De Horst, in 1835 gebouwd door een rentenier uit Zeist, is geen kasteeltje, hofstede of havezate, omgeven door een lustwarande. Dit forse herenhuis valt tussen de wirwar van andere gebouwen op het landgoed niet eens echt op. Maar op de gevel staat in neonletters: “eerder - nu - later”. En naar de voordeur leidt een 'learning lane', gemarkeerd door een kronkelende levenslijn. Hier is duidelijk iets aan de hand.
Langs de 'learning lane' staan grote borden met gedichten. Zelfs een druilerige dag wordt in een ander licht gezet op dit kennispad: “Het regent. Kom regen, stijg nu maar op naar mij” - zomaar twee versregels van Allard Schröder. De affiches waarop de gedichten staan, bevinden zich achter beschermend plexiglas.
In de hal van De Horst staat een bak met leenparaplu's, en deze hal is dusdanig ingericht dat druipende mensen er geen kwaad kunnen. De eerste indruk? De ambiance van een jeugdherberg; inbegrepen de levendigheid. Of beter wellicht: een campus.
Beleven en delen
Volgens verkoopinformatie uit 1911 bestond het grondstuk met 'eene kapitale Heerenhuizing' uit 74 roeden. Indien destijds de Rijnlandse roede gebruikt werd: 74 maal 14,19 vierkante meter, ofwel ruim 10 are. Maar misschien bedoelde men wel 'vierkante roede': een oppervlaktemaat die in het Nederlands metriek stelsel van na 1816 gelijk stond aan 1 are. In dat geval spreken we dus over 74 are. Irrelevant? Welnee! Hier bevindt zich immers anno 2012 een 'kennisdorp': 9 hectare park in Engelse landschapstijl waar alle bebouwing gesitueerd is. Daarnaast 14 hectare voormalig productiebos waar allerlei activiteiten plaatsvinden. Het hedendaagse landgoed is dus 23 hectare groot.
Dat aanzienlijke bezit stond zo'n zes decennia lang op naam van de Stichting Kerk en Wereld, totdat De Baak (een opleidingsinstituut voor leiderschap en ondernemerschap) het landgoed in april 2001 overnam. Op de website van De Baak staat Landgoed De Horst als volgt omschreven: “Een ontmoetingsplek voor mensen die op zoek zijn naar inspiratie, motivatie, kennis en inzicht. Het is een kenniscampus die uitdagend, prikkelend, bruisend en humorvol kan zijn. Het onverwachte en experimentele karakter verrijkt de ervaring van de bezoeker en nodigt uit tot beleven en delen.”
Guendaline Stinkens, directeur Hospitality van De Baak, benadrukt dat het vooral om 'leren in een context' gaat. “De natuur in combinatie met eten en drinken; dat doet iets met een mens. Wij hebben een soort kenniscampus gemaakt, samen met bedrijven die De Baak aanvullen. Onze drie pijlers zijn: Baak Open (een open aanbod voor wat betreft trainingen en programma's), Baak Incompany (op maat gemaakte trainingen) en Baak Hospitality (waar professionals beleving creëren in de vorm van leren). Binnen de afdeling Hospitality proberen we de opname van kennis en het leerproces zo gunstig mogelijk te beïnvloeden. Bijvoorbeeld: iedereen die hier bezig is met zijn of haar ontwikkeling als leider of ondernemer kan alles zelf oppakken. Leiding geven aan jezelf hoort er immers ook bij. En we willen dat iedereen zich hier zo snel mogelijk thuis voelt.”
Duurloop of meditatie
De meeste trainingen die op dit landgoed gegeven worden, duren twee tot drie dagen. Baak Hospitality zorgt ervoor dat de deelnemers vanaf het begin op scherp staan. Guendaline: “Veel mensen vertrekken thuis uitzonderlijk vroeg, in de hoop de files voor te zijn. Sommigen offeren daar hun ontbijt voor op. Maar ongeacht hoe vroeg zij bij ons arriveren, hier staat een ontbijt voor ze klaar. Vitaliteit is heel belangrijk in ons concept.”
