Geen tulpennostalgie maar mondiale alure

Auteur: Redactie
Ondernemen 17 november 2010
Geen tulpennostalgie maar mondiale alure

Bijna ieder tijdschrift dat wordt opengeslagen bevat wel een designpagina. Zelfs de doe-het-zelfzaken pronken hiermee en vergeet vooral niet die grote meubelketen uit Zweden waar iedereen wel (stiekem) iets van in huis heeft. Hotels lopen voorop en laten zich interieurs aanmeten door en van de populairste (Dutch) designers van het moment.

Naast ‘normale’ designhotels komen er steeds meer ‘Dutch’ designhotels op de markt. De term Dutch design is een stempel die vanuit het buitenland op Nederlandse ontwerpen is gedrukt. Iedereen geeft hier natuurlijk zijn eigen draai aan; daarom een kijkje in drie verschillende Dutch designhotels in Nederland. De redactie sprak met public relations manager Jennie Seure van Dutch Design Hotel Artemis in Amsterdam, eigenaren Sander Hendrix en Aïda Papilaja van hotel-restaurant MANNA in Nijmegen en Remko de Graaf, eigenaar van NL Hotel Amsterdam.

Hoe uit Dutch design zich in uw hotel?

Seure: ‘’Dutch Design Hotel Artemis heeft een vaste collectie meubels en lampen ontworpen door Nederlandse ontwerpers, zoals Wanders, Rietveld en Hutten. Daarnaast is de (V.O.C.) wandbekleding speciaal voor het hotel ontworpen en hangen er schilderijen van onder andere Lon Hendriks en Kees de Waal. Laatstgenoemde heeft speciaal voor de opening van het hotel het schilderij ‘Artemis’ gemaakt. Op de begane grond is er een driemaandelijks wisselende design- en kunstexpositie van gerenommeerde en opkomende Nederlandse ontwerpers. Deze ontwerpen kunnen hier ook gekocht worden. Dutch design heeft sterke originele vormen, het is kunst met een knipoog. De huidige Nederlandse designers hebben tevens oog voor ecologische en sociaal duurzame producten. Zo is er bij de volgende expositie een kast van papierpulp en schalen van hergebruikt plastic.’’

Hendrix en Papilaja: ‘’Ontwerpers uit Nederland hebben een duidelijke ontwerpkracht welke tot stand komt door een duidelijke vooruitstrevendheid in zowel interieurontwerp als exterieurontwerp. En dan gaat het niet meer om de tulpen en molentjes, maar om modern design. Ons interieur is ontworpen door kunstenaar en binnenhuisarchitect, en tevens goede vriend, Eric de Bruijn, zijn partner Janneke Haane en de zoon van Eric, Alain de Bruijn. Het design is zowel binnen als buiten goed zichtbaar. Er is veel nadruk gelegd op balans en beleving. Wij hebben geïnvesteerd in de elementen die er toe doen zodat alles er verfijnd, stoer en in balans uit ziet. Het interieur is van mondiale allure net als Dutch design zelf.’’

De Graaf: ‘’Dutch design staat bekend als functioneel design, modern en met een knipoog. Het interieur van NL-Hotel komt van interieurontwerper Edward van Vliet. Zijn design is functioneel, chique en van goede kwaliteit. Het interieur is aangepast aan de naam van het hotel. Als NL-Hotel moet het interieur ook ‘NL’ uitstralen. Er is veel Delfts blauw te vinden, net als de kleur oranje en tulpen. Ik wil eigenlijk nog verder voortborduren op het huidige ontwerp door toevoeging van duidelijk moderne Nederlandse motieven en dessins. Daarnaast zullen Nederlandse normen en waarden zoals openheid, respect en tolerantie centraal komen te staan.’’

Hoe reageren gasten op uw (Dutch) designinterieur?

Seure: ‘’Doordat de expositie elke drie maanden verandert is het voor gasten elke keer weer een verrassing. Met het veranderen van het thema verandert ook de sfeer in het hotel. Dit wordt door zowel de Nederlanders als de buitenlanders goed ontvangen. Veel gasten kiezen juist vanwege de combinatie tussen locatie, vergadermogelijkheden en het extra element dat Dutch design aan het hotel toevoegt voor dit designhotel. Men kiest voor Artemis omdat men op zoek is naar een bijzondere locatie.’

