Column Ewout Hoogendoorn: dreuzels en tovenaars

Auteur: redactie
Columns Ewout Hoogendoorn 2 september 2000
Column Ewout Hoogendoorn: dreuzels en tovenaars

‘Kunt u niet meekomen in de wereld van de moderne toverkunst? Verzint u smoesjes om de eenvoudigste toverspreuken te vermijden? Wordt u gepest met uw treurige toverstokwerk? Er is een oplossing! Snelspreuk is een gloednieuwe, ultra-efficiënte, gemakkelijk te leren methode die gegarandeerd succes biedt! Honderden hebben al baat gehad bij een snelspreukcursus!’ (Uit: Harry Potter, De Geheime Kamer.)

Ik kon het niet laten: ik heb de boeken uit de handen van mijn kinderen gerukt en ze wijs gemaakt dat ze te moeilijk voor hen waren. Vervolgens ben ik die boeken gretig zelf gaan lezen. In de (kinder)boeken over de dertienjarige Harry Potter worden de raakvlakken tussen twee werelden op een unieke wijze onder woorden gebracht: de wereld van de gewone mensen, de ‘dreuzels’, en die van tovenaars en heksen. De ouders van Harry Potter zijn gedood door een boze macht die het om onduidelijke redenen niet is gelukt hun eenjarige zoontje Harry ook om te brengen. Deze moet nu opgroeien bij de zus van zijn moeder, een dreuzel. De begrippen Dreuzels en Tovenaars zijn moeiteloos uitwisselbaar met begrippen als oude en nieuwe wereld; niet-computergebruikers en computergebruikers; hotels zonder Internet-kennis/gebruik en hotels met Internet-kennis/gebruik.

Tovenaars kunnen volledig opgaan in een goed spelletje Zwerkbal, een balspel waarbij spelers op bezems een zelfdenkende bal moeten grijpen (vergelijkbaar met surfen op Internet); Dreuzels houden het bij televisiekijken. Tovenaars sturen elkaar een uil (e-mail), terwijl dreuzels elkaar gewoon even opbellen. Wie is er slimmer? De tovenaars snappen volstrekt niet (meer) hoe ze een telefoon moeten gebruiken; voor de dreuzels is het gedoe met uilen/e-mails een vreemd soort tovenarij. Dreuzels begrijpen niet hoe tovenaars sommige dingen doen en concentreren zich op de ‘ouderwetse’ zaken zoals het winstgevend produceren van bijvoorbeeld tandenborstels en andere producten, terwijl tovenaars het geweldig slim vinden om - weliswaar met verlies - allerlei virtuele hoogstandjes te verkopen. De hotellerie bevindt zich, net als Harry Potter, op het snijvlak van deze twee werelden. Zijn hotels onderdeel van de oude economie? Jazeker, het zijn gewoon gebouwen waarin mensen tijdelijk onderdak kunnen vinden. Maar tegelijkertijd is het vinden van een passende vorm van onderdak een onlosmakelijk onderdeel van het product. Iedere potentiële gast heeft hiervoor zijn volstrekt eigen criteria en ook zijn volstrekt eigen normen per criterium. Het zoeken, reserveren en betalen gebeurt met middelen uit de nieuwe wereld.

Naast het verzorgen van het onderdak, is de grote kunst voor de hotels om te weten wat iedere gast wil, en wat hij bereid is ervoor te betalen. Er zijn tovenaarhotels die niets meer laten drukken, maar alles via het inter- intra- en extranet doen, en volledig één op één communiceren met iedereen die hen benadert. Zij kijken meewarig naar de dreuzelhotels die alleen maar een brochure hebben waarmee zij hun eerdere gebruikers lastig vallen, teneinde die gasten te motiveren nog eens een bezoekje te brengen aan hun hotel. De verwachting is dat de klantenkring van de tovenaars snel zal groeien, maar dat die van de dreuzels niet noodzakelijkerwijs snel zal dalen, omdat veel dreuzels nu eenmaal dreuzels blijven.

Hotels zitten op het snijvlak van de oude en de nieuwe wereld. Als ze het goed doen, zitten ze de komende tien overgangsjaren gebeiteld, omdat ze van twee walletjes kunnen blijven snoepen.

HM302000

Overig nieuws