Guendaline kijkt het liefst 'van buiten naar binnen' als het gaat om de gastvrijheidbeleving: “Je huurt in wezen een heel landgoed, en daar bevindt zich ook een ruimte die exclusief voor jou of jouw groep is. Op dat landgoed is genoeg te doen, bijvoorbeeld een rondleiding door de kruidentuin voor degenen die geïnteresseerd zijn in de culinaire toepassing en de werking van kruiden. We hebben ook een eigen bijenkast.”
De doelgroep van De Baak is heel breed, maar Landgoed De Horst ontvangt vooral mensen uit de financiële dienstverlening, de bouw en industrie, het onderwijs en de zorg. “Circa zestig procent van de trainingen behoort tot het aanbod van De Baak zelf”, vertelt Guendaline, “dus daarin kunnen we onze diensten en producten mooi in elkaar over laten lopen. Afhankelijk van wat de klant voor ogen staat, kan er een duurloop in zitten of juist iets spiritueels. Soms zijn er groepen die echt intensief gebruik willen maken van het landgoed, bijvoorbeeld in het kader van teambuilding. Dat kan ook een kookworkshop zijn.”
Bedrijven die in een verandertraject zitten, mensen die leiderschap willen vertalen naar ondernemerschap, ondernemers die ‘Het Nieuwe Werken' in hun bedrijf willen implementeren. De Baak treedt op als adviseur. Guendaline: “Ook de introductie van dat ‘Nieuwe Werken’ houdt in dat er iets met die mensen gaat gebeuren; daar spelen wij op in. Alles wordt ingebed in de activiteiten en de ambiance van het landgoed.”
De hele dag eten
Volgens Guendaline maakt het bezit van eigen leerlocaties (Landgoed de Horst in Driebergen, De Baak Seaside in Noordwijk, Kasteel Den Brandt in Antwerpen en het Burgerweeshuis in Amsterdam) de diensten van De Baak uniek. “De afdeling Hospitality is volledig professioneel”, benadrukt zij. “Iedereen heeft een hotelschoolachtergrond of een vakbekwaamheidsdiploma. Wij hebben alleen maar zelfstandig werkende koks. Geen cateraars dus.”
Deze koks zijn gefocust op de inmiddels vertrouwde facetten van een duurzame bedrijfsvoering, maar maatschappelijk ondernemen gaat een stapje verder op Landgoed De Horst: zo'n zeventig procent van het totale aanbod is 'fair trade'. Dat wil zeggen: ook biologisch linnen, gerecycled papier, enzovoort. “We gaan trouwens steeds meer naar een papiervrije omgeving”, vult Guendaline aan.
De afdeling Hospitality is voortdurend aan het speuren naar de uitwerking van voedingsmiddelen: welke producten passen goed bij leren; wat doen die voedingsmiddelen met je? Het 'vitality concept' van Landgoed De Horst richt zich op alertheid en fitheid. Guendaline: “Als Red Bull je brandstof is, of je zit de lunch in een auto op te eten, doe je iets niet goed. En inderdaad, we schenken overdag geen alcoholische dranken, want dat gaat ten koste van je concentratie.”
Het ontbijt op Landgoed De Horst ziet er niet heel anders uit dan in andere goede gastvrijheidbedrijven. Guendaline: “Ik vind dat de hotels in Nederland heel sterk zijn gegroeid in het aanbieden van een gezond en gevarieerd ontbijt. Wij voeren het thema duurzaamheid wellicht iets verder door. Uiteraard houden we ons strikt aan de seizoenen: geen producten buiten hun eigen jaargetijde. En behalve de geijkte vruchtensappen bieden wij ook sappen aan die de vitaliteit van lichaam en geest ten goede kunnen komen. In het kader van duurzaamheid verstrekken we geen vleesproducten bij het ontbijt of de lunch.”
