Transitievergoeding en horecapersoneel: wat verandert er?

Auteur: Marijke Stevens
Wet- en regelgeving 4 juni 2019
Transitievergoeding en horecapersoneel: wat verandert er?

U hebt het vast gelezen: de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) is op 28 mei 2019 aangenomen door de Eerste Kamer. Per 2020 gaan er een aantal regels veranderen. Zoals bijvoorbeeld de transitievergoeding.

Als het tot een ontslag komt, is de werkgever in verreweg de meeste situaties een ontslagvergoeding verschuldigd. Die ontslagvergoeding wordt de transitievergoeding genoemd.

Wanneer bestaat er recht op een transitievergoeding?

Huidige regeling

De wet bepaalt dat de werkgever aan de werknemer een transitievergoeding verschuldigd is wanneer de arbeidsovereenkomst ten minste 24 maanden heeft geduurd en –kort gezegd- de werkgever het initiatief tot ontslag neemt.

Tevens geldt dat voor de berekening van de transitievergoeding dat de arbeidsovereenkomst wordt afgerond op volledig gewerkte halve dienstjaren: tijdsblokken van zes maanden dus. Voor de eerste tien dienstjaren bedraagt de transitievergoeding een zesde maandsalaris voor ieder half jaar dat het dienstverband heeft geduurd. Daarna bedraagt de vergoeding een kwart maandsalaris per tijdsblok van zes maanden.

De huidige regeling voorziet in een hogere transitievergoeding voor oudere werknemers (van 50 jaar of ouder) die ten minste 10 jaar in dienst zijn. Deze werknemer ontvangt vanaf het 50e levensjaar een half maandsalaris per tijdsblok van zes maanden.

Nu geldt er nog een uitzondering voor de kleine werkgever die een transitievergoeding moet betalen in geval van een slechte financiële situatie. Onder omstandigheden tellen voor de berekening slechts dienstjaren vanaf 2013 mee.

Nieuwe regeling

Vanaf 2020 wijzigt de opbouw van de transitievergoeding voor iedere werknemer. De transitievergoeding wordt geïntroduceerd voor korte dienstverbanden, namelijk vanaf de eerste werkdag. De opbouw van de transitievergoeding begint vanaf de eerste dag dat de werknemer in dienst is. Dit betekent dat er ook een transitievergoeding betaald moet worden als de werkgever de werknemer in de proeftijd ontslaat. In beginsel zal er ook een transitievergoeding betaald moeten worden wanneer de werkgever ervoor kiest een contract voor bepaalde tijd niet voort te zetten.

In de nieuwe regeling wordt de hoogte van de vergoeding berekend per dag dat het dienstverband heeft geduurd. De afronding op halve dienstjaren –de tijdsblokken van zes maanden- verdwijnt dus.

Vanaf 2020 verandert de opbouw: iedere werknemer –ongeacht leeftijd of duur van het dienstverband- bouwt een derde (1/3) maandsalaris op voor ieder kalenderjaar dat de arbeidsovereenkomst heeft geduurd. De transitievergoeding zal vooral voor oudere werknemers lager uitvallen. De uitzondering voor de kleine werkgever komt per 2020 te vervallen.

Transitievergoeding wordt uitgebreid

De mogelijkheden om een compensatie te krijgen voor de transitievergoeding worden uitgebreid.

Compensatie voor transitievergoeding bij ontslag na ziekte

Werkgevers krijgen vanaf 2020 een compensatie voor de transitievergoeding die zij moeten betalen bij het ontslag van langdurig zieke medewerkers. Dus wanneer een werknemer wordt ontslagen na twee jaar ziekte, kan de werkgever voor de transitievergoeding gecompenseerd worden.

De aanvragen voor de compensaties kunnen vanaf 1 april 2020 bij het UWV worden ingediend. De regeling werkt terug tot 2013, dus voor alle ontslagen op grond van langdurige ziekte. Dit geldt ook voor de slapende dienstbetrekkingen waar de diensttijd gewoon doorloopt. Er wordt echter niet méér vergoed dan bij reguliere beëindiging verschuldigd zou zijn. De periode dat een dienstbetrekking slapend doorloopt telt dus niet mee. Het is aan u, de werkgever, om te bepalen of u zo’n transitievergoeding kunt voorschieten of wacht totdat een aanvraag kan worden ingediend.

Compensatie voor kleine werkgever

De kleine werkgever, die zijn onderneming moet beëindigen vanwege de eigen pensionering of omdat hij zelf langdurig ziek is, en daarom personeel moet ontslaan, wordt voor de transitievergoeding gecompenseerd. De kleine werkgever zal de werkgever zijn met minder dan 25 werknemers.

Deze regeling kent echter geen terugwerkende kracht. De compensatie voor de betaalde transitievergoeding bij bedrijfsbeëindiging wordt dus alleen verstrekt als de transitievergoeding op of na 1 januari 2020 wordt betaald.

Consequenties

De werkgever heeft er rekening mee te houden dat er in meer situaties een transitievergoeding betaald zal moeten worden. Namelijk in alle situaties waarin de werkgever het initiatief tot ontslag neemt. En ook wanneer een contract voor bepaalde tijd niet wordt voortgezet. En in de horeca zullen er nogal wat tijdelijke contracten zijn. De werkgever doet er dus verstandig aan om een voorziening te treffen voor het betalen van de transitievergoeding.

Marijke Stevens

Work Legal is gespecialiseerd in collectief en individueel arbeidsrecht en adviseert o.a. hoteliers

Overig nieuws