De visie van John Fentener van Vlissingen

Auteur: David Bakker
Ewout Hoogendoorn 19 april 2021
De visie van John Fentener van Vlissingen

Met een omzet van 27,5 miljard dollar - inclusief 10,9 miljard dollar partneromzet in 2019 - is BCD Travel een van de grootste zakenreisorganisaties ter wereld. Oprichter John Fentener van Vlissingen loodst zijn multinational door de storm van de coronacrisis heen. In gesprek met Ewout Hoogendoorn deelt de inmiddels 82-jarige zakenman zijn visie op de reisbranche.

Juist in een tijd dat de internationale hotellerie het ontzettend zwaar heeft, maakt Van Vlissingen de keuze om te investeren in de branche. Een consortium, waarin de investeringsmaatschappij van de familie J.A. Fentener van Vlissingen - BORON - een belang van 50% heeft, wil in de aankomende drie jaar op minimaal dertig locaties in en rondom Europa 10.000 bedden realiseren, om het vervolgens te verkopen aan een grote hotelgroep. De ambitieuze plannen staan in dit artikel uitgebreid beschreven. Er wordt geld geïnvesteerd in kleine hotels, om ze aantrekkelijk te maken voor millennials en de generatie Gen Z, om volume te creëren en vervolgens tot verkoop over te gaan.

Ewout Hoogendoorn - al jaren vaste columnist van Hospitality Management - interviewde eind maart John Fentener van Vlissingen. Zijn investeringsmaatschappij BORON investeert in de hotellerie. Hoe dat traject eruitziet lees je in dit artikel. 

 

In zo goed als elke markt die verwant is aan de reisbranche, heeft Van Vlissingen belangen of is hij eigenaar. BCD Group heeft het eigendom in handen van Park ’n Fly in de Verenigde Staten en BCD Travel. Vorig jaar verkocht BCD het bedrijf Travix, in Nederland bekend door Cheaptickets en Vliegwinkel. Daarnaast heeft BORON onder andere een belang van ruim 3 procent in InterContinental Hotels Group (IHG). Opvallend genoeg heeft Van Vlissingen geen aandelen in luchtvaartmaatschappijen. Daarover later meer.

In het kader van het dertigjarig bestaan van Hospitality Management interviewen de columnisten ieder een gast naar keuze. Op de vraag met wie Ewout Hoogendoorn graag in gesprek zou willen stond maar één antwoord: John Fentener van Vlissingen. Omdat hij - vanuit zijn achtergrond en zijn bedrijven - wereldwijd een uitstekend zicht op zowel het zakelijke als het toeristische gastensegment van hotels heeft en daarmee op het business model van hotels in de toekomst. In het kantoor van Vlissingen in Zeist kruipt Hoogendoorn in de rol van interviewer. De visie van John Fentener van Vlissingen staat centraal, zijn bedrijf BCD Travel is een van de grootste toeleveranciers ter wereld van gasten aan de hotellerie.

De zakenreisindustrie heeft harde klappen te verwerken gekregen. Hoe kijkt u naar het herstel van de markt?

“Volledig herstel gaat nog vijf jaar duren. Bij BCD Travel, in de top-3 wereldwijd, staan zakenreizen centraal, dan is het logisch dat je in het verlengde daarvan ook congressen organiseert. Ongeveer twintig jaar geleden zijn we daarmee begonnen, met het hoofdkantoor in Chicago en het Europees hoofdkantoor in Londen. Daar zijn we enorm in gegroeid en we staan nu in de top-5 van de ranking in het organiseren van congressen wereldwijd. De farmaceutische industrie is een van onze grotere klanten: alle marktleiders – denk aan de leveranciers van de coronavaccins - zijn klant bij ons. In de farmaceutische industrie zien we een trend. Ze organiseren digitale events waarin het fysieke event met de artsen wordt voorbesproken. Een aantal dagen later ontmoeten beide partijen elkaar op een congres. Ik verwacht dat deze hybride vorm - op het moment dat iedereen weer gaat reizen – vaker zal gaan plaatsvinden dan vroeger. Er is wat in te halen. In de farmaceutische industrie verwacht ik straks meer bijeenkomsten op kleinere schaal. De grotere congressen komen ook terug, maar dat herstel gaat langer duren. Vanwege terughoudendheid, maar ook vanwege de financiën. Welk bedrijf wil zo een groot congres financieren? Ik verwacht dat het 5 jaar gaat duren voordat we weer bijna op het oude niveau zitten. Elkaar persoonlijk ontmoeten blijft essentieel bij zakendoen en kan niet vervangen worden door virtuele meetings. Ik verwacht dat de hotelbranche als eerste herstelt, daarna pas de luchtvaartindustrie. Men zal in het begin eerder gebruik maken van de auto of trein, daarom zal dit herstel langer duren.”

