Een hotelbedrijf moet anekdotisch zijn

Auteur: Redactie
Hotelketens 11 april 1999
Een hotelbedrijf moet anekdotisch zijn

Uitgestrekte weilanden; een netwerk van sloten en plassen; hier en daar een molen. Veel Hollandser, of beter gezegd, veel Frieser kan het niet worden. Voor het cachet zorgen de voorname, statige landhuizen. Het voormalige buiten van het geslacht Van Sminia bijvoorbeeld. Die 'heerlijcke stathe' uit 1655 heet nu De Klinze. Het is een hotel.

Kosovo, de Koerden, Rwanda, Sierra Leone... Het is er heel ver vandaan; ver van het hotelbed, zogezegd. In de serene rust van dit adellijke landgoed telt alleen de eigen geschiedenis. Het zou te ver voeren om op die lange historie in te gaan, maar de naam... Die kunnen we wel 'even' thuisbrengen. 'Oppe klinke wenje' is Fries voor 'op het mooiste punt wonen'. Het Friese woord klinze betekent onder meer 'oud huis'. Etymologisch hebben 'klink' en 'clinge' ook iets te maken met hoogte. Enfin, de huidige eigenaar is niet hoogedelgeboren, maar wel bijzonder; als mens en als hôtelier.

Hoezo hotelschool?

Tien jaar lang heeft Gert Snijders gereisd; in die periode was geen werk hem te min. Snijders: 'Ik heb keukenvloeren geborsteld; in spoelkeukens gestaan... Dat is allemaal heel nuttig geweest, want daardoor kan ik makkelijker met mensen communiceren.'

Op Tenerife heeft hij ruim drie jaar een hotel geëxploiteerd voor een Amsterdams bedrijf; ook dat was een goede leerschool. En over scholen gesproken... Heeft hij direct na de middelbare school voor de hotelwereld gekozen? 'Welnee,' lacht Snijders. 'Ik heb alleen negen jaar lagere school gehad. Ik mocht daar alleen vertrekken omdat de hoofdonderwijzer begon te vrezen dat ik op zijn baan uit was. Natuurlijk heb ik functies gehad waarvoor een bepaalde opleiding gevraagd werd; dan zei ik gewoon dat ik de Hogere Hotelschool gedaan had. Nou, ik had dat gebouw niet eens van buiten gezien.'

Destijds kon je met hard werken en goed presteren nog ver komen. In de hotelbranche lopen immers veel 'grote jongens' rond die volstrekt geen indrukwekkende opleiding genoten hebben. Hun loopbaan is daardoor des te indrukwekkender. Juist een 'self-made-man' als Snijders kan boeiend vertellen over het hotelvak en over het 'Fingerspitzengefühl' dat voor succes onontbeerlijk is.

De boerenzoon werd geacht in de voetsporen van zijn vader te treden, maar hij wilde per se een reis om de wereld maken. Snijders: 'Die omzwervingen werden een stevig fundament voor de rest van mijn leven. Ik heb geleerd hard te werken en te overleven. Terug in Nederland kreeg ik al snel de verantwoording voor vier Amsterdamse hotels. In 1979 vertrok ik naar Den Haag, waar ik algemeen directeur werd van het Atlantic Hotel. Drie maanden later maakten ze mij directeur van de hele club: behalve hotels ook een bouwbedrijf en winkelcentra.'

Ondanks het feit dat hij een benijdenswaardige staat van dienst heeft, spreekt hij bescheiden over die tijd. 'Ik heb gewoon de juiste personen op de juiste plekken gezet. Veel directeuren schrikken ervoor terug om zich te omringen met ambitieuze, getalenteerde mensen; zij maken een vesting van hun eigen positie. Als ik dat gedaan zou hebben, was ik niet ver gekomen.'

Evenwicht

Na twaalf jaar in het bedrijvige, hectische Den Haag, vertoeft Snijders nu op een landgoed waar een mobiele telefoon net zo detoneert als een Ferrari tussen het stamboekvee. Gert Snijders geniet er van de rust, de vogels en zijn paarden. Vooral die paarden. Hij heeft er tien; straks twaalf. 'Mijn vrouw was gek op paarden,' verklaart hij. En met een jongensachtige grijns: 'Als ik 's avonds iets van haar wilde, moest ik eerst hinniken. Natuurlijk ben ik als boerenzoon ook opgegroeid met paarden. Eigenlijk ben ik terug bij mijn wieg. Het is hier allemaal goed in evenwicht.'

Bedrijfsmatig heeft Snijders 'de zaak' ook in balans gebracht: hij heeft Jeroen Hillemans - eveneens een man uit de praktijk - aangetrokken als general manager. Snijders: 'Je moet niet de illusie hebben dat je de tent in je eentje kunt bestieren. Je moet delegeren, motiveren en controleren. Ik leef niet in de veronderstelling dat ik het beter weet dan meneer Hillemans. Een ander iets gunnen - verantwoordelijkheid bijvoorbeeld - is bovendien goed voor je eigen innerlijke evenwicht. Je kunt je energie en aandacht dan besteden aan de grote lijnen.'