Zowel het ontbijt als de lunch worden als buffet gepresenteerd, waarbij de lunch zich kenmerkt door veel 'low-carb' producten, tenzij 's middags een sportactiviteit gepland staat, want dan zijn veel koolhydraten gewenst. Maar eigenlijk kan elke hunkering naar iets lekkers de hele dag door bevredigd worden. Verse vruchtensappen en nootjes, biologische koekjes, gedroogde abrikozen, vijgen. Iedereen pakt gewoon wat hij nodig heeft.
Geen kannen koffie in de zaaltjes, want de praktijk leert dat tachtig procent daarvan blijft staan en dus vervolgens weggegooid wordt. “Men last veel liever een korte pauze in om een lekkere cappuccino of espresso te kunnen drinken”, legt Guendaline uit. “Wij bieden de hele dag eten en drinken aan: tot 10.00 uur een uitgebreid ontbijt; dan maken we het ontbijt klein, met veel zuivel, yoghurtdrankjes en dat soort zaken. Vervolgens bouwen we het weer op naar de lunch, met vers fruit, soep en salades. Na half twee bouwen we weer af; dan blijft er soep staan met wat hartigs. Om half vijf volgt een ‘break’ die past bij het diner dat op het programma staat. Dat diner - meestal drie gangen - wordt geserveerd.”
Leisureconcept
In mei vorig jaar werden veertig 'belevingskamers' toegevoegd aan de reeds bestaande 73 hotelkamers van het landgoed. De eigenheid van de belevingskamers ligt in 'sobere luxe' en het zogenaamde 'kamer, kunst, koffer project' dat bedacht is door de kunstconservator van het landgoed. De slaapruimte en de badruimte zijn één geheel. Vanaf het bed heb je een vrij zicht op de omringende natuur, en wel op eekhoorntjesniveau, want de kamers zijn op palen in het bos gebouwd.
'Kamer, kunst koffer'? Welnu, deze kamers hebben geen nummer, maar een naam, bijvoorbeeld Waiting for Godot. In die Godot-kamer vind je een houten koffertje waarin zich allerlei dingen bevinden die betrekking hebben op dat toneelstuk van Samuel Beckett. Ook de minimale decoratie van de kamer past bij de naam. Wellicht slaapt u liever in de kamer die naar Marilyn Monroe genoemd is? Of in de Parijs, Londen Shanghai kamer? De koffertjes zorgen in ieder geval voor conversatiestof.
In verband met de nieuwe kamers is tevens een leisureconcept ontwikkeld. Guendaline: “Je zult ons niet terugvinden op weekendjeweg.nl, maar een aantal weekeinden per jaar zijn de belevingskamers voor leisuregasten te boeken. Daarbij bieden we twee workshops aan die compromissen tussen partners, vrienden of vriendinnen overbodig maken: ieder voor zich kan iets gaan doen wat hij of zij leuk vindt, terwijl ze toch bij elkaar in de buurt zijn.”
Die 'vrijheid blijheid' beperkt zich niet tot de keuze van activiteiten: niemand hoeft vroeg op te staan uit angst dat er anders geen ontbijt meer te krijgen is; niemand hoeft zich 's ochtends te haasten om tijdig zijn kamer te ontruimen. Uitchecken kan tot 16.00 uur.
Belevingsschoonmaak
Landgoed De Horst mag bogen op ongeveer 40.000 bezoekers per jaar; het aantal overnachtingen bedraagt zo'n 20.000. Voor de 'hotelgasten' zijn 113 kamers beschikbaar: 73 éénpersoons en 40 tweepersoons. Die kamers liggen verspreid over het landgoed; sommige in een lesgebouw, andere op palen in het bos.
De schoonmaak van die kamers is weliswaar uitbesteed, maar helemaal outsourcing... dat is het nou ook weer niet. “We zijn nu bezig met een andere concept”, verheldert Guendaline, “want schoonmaken is een kunst. Ik wil een belevingsschoonmaak: checklijstjes zijn leuk, maar dat ene spinnenwebje ergens bovenin een hoek van het plafond stoort mij niet echt. De schoonmaker moet de kamer bekijken zoals een gast dat doet, dus liever een extra ronde sanitair dan overbodig prutsen achter de verwarming louter omdat die verwarming op een bepaalde dag in het schema staat. Wij proberen al onze toeleveranciers te trekken en te betrekken in ons hospitalityconcept.”
