"Vakantiedagen zijn een groot probleem na de coronacrisis"

Auteur: Thijs Jacobs
Corona 28 april 2020
"Vakantiedagen zijn een groot probleem na de coronacrisis"

Bart Reints Bok is directeur/eigenaar van Charme Hotels, de hotelgroep die 26 hotels onder haar vleugels heeft. Hij houdt dagelijks de Nederlandse hotellerie op de hoogte van het reilen en zeilen in deze roerige tijden; we bellen hem geregeld op om met hem de situatie te bespreken. In dit hoofdstuk bespreken we wat er de afgelopen periode is gebeurd en wat de vervolgstappen zijn om de coronacrisis het hoofd te kunnen bieden.

Het is de dag na Koningsdag, dit jaar omgedoopt tot ‘Woningsdag’. Bart heeft er zijn eigen draai aan gegeven: “We hebben spelletjes gedaan in de tuin, van spijkerpoepen tot koekhappen, alles erop en eraan.” Heel Nederland moest het dit jaar doen zonder horeca, de verbindende factor op zo’n feestdag. Toch blijken er op internet meningen over de horeca geventileerd te worden die niet stroken met de werkelijkheid. Bart: “Ik lees op social media dat mensen denken dat er in de horeca altijd heel veel verdiend werd en dat we niet zo moeten zeuren. Het is een onwaarheid, de marges zijn flinterdun. Het geldt in ieder geval niet voor tachtig, negentig procent van onze branche. Daarnaast denken mensen dat de NOW-regeling negentig procent van de loonsom vergoedt, maar zoals ik al eerder voorrekende staat dat ver af van de werkelijkheid.”

Vakantiedagen

De horeca is dus in zwaar weer, welke mogelijkheden zijn er om de ondernemers binnen de branche tegemoet te komen? “Als je bijvoorbeeld kijkt naar vakantiedagen, dan komen we straks voor een probleem te staan. In ons hotel, Oranjeoord, hebben we in overleg met de werknemers de eerste twee, drie weken het risico verdeeld tussen werkgever en weknemer; er werden vakantiedagen opgenomen, waarbij vijftig procent voor rekening van de werknemer en de andere helft voor rekening van de werkgever kwam. De werknemers waren na die periode dus 5 tot 7,5 vakantiedag kwijt. Meer konden we niet van ze vragen. Als we ergens in juni openen, dan is er wel opbouw van vakantiedagen geweest, terwijl binnen de horeca iedereen thuis heeft gezeten of maar weinig heeft kunnen doen in die periode. De kans dat we massaal naar het buitenland op vakantie gaan in de zomerperiode lijkt me vrij klein, dus wat doe je met die dagen? Er wordt gesproken over het langer geldig maken van vakantiedagen, maar vakantiedagen zijn bedoeld om je rust te kunnen pakken na een drukke periode en daar is nu geen sprake van. Het lijkt me goed om het overleg tussen werkgevers- en werknemersbonden te hervatten en te besluiten wat we gaan doen met die vakantiedagen. Misschien goed om af te spreken dat er in de afgelopen periode geen opbouw van dagen plaats heeft kunnen vinden, want als je eind juni als werknemer nog 25 dagen op te nemen hebt, dan is dat niet goed voor het bedrijf. We werken met kleine teams, waarvan niet iedereen tegelijkertijd op vakantie kan gaan. Er zijn in 2020 simpelweg te weinig dagen over om alle vakantiedagen op te kunnen laten nemen, zo simpel is het. Maar ja, wat doe je met die dagen? Uitkeren? Het is nu nog onduidelijk, maar wel een probleem.”

