Hospitality Management 25 jaar: interview met hotelschoolstudenten (1996)

Auteur: Thijs Jacobs
19 augustus 2016
Hospitality Management 25 jaar: interview met hotelschoolstudenten (1996)

Hospitality Management bestaat 25 jaar. Wekelijks blikken wij terug op interviews die de aandacht trokken. Ditmaal een interview uit 1996. In dit item komen drie studenten van de Hotelschool aan het woord. Of ze nu nog werkzaam binnen de hotellerie? Wat denk je? 

Lees hieronder het interview uit 1996:

'Wat er ook gebeurt, je moet altijd vriendelijk blijven. Goed gekleed gaan. De wensen van de gasten altijd respecteren. Jezelf presenteren. Hospitality Management, daar draait het om', weet de aankomend hotelmanager haar carrière nu al bondig samen te vatten. En terwijl haar ondervrager zich nog eens over de ongeschoren kin krabt, vervolgt ze: 'De Hogeschool is een zeer brede opleiding. Je neemt van alles wel iets mee en dus ben je uiteindelijk toch heel allround opgeleid'. Een prettig gesprek met drie aankomend hotelmanagers over de theorie van hun opleiding en het werken in de praktijk.

Jezelf presenteren. Daar weet de Hotelschool Den Haag (Hogeschool voor Hotelmanagement) wel raad mee. Een gedegen studiegids, een prachtig vormgegeven brochure over het in 1995 voltooide (nieuwe) schoolgebouw, een zorgvuldig samengestelde menukaart (Training à la Carte) waarin een hele trits vervolgcursussen en seminars voor mensen uit de praktijk wordt aankondigd en een heuse informatiekrant voor iedereen op de middelbare school met een meer dan gemiddelde belangstelling voor een carrière in hotelmanagement mogen hierbij tot staving dienen. In die informatiekrant vallen een aantal ronkende quotes van enkele groten uit de internationale hotellerie op, waaruit ook nog eens mag blijken dat de Haagse Hotelschool zich around the globe in een behoorlijk aanzien mag verheugen. Natuurlijk niet ten onrechte, want na een selectieprocedure wordt door iedere student in een periode van acht semesters een volledig leerprogramma en twee stages afgewerkt. En dat alles op HBO niveau.

De afgestudeerden mogen zonder pardon de internationaal erkende titel 'Bachelor in Hotel Administration' (B. HA.) achter hun naam plakken en als alles volgens planning verloopt zullen ze uiteindelijk in de hogere echelons van de dienstverlenende sector belanden. De arbeidsplaatsen waar een gastvrije instelling, flexibiliteit, doorzettingsvermogen, sociale vaardigheid en zelfstandigheid volgens de Haagse Hotelschool een absolute must zijn.

Flexibel

Op een ferme steenworp afstand van het Kurhaus staat, in een van de tien saaiste straten van de Randstad en wijde omgeving, het op drie na lelijkste gebouw van Nederland. Deze architectonische miskleun heet Skotel, en mag niet verward worden met het fraaie hoofdgebouw van de Hotelschool, want het is internaat en praktijkgebouw ineen. In het Skotel 'logeren', werken en studeren alle studenten van de Haagse hotelschool het eerste jaar van hun studie, en daar treffen we ook Arjan Hebly, Marije Bot en Carlijn Lisman; drie aanstormende hotelmanagers die   zoals al snel blijkt   tamelijk eensgezind blijken over de door hun bijna voltooide opleiding. Ze zijn positief gestemd. 'Je leert hier een bepaalde praktijkgerichte manier van denken' en 'We hebben een manier van aanpakken geleerd die in de hotellerie zeer van pas komt' zijn een paar opmerkingen die verschillende malen voorbij komen tijdens het gesprek in een van de Skotelkamers. Over het internaat zelf zijn ze kort. 'Mooi is het gebouw inderdaad niet. Maar we hebben hier toch een leuke tijd gehad. Door min of meer gedwongen samen te leven met anderen leer je je wel heel flexibel opstellen. Je moet alles samen doen en je goed kunnen schikken in het feit dat je een jaar lang een kamer met iemand anders deelt. Pas op een later moment in je studie besef hoe goed dat van pas is gekomen.'

Momenteel doorlopen Hebly (24), Bot (25) en Lisman (22) hun laatste semester, dat wordt ingevuld met de zogenaamde managementstage. Een periode van vijf maanden, waarin de bepaald niet geringe theoretische kennis wordt aangevuld met een flinke dosis praktijkervaring. Bot is werkzaam op de afdeling personeelszaken van het Schiphol Hilton, waar ze na een uitgebreide ronde door het bedrijf nu ook daadwerkelijk haar post bezet, terwijl Lisman op de salesafdeling is neergestreken van het Amstel Intercontinental Hotel, en voorlopig vooruit kan met de mogelijkheid om haar verblijf te verlengen.

Werkvloer

Terwijl Bot en Lisman in Amsterdam zijn gaan wonen en werken, loopt Hebly zijn stage op sales & marketing ('twee strikt gescheiden afdelingen, dat wil ik benadrukken') in het hoofdkantoor van Golden Tulip International te Hilversum. Het bevalt hem uitstekend, en binnen het tijdsbestek van twee maanden heeft hij het zelfs al over 'zijn' bedrijf. Het heeft niets te maken met hoogmoed, ijdelheid of een reeds uitgestippelde carrière strategie. Hebly: 'Ik voel me al snel betrokken bij het bedrijf waar ik voor werk. Ook tijdens m'n eerste stage had ik dat. Bij Golden Tulip loop ik nu net lang genoeg mee om een beetje te doorzien hoe die enorme organisatie in elkaar steekt. Ik loop overal een beetje mee en steek er enorm veel van op.