De aandelen van IHG stonden in maart vorig jaar op een absoluut dieptepunt met een market cap van rond de 5 miljard pond. Inmiddels staat die market cap op ongeveer 10 miljard pond. Hoe verklaart u dat?

“Dat is heel interessant. Want het heeft ook te maken met de keuzes die mensen in het algemeen maken met hun geld. Sparen levert bijna niks op en de beurs blijkt daardoor wél aantrekkelijk. Iedereen kijkt op de beurs zes tot negen maanden vooruit. Wie op dit moment zes tot negen maanden vooruit kijkt, ziet de hotels misschien wel weer rendabel worden. En dat zie je nu weer terug in de beurskoersen, ook bij IHG.”

Toch vreemd dat de waarde is verdubbeld als de hotels zo goed als leeg staan.

“Amsterdam is leeg, maar Atlanta daarentegen niet. Onze hotelboekingen liggen op dit moment boven de driekwart van het aantal boekingen dat we in een periode voor corona deden. Dat heeft vooral met de ontwikkelingen in de interne markten van de grote landen te maken. Kijk naar China, daar hebben we met BCD Travel vijf kantoren en veel grote klanten. Die grote klanten in China reizen bijna weer tot het oude volume. Door de grote afstanden in China zijn ze bijna altijd wel genoodzaakt ook een hotel te boeken. Dat zien we ook in de Verenigde Staten, maar dan in iets mindere mate. Daar zitten we op ongeveer veertig procent, maar daar gaan veel zakenreizigers ook met de auto. De bezetting van hotels is daar sneller gestegen dan die van de vliegtuigen. Die veertig procent haalt Amsterdam niet.”

Hoe kijkt u naar het herstel van de reisbranche in Europa?

“Europa heeft het zwaarder vanwege de verschillende lockdowns waarmee het continent te maken heeft. Europa gaat strenger om met de maatregelen en heeft geen eenduidig beleid. In Atlanta zijn alle restaurants open en dat geldt eigenlijk ook voor grote delen van het land. Ook het vaccinatieprogramma gaat veel sneller. Veertig procent van de bevolking in de VS is ingeënt, wat betekent dat alle zestigplussers zijn gevaccineerd. Dat heeft de reisbewegingen doen stijgen.”

De hotelvastgoedmarkt heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot een volwassen asset class, ook al is het op het wereldtoneel nog steeds een klein segment. Hoe kijkt u naar de ontwikkelingen hiervan?

Wat daarin opvalt is dat nog altijd de hypotheekrente op een hotel nog wel hoger is dan op veel ander soort vastgoed. Dat betekent dat de financier het risico van een hotel hoger vindt. Het is een ‘one purpose prospect’. Voor onze nieuwe hotelgroep (zie kader, red.) zijn we studies aan het verrichten om te bepalen of we ook het vastgoed aan gaan kopen, dat weten we nu nog niet. Het kan interessant zijn. We bezitten wel kantoorpanden en wat daarin opvalt is dat er weinig tot geen leegstand is. Dat was in de vorige verschillende crises anders. Op Kanaleneiland in Utrecht hebben we een tech-gedreven kantorencomplex, Dotslash Utrecht, ontwikkeld. Daar zitten veel scale-, en startups. Er zijn wel veel wisselingen, maar het complex is nagenoeg altijd volledig bezet.”

Uw bedrijf heeft in bijna alle facetten van zakenreizen en toerisme belangen en eigendom. U heeft er nooit voor gekozen om een belang te nemen in een vliegtuigmaatschappij. Waarom niet?

“Wij hebben alle airlines als partners keihard nodig. Op het moment dat we een belang zouden nemen in één airline - of zelf een airline zouden kopen of ontwikkelen - sluiten we de andere uit. Dat willen we niet. Wel hebben we altijd - en nog steeds - een historische band met KLM en Delta Airlines gehad. Delta attendeerde ons op te koop staande reisbureaus en financierden in de beginperiode ook. Zo verzekerden zij zichzelf van omzet. Als je nu kijkt naar wat het kost om een vliegtuig noodgedwongen aan de grond te hebben staan, ben ik blij dat ik er nooit ben ingestapt.”

Hoe kijkt u naar de toekomst van de hotellerie?

“De markt dwingt tot verdere consolidatie. Door gebruik van technologie en loyaliteitsprogramma’s versterk je je positie: IHG heeft bijvoorbeeld een database met ruim 100 miljoen leden. Als je als hotel niet bij een grote partij hoort, ben je toch moeilijker vindbaar.”

In het kader van dertigjarig jubileum van Hospitality Management interviewen onze columnisten Ewout Hoogendoorn, Sander Allegro en Hans van Spronsen ieder een gast naar keuze. Eind maart interviewde Ewout Hoogendoorn reisondernemer John Fentener van Vlissingen op het hoofdkantoor van BORON in Zeist. In de volgende editie is het de beurt aan Sander Allegro.​

Foto's: Paul van der Wal

Overig nieuws