De marges zijn flinterdun

De misvatting dat er binnen de horeca uitstekend wordt verdiend, wil Bart graag ontkrachten. “In 2019 hebben we de btw-verhoging gehad, waar we van zes naar negen procent gingen. Binnen de hotelindustrie valt het grootste deel van de omzet binnen dat tarief, dus een gemiddeld hotelbedrijf moest in dat jaar 100.000 meer netto omzet behalen om op hetzelfde niveau te blijven als een jaar eerder. Dat alles om de btw-verhoging te compenseren. En dan heb je nog de inflatie; bij elkaar moest je dus je nettoresultaat vijf procent verbeteren om op niveau te blijven, wat neerkomt op 150.000 euro per jaar. Daar kwam op 1 januari nog de WAB bovenop, wat betekent dat je meer geld kwijt bent aan premies, zonder dat het personeel daar beter van wordt. Als je dat alles meeneemt, dan zie je dat de marges, die al dun waren, nu flinterdun zijn.”

Prijzen verhogen gaat waarschijnlijk niet lukken

Kan de horeca dan (straks) de prijzen verhogen om het resultaat te verbeteren? “De verkoopprijzen van de horeca worden al als hoog beschouwd door het publiek. Als je ziet dat de horeca voor een liter bier het dubbele moet betalen dan wat je als consument betaalt bij een supermarktaanbieding, dan snap je dat niet uit te leggen is aan de consument. Bierbrouwers onderbouwen de prijsstelling door aan te halen dat de horeca meer ondersteuning krijgt en dat de tapinstallaties veel geld kosten, maar dat ziet de gast niet. In hoeverre zijn ze bereid meer te betalen? Ik vermoed dat er op dat vlak niet veel te halen is, dus we moeten het ergens anders vandaan halen. De sociale premies zijn misschien wel te hoog, net als de huren en de inkoop. Ergens moet er wel beweging gaan komen, want anders zakt de sector door het ijs. Als je weet dat een hotel in maart van dit jaar maar 18 procent van de omzet ten opzichte van vorig jaar behaalde, en de kosten gewoon honderd procent bleven, dan snap je dat het pijn doet. Alles ging zo snel, dat we er aan de kostenkant totaal niet op konden inspelen. Het is niet gek dat bedrijven in april ‘cashflow-technisch’ niet uitkomen; debiteuren betalen ook niet meer zo snel als voorheen. Misschien hebben ze dezelfde problemen als wij of houden ze het bewust even achter en kijken ze wat er gebeurt de komende tijd.”

Hogere personeelsinzet bij anderhalve meter-economie

De anderhalve meter-economie zal volgens Bart zorgen voor een toename van de personeelskosten in relatieve zin: “Ik verwacht inderdaad eerder een hogere dan een lagere personeelsinzet. Om die anderhalve meter te kunnen bewaren, moet je immers meer stappen zetten. Hoe gaat dat straks in de praktijk? Uiteindelijk zijn dus andere factoren bepalend voor het kunnen voortbestaan van de horecaonderneming. Denk daarbij aan de huren, inkoop en sociale premies. We hebben al behoorlijk moeten interen op het eigen vermogen, en dat houdt een keer op. Gelukkig heb ik ook positief nieuws, want zaterdagochtend hebben we een mailing uitgestuurd naar klanten van Oranjeoord. Daarin meldden we dat we in mei weer openen, enkel in de weekenden, uiteraard met inachtneming van alle regels die gelden. Ik was een beetje huiverig voor de reacties, want in hoeverre zijn mensen nog reisbereid onder deze omstandigheden? We waren positief verrast: binnen een mum van tijd zitten we tot eind mei helemaal vol. Misschien had ik zelfs de prijzen wat hoger moeten zetten, maar het is echt heel positief gebleken. Natuurlijk kregen we ook reacties van mensen die ons trachtten te vertellen dat wat wij doen, helemaal niet mag. Het is jammer dat de mensen niet goed geïnformeerd worden of dat ze niet goed lezen, want wat wij doen, is helemaal in lijn met de regelgeving. In ieder geval staan de mensen weer te popelen om een hotel te kunnen bezoeken, dat blijkt maar weer.”

Hiermee eindigt deel 18 van het dagboek van Bart Reints Bok. Volgende week weer een nieuw hoofdstuk.
LinkedIN: Bart Reints Bok
Lees hier alle hoofdstukken uit het coronadagboek.

Overig nieuws