Loosdrecht krijgt steeds meer luxe hotelappartementen

Auteur: Redactie
Hotelbouwplannen Toerisme 5 november 2001
Loosdrecht krijgt steeds meer luxe hotelappartementen

Het fenomeen hotelappartement: de eigenaar of huurder maakt gebruik van de faciliteiten en service van het hotel. Ooit was de Driesprong in Loosdrecht een gerenommeerde uitspanning; nu is het een gloednieuw hotelappartementencomplex. Vorige week zaterdag vond de officiële opening plaats. Wat betekent dit voor Loosdrecht?

Loosdrecht en zijn plassen: één van de meest geliefde recreatiegebieden in Nederland. Met ingang van januari 2002 vormt Loosdrecht samen met de gemeenten ‘s-Graveland en Nederhorst den Berg de gemeente Wijdemeren. De gemeente Loosdrecht verdwijnt, maar de merknaam Loosdrecht blijft bestaan. Het samengaan van Loosdrecht met de andere gemeenten gebeurt op vrijwillige basis. Behoudens enige gevoelens van nostalgie bij sommige autochtonen, lijkt de acceptatie geen groot probleem te zijn.

Ook de Loosdrechter Colin Gelevert besloot voor ‘iets nieuws’ te kiezen. Als eigenaar van De Driesprong - tot voor kort een uitspanning met een rieten dak en een zeer groot terras met uitzicht op het water - had hij geen klagen: het etablissement werd zeer gewaardeerd door de lokale bevolking (omdat het goed bij het oude dorpskarakter paste), maar ook door de toeristen (omdat het bedrijf voor iedereen toegankelijk was). Gelevert had in gedachten echter al afscheid genomen van de oude Driesprong: er zou een modern gebouw voor in de plaats moeten komen met 31 hotelappartementen, waarvan een deel in de verkoop zou gaan; de overige appartementen zouden - evenals het restaurant -  in exploitatie moeten worden gegeven.

Rechten en plichten

Als Gelevert in september 1998 zijn plan in bij de gemeente indient, lijkt er geen vuiltje aan de lucht te zijn. Zijn voornemen past in het bestemmingsplan: de betreffende kavel heeft ‘hotelappartementen’ als bestemming, met als tweede keus ‘woningen’. Over het plan zelf - waarover overleg gepleegd is met diverse commissies - bestaan geen grote meningsverschillen; de gemeente gaat na de nodige aanpassingen dus akkoord met het bouwplan. Oppositie bestaat er wel van de kant van de buren. Het appartementencomplex zorgt voor te veel inkijk op de belendende percelen. Gelevert lost op adequate wijze deze problemen op: het komt niet tot een officiële bezwaarschriftenprocedure.

Binnen de lokale politiek bestaat evenwel verschil van mening over de toegankelijkheid van het complex, maar ook de vraag hoe het zit met de rechten en plichten van de hotelappartementeigenaren wordt actueel. ‘Recreatie is een voor meerderen beschikbaar goed en zou niet mogen toebehoren aan slechts enkelen uit onze samenleving,’ zei onlangs nog PvdA-fractievoorzitter Van Oudheusden. Hij vindt het permanent bewonen van een hotelappartement door één persoon daarom niet gewenst. Mogen hotelappartementen permanent bewoond worden?

Van Oudheusden kwam in een recente advertentie, waarin één van de appartementen te koop werd aangeboden, het verkoopargument ‘permanente bewoning’ tegen. En dat op een plek waar permanente bewoning niet is toegestaan? Makelaar Frank Hessing van makelaardij Veerman: ‘Je mag 365 dagen per jaar in de hotelappartementen recreëren; er zijn er geen beperkingen.’ - Gelevert reageert met: ‘Permanente bewoning? Wat is nou permanente bewoning? Je moet kunnen aantonen dat je elders je hoofdverblijf hebt. Dat kan dus ook bij je moeder zijn. Het is heel nadrukkelijk gezegd dat dit geen recreatiewoningen zijn, maar hotelappartementen. Je kunt je zelfs gewoon hier in Loosdrecht inschrijven.’

