatie). Bovendien moet de installatie het brandalarm automatisch doormelden naar de regionale alarmcentrale van de brandweer. De brandweer kan er dan snel zijn en eventueel nog helpen bij de ontruiming.

Een volledige brandmeldinginstallatie moet ‘doeltreffend worden beheerd, gecontroleerd en onderhouden’. Voor controle en onderhoud moet u een daartoe erkend bedrijf inschakelen. Wanneer de installatie is voorzien van automatische doormelding naar de brandweer, moet deze zijn voorzien van een geldig certificaat.

Als er brand uitbreekt, is er een grote kans dat de stroom uitvalt. Om ervoor te zorgen dat mensen zich in zo’n geval toch kunnen oriënteren in het donker, moet in ieder geval op de vluchtroutes noodverlichting zijn aangebracht. Een noodverlichtingsinstallatie kan goed worden uitgevoerd in de vorm van verlichte vluchtrouteaanduidingen.

De noodverlichtingsinstallatie moet tenminste eenmaal per jaar grondig worden gecontroleerd en onderhouden.

Let ook hierop:

In de stookruimte mogen geen brandbare materialen worden opgeslagen.

Aankleding onder het plafond mag bij brand niet naar beneden vallen met het risico dat mensen brandwonden oplopen of worden gehinderd bij het vluchten. Versieringen boven mensen mogen bij brand niet gaan smelten, waardoor hete druppels naar beneden kunnen vallen.

Vraag uw leverancier nadrukkelijk materialen van een brandvertragende kwaliteit.

Brandbare materialen voor versieringen, zoals papieren slingers of dennengroen, moeten worden geïmpregneerd. Dat is specialistisch werk, dat door gespecialiseerde bedrijven moet worden gedaan. Vraag een schriftelijke verklaring waarin staat dat het behandelde materiaal aan brandveiligheidseisen voldoet.

Plafondversiering moet buiten het bereik van het publiek hangen, ofwel op minimaal 2,5 meter hoogte. Vaak kunt u (buiten!) zelf een eenvoudige brandproef uitvoeren op versieringsmaterialen.

Zorg ervoor dat hotelgasten hun kamerdeur van binnenuit altijd zonder sleutel kunnen openen. Het gevaar bestaat anders, dat gasten de deur op slot doen, de sleutel mee naar binnen nemen en deze in panieksituaties niet meer terug kunnen vinden.

Zelfsluitende deuren zijn bedoeld om bij brand rook en vuur tegen te houden. In de praktijk worden ze bij het schoonmaken vaak vastgezet. Zorg ervoor dat de deuren niet ‘voor het gemak’ vastgezet blijven! De compartimentering – en dus ook de bescherming tegen snelle verspreiding van een brand – wordt daardoor namelijk volledig opgeheven!

Bedrijfshulpverlening (BHV) is een soort interne hulpdienst, die hulp biedt bij calamiteiten. BHV is bedoeld om situaties die gevaar opleveren voor de veiligheid en gezondheid van werknemers en derden (bijvoorbeeld hotelgasten) zoveel mogelijk te voorkomen en te beperken.

Controleer regelmatig de werking van zelfsluitende deuren.

Brandtoestellen moet u tenminste eenmaal per twee jaar laten onderwerpen aan een controle- en onderhoudsbeurt. Op de toestellen moeten stickers worden aangebracht, waarop te zien is wanneer ze voor het laatst zijn gecontroleerd en dat ze in orde zijn. Brandhaspels moeten jaarlijks worden gekeurd.

HM302014

Overig nieuws