Hoewel De Baak vier locaties heeft in den lande, en veel leveranciers in gezamenlijkheid benaderd worden, probeert elke locatie zoveel mogelijk zaken te doen met de lokale middenstand. “Dat hoort bij maatschappelijk ondernemen”, beklemtoont Guendaline. “Wij hebben ondernemerschap hoog in het vaandel staan, dus het spreekt vanzelf dat we de plaatselijke business proberen te ondersteunen.”
De Baak heeft natuurlijk een afdeling boekingen; dat is de commerciële afdeling met het accountmanagement, maar een deel van de marketing verloopt via andere kanalen. Guendaline: “Wij koesteren onze loyaliteitsrelatie met een aantal spelers in de markt van opleidingen. Zij kiezen namelijk voor onze locatie vanuit de filosofie die zijzelf hebben. Daarnaast doen we vrij veel aan eventmarketing: we organiseren relatiedagen die gericht zijn op bepaalde doelgroepen. Aangezien de naamsbekendheid van De Baak zeer hoog is, hoeven we slechts zelden mensen over de drempel te trekken. Ook via het internet komt veel op ons af. Momenteel houdt een specialist zich bezig met onze nieuwe doelgroep leisure en met ons nieuwe aanbod: leisure met inhoud.”
Succesfactoren
* Omringd door een bos met een hoge ecologische waarde
* Centraal gelegen in Nederland, vlakbij de A12
* Inspirerende leerruimten (30)
* 40 belevingskamers (totaal aantal kamers: 113)
* Theater/auditorium
* Vitale voeding: eten en leren in balans
* Kosteloos WiFi op het hele landgoed
* Outdooractiviteiten
Guendaline Stinkens
Zij heeft, naar eigen zeggen, 'een blauwe maandag' doorgebracht op de hotelschool in Den Haag. Leren in de schoolbanken zinde haar niet; liever leerde zij 'buiten' - in de praktijk dus. Guendaline ging als assistent-restaurantmanager aan de slag in het Kurhaus. “Toen ik op school zat, deed ik er ook al veel omheen”, vertelt zij. “Ik had een eigen bedrijfje; ik kookte bij mensen thuis... Ik doe graag meerdere dingen tegelijk. In het Kurhaus was ik de f&b ingerold, maar na verloop van tijd wilde ik iets in de commercie gaan doen. Tussendoor heb ik overigens nog twee jaar psychologie gestudeerd, omdat ik meer wilde weten over bepaalde stijlen van leiding geven.”
Voor De Hoefslag in Bosch en Duin en De Arendshoeve in Bergambacht ging zij de marketing en sales verzorgen; daarna nog een hotel en toen... “Toen was ik er klaar mee”, luidt de ontboezeming. “Mijn gedachten gingen uit naar een eigen broodjeszaak. Dat werd het echter toch niet helemaal, dus ben ik het hotelonderwijs ingegaan. Acht jaar lang heb ik in Rotterdam les gegeven en een leerconcept ontwikkeld met betrekking tot banqueting. Daarna wilde ik niet meer terug naar een hotel, want het onderwijs zat in mijn bloed. Gelukkig kwam al snel De Baak op mijn pad.”
Ooit wilde Guendaline binnenhuisarchitect worden, en dat creatieve heeft zij nog steeds. “Ik ben vooral creatief in het ontwikkelen van concepten, maar ook in het bedenken van oplossingen”, zegt zij. “Liefhebberijen? Ik eet erg veel buiten de deur. En ik geef les op de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht over het vak Hospitality. Mijn sporten zijn schermen en schaatsen. Met mijn echtgenoot sta ik regelmatig op de golfbaan.”
Fotografie: Photodette
HM302012