Hendrix en Papilaja: ‘’Gasten vinden het bijzonder. Wij ontvangen compliment na compliment. Gasten uit de omgeving reageren overrompeld en noemen het interieur ‘chique’ en ‘duur’. Onze kracht ligt in het feit dat wij niet in de Randstad zitten, maar wel gasten uit de Randstad en het buitenland ontvangen. Vooral de chemie tussen design en hospitality blijkt voor buitenlandse gasten reden om weer te boeken. Daarnaast hebben wij op designgebied niet veel concurrentie van andere hotels in de regio. Zonder een waardeoordeel te vellen over onze collega-hotels, lopen wij voor met onze innovatieve uitstraling. Als men iets anders wil, kiest men dus voor MANNA.’’

De Graaf: ‘’Het Dutch design-interieur wordt positief ontvangen door gasten. Het is duidelijk dat er veel tijd in is gestoken en daardoor wordt er maar weinig vernield. Het designinterieur trekt tevens een bepaalde doelgroep aan. Onze gasten komen voornamelijk uit de creatieve sector en zijn tussen de 25 en 50 jaar oud. Kunst en design wordt door deze groep zeer gewaardeerd. Hieraan toegevoegd komen gasten voornamelijk uit het buitenland (5-10 procent is Nederlands). Deze boeken juist bij ons vanwege het designinterieur en onze locatie in hartje Amsterdam.’’

Waarom heeft u gekozen voor Dutch design dan wel een Nederlandse ontwerper?

Seure: ‘’Dutch Design Hotel Artemis is in 2005 geopend als onderdeel van de kleine hotelketen Aeon Plaza hotels. Bij deze keten hoort Hotel Die Port van Cleve. Een hotel met een Oud-Hollands interieur. Het modernere Dutch design-interieur van Artemis is hier een tegenhanger van; de link met het Nederlandse blijft. Daarnaast was Dutch design nog erg in opkomst en omdat er al veel gewone designhotels waren heeft Dutch Design Hotel Artemis voor Dutch design gekozen. Door op Nederlands ontwerp te focussen weet het hotel zich goed te onderscheiden van andere designhotels.’’

Hendrix en Papilaja: ‘’Wij hadden welke ontwerper dan ook kunnen inhuren, maar voor ons was Eric een vanzelfsprekende keuze. Daarbij komt dat Eric de Bruijn naast een goede vriend ook een fantastische ontwerper is die ons feilloos aanvoelt. Tevens hebben wij samengewerkt bij andere horecaondernemingen, zoals Landgoed Avegoor. De Bruijn en ik hadden een ‘gentelmen’s agreement’ dat als ik een eigen hotel zou openen, hij het dan zou ontwerpen en inrichten.’’

De Graaf: ‘’Edward van Vliet is een bekende van mij; een samenwerking lag dus voor de hand. Daarnaast had Van Vliet nog nooit een compleet hotelinterieur ontworpen en was dit voor hem een uitgelezen kans. Daarbij lag het voor de hand dat het interieur van NL-hotel ‘Dutch’ zou worden. Dutch design komt overal in terug: in de vloer, de lampen en de afwerking. Het hotel en het interieur zijn een geheel, waarbij de nadruk wordt gelegd op kwaliteit, want als middelgroot hotel is het dé manier om je te onderscheiden.’’

Waarom zou een hotel moeten kiezen voor Dutch design?

Seure: ‘’Het is natuurlijk een mooie manier om te laten zien hoe trots je als hotel op de Nederlandse cultuur bent. Nederlandse ontwerpers worden hiermee ook gelijk gestimuleerd, zeker nu Dutch design zo in opkomst is. Daarnaast zijn er al genoeg ‘gewone’ designhotels. Hotel Artemis gaat een stapje verder door ook food- en drinkdesign toe te voegen aan het repertoire. Hierdoor blijft de ervaring een geheel.’’

Hendrix en Papilaja: ‘’Hotels moeten niet zozeer kiezen voor Dutch design maar in ieder geval voor design. Er zijn genoeg unieke ontwerpers. Design is ook echt van deze tijd. Een hotel dat zich wil profileren moet meegaan met de trends en ontwikkelingen. Tevens moeten hotels goed bedenken of ze willen bieden wat anderen bieden, of dat ze onderscheidend willen zijn. Als u uw hotel wilt onderscheiden van de massa, ga dan die uitdaging aan, want de beleving is naar onze mening belangrijker dan de logistiek.’’

De Graaf: ‘’Natuurlijk wil ik liever niet meer Dutch design-hotels in Nederland zien, want dat gaat ten koste van de uniciteit van NL-Hotel. Als ieder hotel een Dutch design-hotel wordt dan ga ik iets anders doen. Onderscheidend zijn is namelijk de sleutel tot succes. Hier staat tegenover dat meer aanbod van Dutch design-hotels geen slechte ontwikkeling zou zijn aangezien wij als klein hotel in Amsterdam al veel publiciteit hebben gehad vanuit het buitenland: het spreekt dus aan. Hotels moeten zich echter wel blijven onderscheiden.’’