Als ik ooit general manager mag worden zou ik graag, zonder dat iemand me zou kunnen herkennen, een tijdlang op de verschillende werkplekken van het bedrijf willen rondlopen.

Op die manier leer je pas inzien wat er allemaal bij komt kijken.' Bot deelt die gedachte: 'Je moet weten wat de werkzaamheden van de andere mensen precies inhoudt voor je ook maar iets kunt plannen.' Lisman voert het voorbeeld op van in house experience, zoals die tegenwoordig onder andere door de werknemers van het Amstel Iintercontinental wordt ondergaan: 'Een buitengewoon efficiënte methode,' zegt ze. 'Je checkt in, eet een hapje, maakt gebruik van de health club en blijft slapen. Je bent gast en ziet het hotel dan eens door de ogen van die gast, en dat is een heel ander en zeer belangrijk gezichtspunt.'

Bewuste keuze

Hoewel niet alledrie de studenten in eerste instantie even expliciet verklaren dat de Hotelschool in Den Haag een bewuste keuze was, zijn ze wel unaniem tevreden over het feit dat ze juist daar hun opleiding zullen afronden. 'Naar Leeuwarden wilde ik in ieder geval niet' zegt Hebly, 'want die school stond toen nog niet zo in de picture. En dus had ik me op Maastricht en Den Haag geconcentreerd. Den Haag sprak me uiteindelijk gewoon het meeste aan. De internationale uitstraling vond ik erg belangrijk, en ook de introductie heeft behoorlijk indruk op me gemaakt. Heel professioneel. Onze school heeft zeker een goede naam, en dat vind ik toch wel erg belangrijk.'

Ook Bot, die zich tijdens haar middelbare schoolperiode al eens op het hogere Hotelonderwijs had georïenteerd en uiteindelijk een studie Engels verbrak om naar Den Haag af te reizen, wist het op een bepaald moment zeker. 'Via een vriendin had ik al het een en ander over deze school gehoord, en nadat ik me had geïnformeerd wist ik al dat dit het voor mij moest zijn. Ik heb me altijd heel erg aangetrokken gevoeld tot de hospitality, en dat gevoel wordt nog steeds bevestigd. Een hotel is gewoon een ontzettend leuk bedrijf om voor te werken.' Er wordt instemmend geknikt.

Keurkorps

De P.R. afdeling benadrukt de 'intrinsieke waarde' en internationale allure van de Haagse hotelschool, maar vermoeden de drie upcoming bachelors niet al te grote verschillen met de vergelijkbare opleidings instituten in Leeuwarden en Maastricht. Bot: 'Tijdens m'n stage kom ik meerdere studenten van de andere scholen tegen en ik merk eerlijk gezegd geen verschil. Het is een beetje een image.' Lisman: 'Ik geloof ook niet dat de mensen die daar afstuderen beter of slechter in het vak zijn dan wij. Maar van oudsher bestaat het idee dat wij onzelf beter vinden.' Waarna de tussen de studentenvereniging van de drie scholen gehouden sportdag als bewijs wordt opgevoerd. 'Daar staan wij dan ineens met veel meer mensen te joelen en te schreeuwen, en dat valt natuurlijk wel op. We zijn dan veel nadrukkelijker aanwezig.'  Op de vraag of in Den Haag toevallig toch het keurkorps van het hotelmanagement wordt opgeleid antwoord Hebly: 'Nee. Maar onze school spreekt, denk ik, meer aan.'

Geen hiaat

Ondertussen komt de concurrentie op de arbeidsmarkt voornamelijk van studenten van de Middelbare Hotelschool, H.E.A.O. ers en academici met 'zoiets als bedrijfskunde' op zak. 'Dan merk je toch dat onze opleiding zeer specifiek op de hotellerie is gericht' zegt Bot.

Alledrie de studenten hebben het idee dat ze met hun opleiding behoorlijk goed zijn voorbereid op de praktijk, en dat kan anno 1996 niet van alle HBO opleidingen gezegd worden. 'Alles wat je geleerd hebt valt nu op z'n plaats. Naast alle theoretische kennis die je op een bepaald moment weer nodig hebt is het vooral een manier van denken en doen die je op deze school leert' zegt Lisman nog maar eens, waarna een korte discussie ontstaat over de term 'oplossingsgericht denken'. Hebly: 'Dat doet iedereen als er een probleem ontstaat. Op de hotelschool leer je vanwege het steeds terugkerende tijdsgebrek  snel doen. Standvastig zijn. Alles wat je op school in fases tegenkwam komt nu ineens op je af en dan ook in het echt. Ik vind dat het goed aansluit.'

Lisman: 'En het is niet de school alleen... Het is uiteindelijk veel belangrijker hoe je jezelf ontwikkelt en wat jezelf hebt gedaan om aan de bak te komen.'

Bot: 'Toen ik de opleiding begon hoorde je nog wel eens verhalen dat een baan gegarandeerd was. Inmiddels weet je dat je ervoor moet knokken. En dan is het wel een voordeel dat je heel praktijkgericht bent opgeleid.'

Benieuwd wat deze personen na hun studie zijn gaan doen? Check dan hieronder de LinkedIn-profielen van de geïnterviewden door op hun naam te klikken:

Arjan Hebly

Carlijn Wentzel

Marije Bot

Overig nieuws