Controle

Wie heeft er gelijk? Adriaan Branderhorst, hoofd sector grondgebied van de gemeente Loosdrecht: ‘Bij recreatiewoningen is de verblijfsduur in het algemeen bepaald van 1 april tot 1 oktober; de verblijfsduur is dus aan een duidelijke tijdslimiet gebonden. Bij hotelappartementen, waarvan sprake is bij De Driesprong, moet je duidelijk je hoofdverblijf elders hebben. Tijdsbeperkingen voor het verblijf zijn er niet. Dus niemand verbiedt de recreant om er 365 dagen te recreëren. Let wel: er is formeel sprake van recreëren. Het begrip “permanent bewonen” is niet juist. In de praktijk zou dat  wel eens op hetzelfde kunnen neerkomen. Wie bepaalt dan het onderscheid tussen permanente bewoning en voltijds recreëren? En hoe wil je zoiets controleren?’

Het antwoord op deze vraag is relevant voor het vaststellen van de plichten van hotelappartementeigenaren. Van Oudheusden noemt het mislopen van gemeentebelastingen (zoals onroerend goedbelasting, rioolrechten...) onacceptabel. Branderhorst: ‘Daar wordt nu naar gekeken, maar ik ga vooralsnog ervan uit dat de gebruiker en eigenaar omzetbelasting moeten betalen. Er is onlangs door de gemeenteraad een budget ter beschikking gesteld voor  de controle van recreatieparken: wij gaan daarbij na of er sprake is van permanente bewoning. Ook hoe het zit met de brandveiligheid en dergelijke.’

De bouw van het appartementencomplex, waarvoor in februari 1999 de bouwvergunning werd afgegeven, is allang van start gegaan. Van de in totaal 27 appartementen (een aantal is samengevoegd) zijn er al 15 verkocht; 12 worden geëxploiteerd. Vorige week zaterdag is de officiële opening met veel luister gevierd.

Is iedereen nu tevreden? Gelevert zal zeker tevreden zijn over de verkoop van zijn hotelappartementen. Toen hij twee jaar geleden - in een nog bloeiende economie - met de verkoop van de vijftien appartementen begon, waren deze binnen één dag (!) verkocht. De verhuur van appartementen die in exploitatie zijn gegeven (fl 495,- voor een tweepersoonsappartement; fl 1485,- voor een penthouse) is al op gang gekomen.
De gemeente - bang dat het complex vanaf de waterkant te massaal zou ogen - is content; het complex detoneert niet met de omgeving. Een aantal passanten denkt er wisselend over: de een noemt het een ‘rampgedrocht’, de ander een ‘architectonische aanwinst’. Maar wat vinden de bewoners en bezoekers van het appartementenhotel, waarin veel gebruik is gemaakt van glas, wit en grijs. De houten patrijspoorten zorgen voor een nautisch effect. ‘Sommige gasten vinden dat het iets heeft van een luxe cruiseship,’ aldus architect en ontwerper René de Vries. Directeur Karin van Rijn van De Driespong: ‘Het complex is prachtig gelegen. De ruime appartementen zijn van alle luxe voorzien: een groot balkon, vloerverwarming, airconditioning en moderne keuken. Gasten van de vijf suites hebben zowel uitzicht op de Loosdrechtse plassen als op het waterwingebied Loenderveen. De suites hebben een open haard, een bubbelbad en douche, of twee prachtige badkamers en twee tv’s. De appartementen zijn beveiligd; er is een receptie. Voor mensen die afwillen van de dagelijkse beslommeringen, hebben we een breed hotelservicepakket. Wie geen zin heeft in koken, kan terecht in restaurant ZIN, dat plaats biedt aan 75 mensen.’

Is Van Rijn niet bang dat de exploitatie van de hotelappartementen zal tegenvallen, nu het economische tij een beetje tegenzit? ‘Nee,’ antwoordt zij vol vertrouwen. ‘Gezien de belangstelling, ben ik zeer optimistisch. De mensen gaan toch voor een hotel met extra’s, en die extra’s kunnen wij hen bieden.’

HM302001

 

Overig nieuws