Dutch design abroad

In het buitenland doen Nederlandse ontwerpers het ook goed. Vooral de interieurdesigners zijn succesvol en goed vertegenwoordigd op internationale beurzen. Zo ondervond ook ontwerpster Meike van Schijndel.

Volgens Van Schijndel staan Nederlandse ontwerpers in het buitenland hoog in het vaandel. ‘’De reden hiervoor is het baanbrekende van Dutch design. Nederlanders zijn niet te serieus en durven een ‘statement’ te maken en dat spreekt buitenlanders aan.’’ Van Schijndel’s eindexamenproject werd op deze manier een succes. Haar ontwerp ‘De mond’ (ook wel ‘Kisses’ genoemd en oorspronkelijk een wastafel) veranderde voor de grap in een urinoir en werd een doorslaand succes. Het eerste prototype werd al snel in Amerika geïnstalleerd, in de passagierslounge van Virgin Airways op het JFK International Airport in New York. Dat niet iedereen de humor van deze sanitaire voorziening inzag bleek toen een feministische actiegroep eiste dat het urinoir verwijderd werd, omdat deze vrouwonvriendelijk zou zijn. Dit gebeurde onlangs ook in een restaurant in Toronto, Canada. Van Schijndel: ‘’Ik had nooit voor mogelijk gehouden dat mensen zo over die urinoirs zouden denken.’’

Kansen voor Dutch Design

Kansen voor Nederlandse ontwerpers lijken vooral te liggen op het gebied van interieurontwerp. Naast bekende ontwerpers zoals Van Schijndel, Marcel Wanders en Eric Kuster worden Nederlandse ontwerpers gevraagd voor speciale projecten. Zo is er het Zweedse ICEHOTEL. Elk jaar worden internationale kunstenaars en ontwerpers uitgenodigd om de hotelruimtes van het ijs- en sneeuwhotel (200 kilometer ten noorden van de poolcirkel in Jukkasjärvi) te ontwerpen en te maken. In de winter van 2008/2009 werden Nederlandse ontwerpers wederom gevraagd om het hotel en de Ice Church te bouwen. Ontwerpers die hier aan meewerkten waren Marjolein Vonk, Cindy Berg, Marinus Vroom, Jan Willem van der Schoot en Maarten Meijer. Zowel Vonk als Berg hadden al eerder aan dit poolproject gewerkt.

 

Fooddesign

‘’Fooddesign is meer dan alleen koken’’, aldus (eet)ontwerpster Annelies Hermsen. Het is een kunstvorm die zich focust op alles wat eten tot een totaalbeleving kan maken. Zo kan een locatie worden afgestemd op het eten en andersom. Het is voornamelijk een discipline van ontwerpers. Koks doen ook aan food design, maar als zij iets maken wordt het niet meteen kunst genoemd. Zo vind ook chef-kok Otilio Valerius van Dutch Design Hotel Artemis in Amsterdam.

Als kind uit een horecanest wilde Hermsen tijdens haar studie ontwerpen niets te maken hebben met de horeca, tot ze steeds vaker ging experimenteren met eetbare materialen. ‘’En zo ben ik begonnen aan het ontwerpen van nieuwe food- en maaltijdconcepten’’, vertelt Hermsen. Nu ontwerpt ze onder meer evenementen voor bedrijven waarbij voedsel aansluit bij het bedrijf. Hermsen: ‘’Alle facetten moeten op elkaar afgestemd zijn, tot soms het pepermuntje aan toe.’’ Food design wordt niet altijd gewaardeerd, maar diegenen die zich instellen op iets aparts genieten er meer van, zo meent ook chef-kok Valerius. ‘’Bij Dutch Design Hotel Artemis wordt er elke drie maanden een andere D&A (Design & Artemis) expo georganiseerd waarbij het menu gedeeltelijk wordt aangepast aan het thema van de expositie. Mensen die voor food design kiezen staan open voor het onbekende. Daarnaast zijn er genoeg gasten die ‘gewoon’ willen eten en niet een driegangenmenu in de vorm van ijsjes voor hun neus willen krijgen.’’

‘’Food design is meer een kunst dan eten bereiden. Koks staan er daarom vaak dubbel tegenover’’, aldus Valerius. ‘’Koks zijn eigenwijs en willen overal een eigen draai aan geven en mopperen dan over de hoeveelheid werk dat food design met zich meebrengt. Ze zijn positiever als het eindproduct er is.’’ Hermsen betaamt dit: ‘’Koks staan open voor food design, maar lever vooral geen commentaar op hun sauzen.’’

HM302010

Overig nieuws