Dat is een wenk die menig collega beter niet in de wind kan slaan. Snijders heeft immers, na zijn Haagse periode, een managementbedrijf gehad. Hij heeft ook nog een hotel gebouwd alvorens hij - in april 1991 - De Klinze kocht. Doordat hij destijds meerdere bedrijven had, kon hij als zijn eigen financier optreden. 'Dat was nodig ook', vertelt hij, 'want er moest jarenlang een hoop geld ingestopt worden. Wanneer een hotel zich op een bepaalde manier wil profileren in de markt, kost dat meer geld dan "even snel omzet maken". Je moet een doelgroep zien te vinden waar je ook op de langere termijn iets aan hebt.'

Voor Snijders is de snel groeiende groep 'tweeverdieners' belangrijk: 'Zo'n koppel vetrekt hier 's zondags, en op maandagmorgen weet men op twee kantoren waar De Klinze ligt. Als je spraakmakend bent natuurlijk. Daarna nog een verjaardagskaartje sturen en je kunt niet meer stuk.'

Beauty

Er moet voor een man als Snijders iets te wensen overblijven, en één van die wensen is wel heel apart: hij hoopt ooit nog eens zelf mensen in de echt te mogen verbinden, zoals een ambtenaar van de burgerlijke stand dus. Zijn hotel is reeds een 'huis der gemeente', hetgeen wil zeggen dat bruidspaartjes elkaar op De Klinze het 'ja-woord' mogen geven. 'Een bruidegom hoeft alleen zijn bruid maar mee te nemen,' zegt Snijders. 'Voor de rest hebben wij alles in huis.'

Dat is inclusief klassieke auto's (waaronder een Rolls Royce) en antieke koetsen. En wat te denken van Guerlain? De beautysalon van dit beroemde 'institut de beauté' uit Parijs is op zijn minst een opvallende verschijning op het Friese platteland; ook al betreft het een acht hectare groot park met een fraai landhuis. Snijders: 'Het heeft me flink wat moeite gekost om ze hiernaartoe te krijgen; daarna heeft het me veel gratis publiciteit opgeleverd. Iedereen vroeg zich af: Guerlain in Friesland? Wat heeft Friesland dan voor bijzonders, dat Guerlain er gaat zitten? Ik hoef nooit te adverteren: de "life style" bladen komen hier regelmatig kijken; in hun voetspoor komen de gasten.'

Maar het moge duidelijk zijn: hotelgasten komen niet alleen voor 'gelikte' faciliteiten. Snijders: 'Iedereen gebruikt te pas en te onpas het woord gastvrij, maar menigeen weet nauwelijks wat het betekent. Het dient hier, op De Klinze, allemaal verzorgd te zijn; met name onze eigen mensen. Dat moeten echte (!) mensen zijn. Ik veel hotels zie je medewerkers lopen die precies op elkaar lijken: ze lachen, praten en kijken hetzelfde. Het is alsof ze allemaal dezelfde vader en moeder hebben. Op De Klinze zijn de medewerkers echt vriendelijk, en... eigengereid. Ik druk ze altijd op hun hart: als een gast iets vertelt dat niet leuk is, ga dan niet lachen, want dat staat zo raar. De sfeer is hier het allerbelangrijkst; het gaat niet alleen om de bedrijfsresultaten.'

Pionier

Het leven is een schouwtoneel; dat wist Vondel en dat weet beslist iedere hôtelier. Het hotelvak is show. Maar volgens Snijders moet de uitvoering oprecht en gemeend zijn. 'Ik geef mijn gasten telkens het gevoel dat ze iets unieks meemaken. Ik speel dan toneel, maar ik doe het wel omdat ik hen werkelijk een plezier wil doen, omdat ik hen werkelijk aardig vind. Ik ga niet met mensen babbelen die mij tegenstaan. Om een voorbeeld te noemen: laatst zat hier een echtpaar dat duidelijk gebrouilleerd was; ze hadden wel een dure fles wijn op tafel laten zetten. Ik heb die fles weggehaald en een goedkopere neergezet, want dit was zonde. Op de vraag "Waarom doet u dat?" heb ik natuurlijk een uitgebreid antwoord gegeven. Op het einde van de avond hebben we heel gezellig de mooie fles wijn alsnog opgedronken. Het gaat erom hoe je iets zegt, met welke intonatie. De mensen herkennen en waarderen betrokkenheid.'

Volgens eigen zeggen is Snijders geen geweldige manager. Hij is een pionier. 'Ik heb niet het geduld voor het gewone management,' beweert hij. 'Als het allemaal goed draait, is voor mij de lol eraf. Een ander mag zich om de details bekommeren. Voordat je evenwel zo'n houding mag aannemen, moet je wel veel initiatieven ontplooien. Je moet ook telkens blijven investeren in het hotel. Je moet een bedrijf "body" geven; je moet het stevig en gezond maken.'

Dankzij Snijders is de 'heerlijcke zathe' in oude luister hersteld. Het mahoniehout is terug; de kroonluchters; het marmer; de gobelins; het damast. De lange, door eeuwenoude eiken geflankeerde oprijlaan wekt hoge verwachtingen die binnen waargemaakt worden. Maar nogmaals: het gaat om de sfeer. 'Een huis behoort een afspiegeling te zijn van de bewoners,' aldus Snijders. 'Ik had de klus dan ook nooit kunnen klaren zonder mijn vrouw Desiree. De Klinze is absoluut geen one-man-show.'

Auteur: Jason van de Veltmaete

HM30JAAR HM301999

Overig nieuws