Column Ewout Hoogendoorn: De gelijkenis tussen een vliegtuigstoel en een hotelkamer

Auteur: Redactie
Columns Ewout Hoogendoorn 17 februari 2000
Column Ewout Hoogendoorn: De gelijkenis tussen een vliegtuigstoel en een hotelkamer

‘De analisten hebben niet goed hun best gedaan,’ klaagde Leo van Wijk. Daardoor is het aandeel KLM zo gekelderd, en schrikt de buitenwereld van het schrappen van drieduizend banen. De sufferds (let wel: de analisten) blijken niet in de gaten te hebben gehad dat de KLM een  enorme overcapaciteit had opgebouwd. Ondanks de groei van maar liefst 6% bleek de bezettingsgraad van de stoelen gedaald. Van Wijk had nog zo’n sterke: ‘Als alle partijen de capaciteit zouden terugschroeven, zoals wij doen, zou het probleem van de overcapaciteit snel zijn opgelost.’

Dat soort teksten passen wellicht beter in de varkenssector, maar daar hechten ze nog bijzonder aan hun meest welsprekende uitvinding: de varkenscyclus. In de hotellerie lijkt trouwens de gedachte aan overcapaciteit alleen al strafbaar, zeker in deze periode van hoogconjunctuur.

Je vraagt je af waarom Van Wijk - als hij de analisten al zo duidelijk lang van tevoren had verteld hoe de vork in de steel zat - niet veel eerder zelf maatregelen heeft genomen. Waarom de capaciteit eerst te hard toe laten nemen als je al weet dat het te hard gaat? Dat vertelt de geschiedenis niet, maar de oplossing van Van Wijk is: gewoon minder gaan vliegen. In plaats van tien keer per dag naar Parijs nog maar acht keer. Verder vliegen de flexibel ingehuurde arbeidskrachten er ongeveer per direct uit en voilá: per 1 april 2000 draait de KLM weer winst.

Maar vergelijk dat nu eens met de hotelsector. Als je nu roept dat er overcapaciteit dreigt, word je uitgelachen. Vijfduizend kamers erbij in vijf of zes jaar tijd in Groot Amsterdam? Als je goed telt, begint het aantal serieus geplande kamers dat aantal al aardig te benaderen. Het zou kunnen. Als de markt continu met 5% blijft groeien tenminste. In de luchtvaart was er geen daling van de hoogconjunctuur. Integendeel: de groei van de vraag was een stevige 6% en toch kon men overcapaciteit niet voorkomen, met als belangrijke consequentie een neerwaartse druk op de prijzen.

De hotelsector is altijd zeer terughoudend en volgzaam. Nu eenmaal het vliegwiel op gang is gekomen van de investeringen in hotels, blijven we doorgaan en kan over enkele jaren een soortgelijke situatie ontstaan als in de luchtvaart. Want al ziet iedereen dan de bui hangen, we laten gewoon de overcapaciteit ontstaan. Hopelijk laat de ‘nieuwe economie’ ons niet in de steek, anders zijn de gevolgen in 2008 niet te overzien.

Een ander fenomeen in de luchtvaart was een onverwachte kostenstijging van 11%. Buiten de reductie in personeelskosten, worden ook de geplande uitbreidings- en vervangingsinvesteringen terug gedraaid, en wordt capaciteit verkocht. Hotels draaien niet grotendeels op kerosine, maar op mensen. Die ‘brandstof’ wordt echter ook duurder.

Is er een verlichtende oplossing? Misschien deze: niet de schuld schuiven op analisten, maar zelf nadenken en met moed, beleid en trouw uw 'business' scherp blijven volgen. Met andere woorden: voortdurend goed weten wat de (veranderende) kracht is van uw product in uw (veranderende) markt.

HM302000

Overig nieuws